H. 6.2 Oppervlakte vergroten

Di. 30 nov. - 2e lesuur
H. 6.2 Oppervlakte vergroten
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Di. 30 nov. - 2e lesuur
H. 6.2 Oppervlakte vergroten

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
In deze les leer je:
Hoe je de oppervlakte van een vergroting kunt berekenen

Slide 2 - Tekstslide

Hoe bereken je de vergrotingsfactor? (formule)

Slide 3 - Open vraag

Als de vergrotingsfactor kleiner dan 1 is dan..
A
Is het beeld kleiner dan het origineel
B
Is het origineel kleiner dan het beeld

Slide 4 - Quizvraag

Wat is de
breedte bij het ?

Slide 5 - Open vraag

Wat is de
oppervlakte van het
beeld?

Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Zelf maken
som 22 t/m 25

Af? --- maken Herhaling (blz.93) opgave 1 t/m 4

Slide 9 - Tekstslide

Donderdag 2 december


Slide 10 - Tekstslide

H. 6.2 Oppervlakte vergroten

Wat heb je al geleerd?
Je kunt de vergrotingsfactor berekenen.
Je kunt de maten van een vergroting berekenen.
Je kunt de oppervlakte van een origineel en 
een beeld uitrekenen

Slide 11 - Tekstslide

Lesdoel
In deze les leer je:
Hoe je de oppervlakte van een vergroting kunt berekenen

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Nu zelf aan de slag
Opgave 27 t/m 32

Af? Herhaling (blz. 94) opgave 4 t/m 6

Slide 16 - Tekstslide

Wat heb je geleerd:
Je kunt nu de oppervlakte van een vergroting uitrekenen

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Wat is de vergrotingsfactor?
A
vergrotingsfactor: 4,5 x 45 = 202,5
B
vergrotingsfactor: 4,5 : 45 = 0,1
C
vergrotingsfactor: 45 : 4,5 =10
D
Er is te weinig informatie.

Slide 19 - Quizvraag

Hst 6.2 Oppervlakte vergroten

Slide 20 - Tekstslide

Lesdoelen
In deze les leer je:
Hoe je de oppervlakte van een vergroting kunt berekenen

Slide 21 - Tekstslide

Hoe bereken je de vergrotingsfactor? (formule)

Slide 22 - Open vraag

Wat is de vergrotingsfactor?
A
1, 9 : 2,8 = 0,68
B
2,8 : 1,9 = 1,47

Slide 23 - Quizvraag

Als de vergrotingsfactor kleiner dan 1 is dan..
A
Is het beeld kleiner dan het origineel
B
Is het origineel kleiner dan het beeld

Slide 24 - Quizvraag

Wat is de
breedte bij het ?

Slide 25 - Open vraag

Wat is de
oppervlakte van het
beeld?

Slide 26 - Open vraag

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Ik kan de oppervlakte van een vergroting berekenen.
Makkelijk!
Gaat wel
Een beetje...
Nee, lukt nog niet

Slide 29 - Poll

Zelf maken
som 22 t/m 25


Slide 30 - Tekstslide

Wat is de vergrotingsfactor?
A
vergrotingsfactor: 4,5 x 45 = 202,5
B
vergrotingsfactor: 4,5 : 45 = 0,1
C
vergrotingsfactor: 45 : 4,5 =10
D
Er is te weinig informatie.

Slide 31 - Quizvraag

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Nu zelf aan de slag
som 27, 28, 29, 31

Slide 35 - Tekstslide

Wat heb je geleerd:
Je kunt nu de oppervlakte van een vergroting uitrekenen

Slide 36 - Tekstslide