Thema 5 les 5 - afkortingen

Afkortingen
Lesdoelen:
- Deze les ga je leren wat een afkorting is.
- Deze les ga je nieuwe afkortingen leren.
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Afkortingen
Lesdoelen:
- Deze les ga je leren wat een afkorting is.
- Deze les ga je nieuwe afkortingen leren.

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Waar kom je veel afkortingen tegen?
Op Marktplaats bijvoorbeeld, bij de verschillende verkoopadvertenties. Op die manier kun je met weinig woorden uitleggen wat je bedoelt. 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Welke afkortingen vielen op?
z.g.a.n. --> zo goed als nieuw
incl. --> inclusief

Slide 5 - Tekstslide






Hoe duur is het aquarium?
Hoe duur zijn de dakpannen?

Slide 6 - Tekstslide

Welke afkortingen vielen op?
n.o.t.k. --> nader overeen te komen

Slide 7 - Tekstslide

Wat betekent a.u.b.

Slide 8 - Open vraag

Wat betekent i.v.m.

Slide 9 - Open vraag

Wat betekent z.s.m.

Slide 10 - Open vraag

Wat betekent z.g.a.n.

Slide 11 - Open vraag

Wat betekenen de afkortingen?

Slide 12 - Tekstslide

Wat staat hier?

Slide 13 - Tekstslide

Wat betekent t.k.a.

Slide 14 - Open vraag

Wat betekent cm

Slide 15 - Open vraag

Nog een aantal afkortingen
dhr. --> de heer      (een nette manier van aanspreken)
tel --> telefoonnummer
za --> zaterdag
b.g.g. --> bij geen gehoor
z.s.m. --> zo spoedig mogelijk
i.v.m. --> in verband met
mm --> millimeter 


Slide 16 - Tekstslide