haben sein werden en zw werkw ovt

Programm 04.01- 08.01
Stunde 1:
herhaling werkwoorden K1  
Stunde 2:
herhaling werkwoorden K2 
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Programm 04.01- 08.01
Stunde 1:
herhaling werkwoorden K1  
Stunde 2:
herhaling werkwoorden K2 

Slide 1 - Tekstslide

leerdoelen werkwoorden K1 
  • De werkwoorden sein, haben en werden gebruiken.
  • Het zwakke werkwoord gebruiken. ( alleen V4)

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

vervoeging zwak ww Präsens
Persoon
uitgang
Ich
-e
Du
-st
Er/sie/es
-t
Wir
-en
Ihr
-t
sie/Sie
-en

Slide 5 - Tekstslide

aandachtspunten Präsens
stam op -s klank
stam op d/t + atmen/öffnen/regnen/rechnen/ zeichnen

Slide 6 - Tekstslide

Perfekt
vorm: ge+ stam + ( e)t                     gekauft - gearbeitet
Let op:
  • voorvoegsels :                                 bezahlen - bezahlt
  • werkwoorden op ieren:                 studieren - studiert

Slide 7 - Tekstslide

Welke vorm is niet juist?
A
kaufen - du kaufst
B
warten - du wartst
C
reisen - du reist
D
sammeln - du sammelst

Slide 8 - Quizvraag

Welke vorm is niet juist?
A
er wohnt
B
er öffnet
C
er arbeitet
D
er kauftet

Slide 9 - Quizvraag

Welke vorm is niet juist?
A
gereist
B
geantwortet
C
gegratuliert
D
geregnet

Slide 10 - Quizvraag

vervoeging zwak ww. Präteritum
persoon
uitgang
Ich
-te
Du
-test
Er/sie/es
-te
Wir
-ten
Ihr
-tet
sie/Sie
-ten

Slide 11 - Tekstslide

aandachtspunt Präteritum
  • stam op d/t + atmen/öffnen/regnen/ rechnen/zeichnen

Slide 12 - Tekstslide

waren/hatten/wurden/würden
i
ich (= ik)
war
hatte
wurde
würde
du (= jij)
warst
hattest
wurdest
würdest
er (= hij)
war
hatte
wurde
würde
wir (= wij)
waren
hatten
wurden
würden
ihr (= jullie)
wart
hattet
wurdet
würdet
sie (= zij)
waren
hatten
wurden
würden
Sie (= U)
waren
hatten
wurden

Slide 13 - Tekstslide

betekenis wurden/würden
Ich wurde im vergangenen Jahr 18.  ( werd)
Ich würde am liebsten schon 18 sein.  ( zou)

Slide 14 - Tekstslide

1.Vor dem Krieg (wohnen) ........… er in München. Ich weiß leider nicht, wo er heutzutage (wohnen ) .

Slide 15 - Open vraag

2.Mein Großvater ...… früher immer eine Stunde …... . (basteln Perfekt)

Slide 16 - Open vraag

3 Unsere Nachbarn …..... vor einigen Jahren ein Haus in Ungarn …......... . (kaufen Perf.)

Slide 17 - Open vraag

4.Warum redet ihr immer soviel in der Klasse? Ich (reden ) .............… früher nie so viel.

Slide 18 - Open vraag

5. Es (regnen ) .........… jetzt schon den ganzen Tag.

Slide 19 - Open vraag

6. Ich (heiraten) …............. als ich 21 war.

Slide 20 - Open vraag

7. Ihr (leisten) …............... voriges Schuljahr mehr, (sagen) …............... der Lehrer gestern zu seinen Schülern.

Slide 21 - Open vraag

8. Frau Müller, (kaufen ) ............… Sie heute diesen schönen Wagen? Der (kosten) ….............. aber sehr viel!

Slide 22 - Open vraag

9. Was (wünschen ) ..........…du dir dieses Jahr zum Geburtstag?

Slide 23 - Open vraag

10 .Wir ...... letzen Sommer ein Haus am Mittelmeer .................... .(mieten Perf.)

Slide 24 - Open vraag

Lever hier een foto in van de zin die jij het lastigst vond. ( geen fouten = niets inleveren).

Slide 25 - Open vraag

(modale) werkwoorden K2
Leerdoel:
De werkwoorden können, dürfen, mögen, möchten, müssen, sollen, wollen en wissen gebruiken.

Slide 26 - Tekstslide