10.1-1 Hart en bloedsomloop 5V 2425

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
10.1 deel 1: Hart en bloedsomloop
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 30 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
10.1 deel 1: Hart en bloedsomloop

Slide 1 - Tekstslide

Doel 10.1 deel 1 Je kunt
  • het doel van de bloedsomloop beschrijven
  • de kenmerken van de bloedomloop van de mens beschrijven (gesloten, dubbele bloedsomloop) (Leerdoel 1).
  • de namen en loop van de belangrijkste bloedvaten noemen.
  • de bouw en de werking van het hart beschrijven (Leerdoel 2).

Slide 2 - Tekstslide

Functie bloedvatenstelsel
Een eencellig organisme kan vrij eenvoudig voedsel uit de omgeving opnemen en afvalstoffen weer afgeven. Voor het verbranden van die voedingsstoffen is zuurstof nodig. Ook dit kan makkelijk uit de omgeving worden opgenomen (door het celmembraan). De CO2 die ontstaat kan ook makkelijk weer naar buiten. Bij meercellige organismen heb je de bloedsomloop nodig om de benodigde stoffen naar alle cellen te brengen vanaf de bron, of om stoffen weer te brengen naar de plek waar het het lichaam kan verlaten.

Slide 3 - Tekstslide

Functie bloedvatenstelsel
Transport:
  • Zuurstof (O2) van longen naar alle lichaamscellen
  • CO2 van alle lichaamscellen naar de longen
  • Voedingsstoffen van darmen naar alle lichaamscellen
  • Afvalstoffen van alle lichaamscellen naar uitscheidende organen
  • Regulerende stoffen naar het doelorgaan

Slide 4 - Tekstslide

Functie bloedvatenstelsel
Bescherming:
Bloed bevat gespecialiseerde cellen die infecties onschadelijk kunnen maken (H216Afweer)

Slide 5 - Tekstslide

Mens
Gesloten, dubbele bloedsomloop.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Dubbele bloedsomloop
Kleine bloedsomloop:
zuurstof halen/ CO2 brengen
Hart - longen - hart

Grote bloedsomloop:
zuurstof brengen/ CO2 halen
Hart - organen - hart




Slide 8 - Tekstslide

Bloedvaten - namen
Orgaan-slagader: bloedvat dat naar het
orgaan toe gaat.
Orgaan-ader: bloedvat dat van het orgaan
af komt.
Behalve: 
Aorta, onderste en bovenste holle ader, 
poortader, krans(slag)ader, hals(slag)ader

Slide 9 - Tekstslide

Bloedvaten - namen
Zuurstofrijk/ zuurstofarm
Voedingsstoffenrijk/ -arm

In de organen zitten haarvaten 
- daar alleen vindt de stoffenuitwisseling 
plaats!

Slide 10 - Tekstslide

Vragen (zelfstandig)
  1. is het bloed in de longader zuurstofrijk of zuurstofarm?
  2. is het bloed in de longslagader rijk of arm aan voedingsstoffen?
  3. hoe heet het bloedvat dat de hartspier van zuurstof en voedingsstoffen voorziet?

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Het hart 
Boezems:
Verzamelen het bloed uit aders en pompen het door naar de kamers.
Kamers:
Pompen het bloed in een slagader.

Slide 13 - Tekstslide

Het hart 
Rechts:
Naar kleine bloedsomloop.
Links
Naar grote bloedsomloop

Slide 14 - Tekstslide

Het hart - route
Holle aders ->
Rechterboezem ->
Rechterkamer ->
LSA-longhaarvaten-LA ->
Linkerboezem ->
Linkerkamer ->
Aorta

Slide 15 - Tekstslide

Het hart - anatomie
Hartkleppen:
Tussen boezems en kamers

Halvemaanvormige kleppen/ slagaderkleppen:
Tussen kamers en slagaders

Harttussenwand:
Tussen linker- en rechterkant.

Slide 16 - Tekstslide

Het hart - anatomie

Slide 17 - Tekstslide

Vragen (zelfstandig)
  1. waar komt bloed uit het lichaam het eerst het hart binnen?
  2. welke kleppen zitten tussen de boezems en de kamers?

Slide 18 - Tekstslide

Hartcyclus
Fase 1: boezems trekken samen
Fase 2: kamers trekken samen
Fase 3: hartpauze (hart ontspant)

Slide 19 - Tekstslide

Hartcyclus
Kijk goed en maak een schema.

Systole: samentrekken hartspier
Diastole: ontspannen hartspier

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Fase 1
boezemsystole
Fase 2
kamersystole
Fase 3 
hartpauze

Slide 22 - Tekstslide

Hartcyclus

a. ontspannen (diastole) boezems en kamers - hartkleppen open, slagaderkleppen dicht -> bloed stroomt de boezems in (en gedeeltelijk meteen door naar de kamers). Hartpauze.
b. systole (aanspannen) boezems - hartkleppen open, slagaderkleppen dicht -> alle bloed van boezems naar kamers

Slide 23 - Tekstslide

Hartcyclus

c. begin systole (samentrekken) kamers hartkleppen sluiten, slagaderkleppen gaan open
d. systole kamers - hartkleppen dicht, slagaderkleppen open -> bloed wordt de slagaders in gepompt.
e. begin diastole kamers en boezems - slagaderskleppen sluiten, later openen de hartkleppen weer.

Slide 24 - Tekstslide

Hartcyclus
BRON 4 Boek

Slide 25 - Tekstslide

Hartslag
Wat hoor je als je naar het hart 
luistert?

Wat maakt dat geluid?
Geluid van Salamisound.com

Slide 26 - Tekstslide

Hartslag
1: dichtslaan van de hartkleppen.
2: dichtslaan van de halvemaan-
vormige kleppen.
Geluid van Salamisound.com

Slide 27 - Tekstslide

Vragen (zelfstandig)
  1. welke kleppen zijn open tijdens de systole van de kamers?
  2. welke bloedvaten passeert een rode bloedcel als hij van de bovenbeenspier naar de hersenen gaat? Beschrijf de kortste route)

Slide 28 - Tekstslide

Doel 10.1 deel 1 Je kunt
  • het doel van de bloedsomloop beschrijven
  • de kenmerken van de bloedomloop van de mens beschrijven (gesloten, dubbele bloedsomloop) (Leerdoel 1).
  • de namen en loop van de belangrijkste bloedvaten noemen.
  • de bouw en de werking van het hart beschrijven (Leerdoel 2).

Slide 29 - Tekstslide

Huiswerk
Opdrachten 10.1
Leerdoel 1 en 2



Slide 30 - Tekstslide