2tha1 Woordenschat 2e klas kopen

Welkom

Woordenschat
$1 Kopen
Nederlands
Wat heb je nodig?

Laptop (dicht)
Leesboek
timer
2:30
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom

Woordenschat
$1 Kopen
Nederlands
Wat heb je nodig?

Laptop (dicht)
Leesboek
timer
2:30

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  1. Uitleg $1 Kopen, Woordenschat
  2. Bespreken toets grammatica
  3. ZW: opdrachten maken (online)
  4. Evaluatie

Slide 2 - Tekstslide

Maart 2024
Klas 2, les 1


Slide 3 - Tekstslide

Waarom woordenschat?
Lesdoel:
Bewust worden van het belang van woordenschat.
Betekenis van nieuwe woorden leren.

Bij een onvoldoende woordenschat, wordt het moeilijk de les te volgen. Dat geldt niet alleen bij Nederlands, maar ook bij andere vakken.​

Slide 4 - Tekstslide

Hoe kom ik achter een onbekend woord?
Stel: Jij komt een onbekend woord tegen. Welke manieren zijn er om achter de betekenis van dit woord te komen?


timer
1:30

Slide 5 - Tekstslide

Woordraadstrategie
 Je hebt hiervoor de volgende manieren geleerd: 
een synoniem, 
een omschrijving, 
een voorbeeld en een tegenstelling zoeken, 
en een bekend woorddeel zoeken. 

Slide 6 - Tekstslide

Lesdoel: Soorten woorden
Je leert de betekenis van woorden over 'Kopen'.

Slide 7 - Tekstslide

$ 1 Kopen

  • Het begrip: koopdracht
 
Wij bekijken een video over het begrip koopkracht.
 Je leest de tekst bij de opdrachten goed door en zoekt de betekenis van de 'onbekende woorden' op.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

timer
8:00
Tekst 1 : 'Hoe minder, 
hoe beter'

Slide 10 - Tekstslide

Onbekende woorden
Welke ben jij tegengekomen?

Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag .......
Je werkt aan de opdrachten van Cursus Woordenschat
$1 Kopen (alle opdrachten)
 -->alleen online te maken

--> onbekende woorden schrijf je in je schrift/ blaadje!



timer
20:00

Slide 12 - Tekstslide

Wat betekent: d.m.v.
A
Door medewerking van
B
Door middel van
C
Diepgang met verdieping
D
Der mate veel

Slide 13 - Quizvraag

Wat betekent: gering
A
Veel
B
Vaak
C
Weinig
D
Lawaaiig

Slide 14 - Quizvraag

Wat betekent: sober
A
eenvoudig
B
dronken
C
droevig
D
donker

Slide 15 - Quizvraag

Wat betekent: Dikwijls
A
Nooit
B
geteld
C
precies
D
Vaak

Slide 16 - Quizvraag

wat is een synoniem
A
Een ander woord met dezelfde betekenis.
B
Een zelfde woord met meerdere betekenissen.

Slide 17 - Quizvraag

Wat betekent: Inclusief
A
afronding
B
uitgesloten
C
conclusie
D
inbegrepen

Slide 18 - Quizvraag

Wat betekent: continueren
A
de hele tijd
B
doorgaan
C
vaak
D
ongeveer

Slide 19 - Quizvraag

Wat betekent: waarnemen
A
Zoeken naar de waarheid
B
Iets negeren
C
Iets zien
D
iemand meenemen

Slide 20 - Quizvraag

Wat betekent: betrekkelijk.
A
In verhouding tot iets anders
B
iets of iemand meenemen
C
Te vergelijken met
D
absoluut

Slide 21 - Quizvraag

Wat betekent: traditie
A
routine
B
doen zoals altijd
C
cultuur
D
gewoontes en gebruiken

Slide 22 - Quizvraag

Wat betekent: Consequentie
A
Oorzaak
B
Reden
C
Waarschuwing
D
Gevolg / resultaat

Slide 23 - Quizvraag

Huiswerk maandag a.s.

$1 Kopen

Opdrachten gemaakt !

Limerick?

Slide 24 - Tekstslide