Ordening van planten

Basisstof 4: planten

  • Je kunt kenmerken en voorbeelden noemen van vaatplanten en groenwieren
  • Je kunt kenmerken en voorbeelden noemen van sporenplanten en zaadplanten 
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Basisstof 4: planten

  • Je kunt kenmerken en voorbeelden noemen van vaatplanten en groenwieren
  • Je kunt kenmerken en voorbeelden noemen van sporenplanten en zaadplanten 

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Herhaling en bespreken basisstof 3
  •  Uitleg basisstof 4
  • Aan de slag
  • Opdrachten bespreken
  • Afsluiting 

Slide 2 - Tekstslide

Huiswerk bespreken
Open je boek op bladzijde 194

Slide 3 - Tekstslide

Indeling van dieren wordt gedaan op symmetrie en het soort skelet.
Welke vorm van symmetrie hebben weekdieren?
A
Niet symmetrisch
B
Tweezijdig symmetrisch
C
Veelzijdig symmetrisch

Slide 4 - Quizvraag

Bij welke stam hoort een krab?
A
Weekdieren
B
Stekelhuidigen
C
Geleedpotigen
D
Gewervelden

Slide 5 - Quizvraag

Wat voor een skelet heeft een gewervelden?
A
Geen skelet
B
Inwendig skelet
C
Uitwendig skelet

Slide 6 - Quizvraag

Ordening van planten
Je kunt kenmerken  en voorbeelden noemen van vaatplanten en groenwieren
Je kunt kenmerken en voorbeelden noemen van sporenplanten en zaadplanten

Slide 7 - Tekstslide

Wieren (algen), mossen en vaatplanten

Slide 8 - Tekstslide

Wieren
  • Blauwgroene wieren
  • Roodwieren
  • Groenwieren
  • Kranswieren 

Leven vooral in het water
Hebben geen wortels of stengels
Voortplanting via sporen of deling

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Mossen
  • Hauwmossen
  • Bladmossen
  • Levermossen

 Voortplanting via sporen uit sporendoosjes
Hebben geen bloemen

Slide 11 - Tekstslide

Vaatplanten
Vaatplanten hebben wortels, bladeren en stengels voor transport van water en voedingstoffen

Zijn op te delen in: zaadplanten en sporenplanten

Slide 12 - Tekstslide

Varens
  • Varens zijn vaatplanten
  • Varens planten zich voort met sporen. Het zijn dus ook sporenplanten

  • Sporen zitten in sporenhoopjes

Slide 13 - Tekstslide

Zaadplanten
  • Planten met bloemen, vruchten en zaden

    Voorbeelden zijn:
  • Appelboom
  • Madeliefje
  • Roos
  • Gras 

Slide 14 - Tekstslide

Planten zijn opgedeeld in 8 stammen. Deze stammen zijn op te delen in 3 groepen. Noem de 3 groepen

Slide 15 - Open vraag

Mossen planten zich voort met:
A
Sporen in sporendoosjes
B
Sporen in sporenhoopjes
C
Bloemen
D
Celdeling

Slide 16 - Quizvraag

Alle vaatplanten zijn ook zaadplanten
Juist
Onjuist

Slide 17 - Poll

Je komt een plant tegen die je niet kent. Naar welke kenmerken kijk je, om erachter te komen bij welke stam die hoort?

Slide 18 - Open vraag

De plant heeft wortels, stengels en bladeren. Ook zitten er sporenhoopjes onder de bladeren. Wat voor plant is het?
A
Wier
B
Mos
C
Varen
D
Zaadplant

Slide 19 - Quizvraag

Aan de slag!
  • Maak opdracht 1 tot en met 9
  • Eerste 5 minuten stil zonder te overleggen
  • Daarna mag je overleggen met je buur
  • 10 minuten
  • Klaar? Maak dan opdracht 9 en 10 van basisstof 3 

Slide 20 - Tekstslide

Afsluiting
Volgende les: morgen 2e uur
Huiswerk voor donderdag: opdracht 1 tot en met 9

Slide 21 - Tekstslide