H4.1&4.2 Voorraad bij- en afboeken en kengetallen JNLS

Goederenstroom
Klas 1 RO-RM-2109AB
Schooljaar 2021-2022
Opleiding RM

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
RetailMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Goederenstroom
Klas 1 RO-RM-2109AB
Schooljaar 2021-2022
Opleiding RM

Slide 1 - Tekstslide

rentekosten 0,5% op de voorr waarde, ruimtekosten €500 p/j, Risicokosten €90 p/m, Voorraadwaarde €15.000. Bereken de voorraadkosten.

Slide 2 - Open vraag

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Lesdoelen (tevens examentermen)
  • Je leert wat voorraad bij- en
      afboeken inhoudt (par. 4.1)
  • Na deze les ken je de begrippen
      omzetsnelheid en omzetduur
      (par. 4.2)
  • Je leert wat de relatie is tussen
      omzetsnelheid en omzetduur
      (par. 4.2)


Slide 5 - Tekstslide

Wat is voorraadbeheer?

Slide 6 - Open vraag

Wat is het doel van goed voorraadbeheer?

Slide 7 - Open vraag

H4 voorraadbeheer
Goed voorraadbeheer zorgt ervoor dat:
  • de klant een artikel direct kan kopen
  • dat de voorraad niet te hoog is (opslagkosten zo laag
      mogelijk houden)


Slide 8 - Tekstslide

Effectief voorraadbeheer
Te veel van een artikel inkopen:
  • de winkel blijft met te veel voorraad zitten
  • deze voorraad neemt ruimte in het magazijn in
  • voor andere artikelen minder ruimte

Slide 9 - Tekstslide

Goed overzicht
  • Welke voorraad is er in de winkel?
  • Welke voorraad ligt er in het magazijn?
  • Wat staat er in bestelling?  

Slide 10 - Tekstslide

Voorraad bijboeken
Zodra artikelen binnenkomen, moeten deze administratief in de voorraad worden verwerkt

Slide 11 - Tekstslide

Voorraad afboeken
  • Het verwerken van de artikelen die van de voorraad afgaan
  • Gaat meestal automatisch via de scankassa

Slide 12 - Tekstslide

Kengetallen (par. 4.2)
  • Niet te weinig voorraad (anders nee-verkoop)
  • Niet te veel voorraad (beschikbare ruimte in de schappen)
  • Wat is het juiste moment om te bestellen?
  • Berekenen met behulp van kengetallen

Slide 13 - Tekstslide

Kengetallen
  • Maken inzichtelijk hoe je bedrijf ervoor staat
  • Geeft een verband aan tussen twee soorten gegevens
  • Bijvoorbeeld de voorraad in vergelijking tot de verkopen in
     één periode

Slide 14 - Tekstslide

Twee belangrijkste kengetallen van voorraad
  • omzetsnelheid
  • omzetduur

Slide 15 - Tekstslide

Omzetsnelheid
Is het aantal keren dat de gemiddelde voorraad in een bepaalde periode (meestal een jaar) wordt verkocht

Slide 16 - Tekstslide

Voorbeeld
Als de omzetsnelheid 4 is dan betekent dit dat je vier keer de gemiddelde voorraad hebt verkocht in een bepaalde tijd (meestal een jaar)

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Omzetduur
  • Geeft de tijd aan die nodig is om de gemiddelde voorraad
      één keer om te zetten in geld
  • In dagen, weken of maanden
  • Meestal in dagen uitrekenen

Slide 19 - Tekstslide

Voorbeeld
Omzetduur is 90 dagen:
  • je doet er 90 dagen over voordat je de gemiddelde
      voorraad één keer hebt verkocht       óf anders gezegd
  • de gemiddelde voorraad ligt ongeveer 90 dagen in de winkel

Slide 20 - Tekstslide

Relatie omzetsnelheid en omzetduur
Als de omzetsnelheid van een artikel hoger wordt in een periode dan daalt de omzetduur van dat artikel in die periode

Slide 21 - Tekstslide

De omzetsnelheid is 19. Een jaar duurt 360 dagen. Bereken de omzetduur.

Slide 22 - Open vraag

De omzet is €150.000. De gemiddelde voorraad is €12.500. Bereken de omzetsnelheid.

Slide 23 - Open vraag

Volgende lessen
  • In par. 4.3 en 4.4 ga je leren hoe je omzetsnelheid en
     omzetduur moet berekenen
  • Dat gaan we in de volgende lessen doen

Slide 24 - Tekstslide