Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
21-22 / Goederen par. 4.3
Goederenstroom
Klas 1hodb
Schooljaar 2021-2022
Opleiding Ondernemer Retail
Docent: mevrouw Jansen
1 / 32
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Retail
MBO
Studiejaar 1
In deze les zitten
32 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Goederenstroom
Klas 1hodb
Schooljaar 2021-2022
Opleiding Ondernemer Retail
Docent: mevrouw Jansen
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Inhoud les
Uitleg par. 4.3 Kengetallen voorraadbeheer
Aan de slag
Slide 4 - Tekstslide
Doel van deze les:
Je leert wat de relatie is tussen de
kengetallen omzetsnelheid en omzetduur.
Je moet de relatie voorraad en omzet
kennen.
Je leert hoe de omzetsnelheid wordt
berekend.
Je leert hoe de omzetduur wordt berekend.
Slide 5 - Tekstslide
Korte terugblik vorige les
Vraag: noem drie voorraadkosten
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Kengetallen voorraadbeheer (par. 4.3)
Een kengetal is een getal dat het mogelijk maakt de prestaties van een bedrijf inzichtelijk te maken.
Het geeft bijvoorbeeld de verhouding aan tussen de voorraad in vergelijking met de verkopen in een periode.
Kengetallen maken het mogelijk om de activiteiten in een bedrijf te beoordelen en te vergelijken.
Ze worden bijvoorbeeld vergeleken met vorige jaren of bij een grootwinkelbedrijf met andere winkels.
Slide 9 - Tekstslide
Kengetallen
Niet te weinig voorraad (anders nee-verkoop)
Niet te veel voorraad (beschikbare ruimte in de schappen)
Wat is het juiste moment om te bestellen?
Berekenen met behulp van kengetallen
Slide 10 - Tekstslide
Waarom kengetallen?
Waarom wil je de prestaties van jouw bedrijf inzichtelijk hebben?
Bijvoorbeeld:
Een verkeerde inschatting van de benodigde voorraad kan betekenen dat er te veel van een
artikel wordt ingekocht.
De winkel blijft dan met een voorraad zitten (is risico).
Dit neemt ruimte in een magazijn in, voor andere artikelen is er daardoor te weinig ruimte.
Slide 11 - Tekstslide
Kengetallen voorraadbeheer
De twee belangrijkste kengetallen van de voorraad zijn:
omzetsnelheid
omzetduur
Slide 12 - Tekstslide
Omzetsnelheid
Is het
aantal keren
dat de
gemiddelde voorraad
in een
bepaalde periode
(meestal een jaar) wordt verkocht.
Slide 13 - Tekstslide
Voorbeeld
Als de omzetsnelheid 4 is dan betekent dit dat je vier keer de gemiddelde voorraad hebt verkocht in een bepaalde tijd (meestal een jaar)
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Video
Omzetduur
Is de
tijd
die nodig is om de
gemiddelde voorraad
eenmaal
om te zetten in geld.
In dagen, weken of maanden.
Meestal in dagen uitrekenen.
Slide 16 - Tekstslide
Voorbeeld
Omzetduur is 90 dagen
:
je doet er 90 dagen over voordat je de gemiddelde
voorraad één keer hebt verkocht
óf anders gezegd
de gemiddelde voorraad ligt ongeveer 90 dagen in de winkel
Slide 17 - Tekstslide
Relatie omzetsnelheid en omzetduur
Als de omzetsnelheid van een artikel hoger wordt in een periode dan daalt de omzetduur van dat artikel in die periode en omgekeerd.
Slide 18 - Tekstslide
Voorbeeld
Een jaar heeft 360 dagen
omzetsnelheid
4 keer
6 keer
omzetduur
90 dagen
60 dagen
Slide 19 - Tekstslide
Noem twee kengetallen van de voorraad.
Slide 20 - Open vraag
Antwoord
Omzetsnelheid en omzetduur
Slide 21 - Tekstslide
Wat betekent omzetsnelheid?
A
Hoe vaak je je artikelen verkoopt.
B
Hoeveel dagen het duurt voordat je je gemiddelde voorraad hebt verkocht.
C
Het aantal keren dat de gemiddelde voorraad wordt verkocht in een bepaalde periode.
D
Hoe snel je je omzet haalt.
Slide 22 - Quizvraag
Wat is waar?
A
Als de omzetsnelheid daalt dan daalt ook de omzetduur.
B
Als de omzetsnelheid stijgt dan stijgt ook de omzetduur.
C
Omzetsnelheid en omzetduur hebben niks met elkaar te maken.
D
Als de omzetsnelheid stijgt dan daalt de omzetduur.
Slide 23 - Quizvraag
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Tekstslide
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Tekstslide
Samenvattend
Jullie hebben geleerd wat kengetallen zijn.
Jullie hebben geleerd wat de twee kengetallen omzetsnelheid en omzetduur betekenen.
Jullie hebben geleerd wat de relatie is tussen deze twee kengetallen.
Jullie hebben geleerd hoe je de omzetsnelheid en de omzetduur moet berekenen.
Slide 31 - Tekstslide
Aan de slag
Maken par. 4.3 opdracht 10 t/m 21 op pag. 170 t/m 175 in je boek
Slide 32 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
20-21 / Goederenstroom H4 par. 4.3 (kengetallen omzetsnelheid en omzetduur)
Januari 2021
- Les met
25 slides
Retail
MBO
Studiejaar 1
H4.1&4.2 Voorraad bij- en afboeken en kengetallen JNLS
Augustus 2022
- Les met
24 slides
Retail
MBO
Studiejaar 1
20-21 par. 4.1 en 4.2 (voorraad bij- en afboeken / kengetallen voorraadbeheer)
Oktober 2020
- Les met
25 slides
Retail
MBO
Studiejaar 2
21-22 / H4 par. 4.1 en 4.2 Voorraad bij- en afboeken en kengetallen
Februari 2021
- Les met
26 slides
Retail
MBO
Studiejaar 1
Kengetallen voorraadbeheer 4.3
December 2021
- Les met
37 slides
Retail
MBO
Studiejaar 1
hoofdstuk Voorraadbeheer
December 2020
- Les met
22 slides
Goederenstroom
MBO
Studiejaar 1
21-22 / Par. 5.1 t/m 5.3
Februari 2022
- Les met
39 slides
Retail
MBO
Studiejaar 1
Hfdst. 4.3 t/m 4.5
April 2022
- Les met
25 slides
Goederenstroom
MBO
Studiejaar 1