Werkwoordspelling groep 7/8

Groep 7/8 TZUM
Werkwoordspelling.

Pak je Chromebook en surf naar
lessonup.com

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpellingBasisschoolGroep 7,8

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Groep 7/8 TZUM
Werkwoordspelling.

Pak je Chromebook en surf naar
lessonup.com

Slide 1 - Tekstslide

Vul hier de code in die je nu krijgt

Slide 2 - Tekstslide

Vul je naam in, druk op "ok" en wacht op verdere instructie.

Slide 3 - Tekstslide

Wat weten we nog over...
Tegenwoordige tijd
Verleden tijd
Voltooide tijd

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video


Karin (wachten) afgelopen woensdag voor niets op Jip.

Verleden tijd
A
wachtte
B
wachten
C
wachte
D
wachtten

Slide 6 - Quizvraag

De voetbalploeg (blijven) de hele wedstrijd aanvallen.

Verleden tijd
A
blijfde
B
blijft
C
bleef
D
blijven

Slide 7 - Quizvraag

De juf zei: 'Je (verstaan) me zeker niet, Levi?'

Verleden tijd
A
verstondt
B
verstond
C
verstaat
D
verstaan

Slide 8 - Quizvraag

Ik heb mijn koffer al (inpakken).

Voltooide tijd

Slide 9 - Open vraag

Het (tochten) verschrikkelijk in het oude flatgebouw.

Verleden tijd
A
tochtte
B
tocht
C
tochten
D
tochte

Slide 10 - Quizvraag

Tsjonge, jij (worden) ook snel verliefd, Maurits!

Tegenwoordige tijd

Slide 11 - Open vraag

Welke koning (leven) van 1782 tot 1843?

Verleden tijd
A
leefte
B
leeft
C
leefde
D
leven

Slide 12 - Quizvraag

Hoe (vinden) jij de quiz tot nu toe?

Tegenwoordige tijd

Slide 13 - Open vraag

Het ergste was nog dat de kies niet werd (verdoven).

Voltooide tijd
A
verdooft
B
verdoofd
C
verdoofde
D
verdoven

Slide 14 - Quizvraag

De (stelen) schilderijen werden in Spanje teruggevonden.

Voltooide tijd

Slide 15 - Open vraag

De kleuter had de plaat netjes binnen de lijntjes (kleuren).
Voltooide tijd

Slide 16 - Open vraag

De voetbalploeg (blijven) de hele wedstrijd aanvallen.

Verleden tijd
A
blijfde
B
blijft
C
bleef
D
blijven

Slide 17 - Quizvraag

De trein naar Antwerpen is precies op tijd (vertrekken).

Voltooide tijd
A
vertrekt
B
Vertrekken
C
vertrokken
D
vertrok

Slide 18 - Quizvraag

Onze buurman (wandelen) elke dag met de hond.

Tegenwoordige tijd
A
wandelen
B
wandelt
C
wandelden
D
wandelde

Slide 19 - Quizvraag

Hoe vind je de werkwoordspelling vragen tot nu toe gaan?
Wat gaat goed en wat vind je lastig?

Slide 20 - Open vraag

Ik heb die poster van mijn eigen zakgeld (betalen).

Voltooide tijd
A
betaalt
B
betaalde
C
betaald
D
betalen

Slide 21 - Quizvraag

Je bereikt er niks mee als je zo boos (worden).

Tegenwoordige tijd

Slide 22 - Open vraag

Jullie gelukkig ook;)

Slide 23 - Tekstslide