WERKWOORDEN IN DE TEGENWOORDIGE TIJD!

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wohnen, reisen, antworten....
Hoe goed kun jij werkwoordsvormen invullen?
Geef jezelf een cijfer 1-10

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Vul in:
Gestern.... ich viel ....
A
hat gearbeit
B
habe gearbeitet
C
habe gearbeit
D
hast gearbeit

Slide 7 - Quizvraag

Meine Mutter..... nicht.
A
antwortest
B
antworten
C
antwort
D
antwortet

Slide 8 - Quizvraag

Meine Freundinnen...... viel......
A
hat studiert
B
haben studiert
C
haben gestudiert
D
habe gestudiert

Slide 9 - Quizvraag

Der Schüler...... immer seine Hausaufgaben.
A
macht
B
machen
C
mache
D
machst

Slide 10 - Quizvraag

Hoe zat het ook alweer met:
REGNEN, RECHNEN, ATMEN, BEGEGNEN, ZEICHNEN, ÖFFNEN?

Slide 11 - Tekstslide

zeichnen
regnen
rechnen
begegnen
öffnen
atmen
ademen
openen
tekenen
ontmoeten
regenen
rekenen

Slide 12 - Sleepvraag

Welke vorm van het werkwoorden ZEICHNEN vullen we in:
"Du _________ sehr gut!"

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Tekstslide

Onregelmatige werkwoorden
HABEN 
SEIN
WERDEN

Slide 15 - Tekstslide

het werkwoord haben
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
habe
hast
hat
haben
habt
haben

Slide 16 - Sleepvraag

Slide 17 - Tekstslide

UND JETZT.... ÜBEN!
Ga naar Teams> Kanaal Grammatik
Kies een website om te oefenen:
Regelmatige werkwoorden óf haben/sein

Slide 18 - Tekstslide