Paragraaf 6.1: Organismen en hun omgeving

Welkom allemaal!
Let op de volgende punten:
  • Pak je boek 
  • Schrift en pen voor aantekeningen
  • Mobiel in de kluis!

Mooi! Dan gaan we beginnen!
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom allemaal!
Let op de volgende punten:
  • Pak je boek 
  • Schrift en pen voor aantekeningen
  • Mobiel in de kluis!

Mooi! Dan gaan we beginnen!

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Bespreking opdracht 1 PO

  • Paragraaf 6.1: Organismen en hun omgeving

  • Zelfstandig werken en opdracht 2 PO







Slide 2 - Tekstslide

Bespreking opdracht vlinder
  • In groepen van 4 bespreken
  • Van elk begrip 1 definitie per groep:
- Ecologie
- Ecosysteem
- Levensfases
- Levenscyclus
- Metamorfose
- Bio-indicator
  • Wat is de belangrijkste rol van de vlinder in ecosystemen?
  • Wat is de grootste invloed van klimaatsverandering op de sterfte van de vlinders?
  •  Kies de 3 oorzaken die het meest bijdragen aan het vlinderprobleem
  • Kies de 2 beste maatregelen die jullie zelf kunnen nemen

timer
12:00

Slide 3 - Tekstslide

Paragraaf 6.1:
organismen en hun omgeving

Slide 4 - Tekstslide

                      Lesdoelen


  1. Ik kan de invloeden op organismen indelen in biotische en abiotische factoren.
  2. Ik kan de niveaus van de ecologie beschrijven.
  3. Ik kan in een ecosysteem de voedselrelaties aangeven.

Slide 5 - Tekstslide

ecologie
biotische / abiotische factoren individu
populatie 
levensgemeenschap
biotoop
ecosysteem
biosfeer
bioom

voedselketen
voedselweb
biomassa
piramide van biomassa
piramide van aantallen
accumulatie
begrippen

Slide 6 - Tekstslide

Wat is Ecologie?
Ecologie: wetenschap die relaties tussen soorten en milieu onderzoekt. 

Slide 7 - Tekstslide

Niveaus van ecologie
  • individu
  • populatie
  • levensgemeenschap
  • ecosysteem (= levensgemeenschap + biotoop)
  • biosfeer

Slide 8 - Tekstslide

De niveaus van de ecologie 

1. Individu

2. Populatie

3. Levensgemeenschap

4. Ecosysteem

5. Biosfeer

Slide 9 - Tekstslide

factoren
Abiotische factoren: niet levende factoren. Denk bijvoorbeeld aan temperatuur, licht, vochtigheid en zuurgraad.

Biotische factoren: levende factoren. Denk aan planten, schimmels, bacterie, soortgenoten en predators

Slide 10 - Tekstslide

voedselketen

Slide 11 - Tekstslide

Voedselweb

Slide 12 - Tekstslide

Piramide van aantallen

Slide 13 - Tekstslide

Piramide van aantallen

Slide 14 - Tekstslide

Piramide van aantallen

Slide 15 - Tekstslide

Piramide van aantallen

Slide 16 - Tekstslide

Piramide van aantallen

Slide 17 - Tekstslide

Piramide van aantallen

Slide 18 - Tekstslide

Piramide van aantallen

Slide 19 - Tekstslide

Piramide van aantallen

Slide 20 - Tekstslide

Piramide van aantallen

Slide 21 - Tekstslide

Piramide van aantallen

Slide 22 - Tekstslide

organismen bestaan uit verschillende stoffen zoals: 
water koolhydraten, vetten, eiwitten, mineralen en vitaminen

Slide 23 - Tekstslide

Piramide van biomassa

Biomassa =
De totale hoeveelheid energierijke stoffen in een organisme of een groep organismen.

Energierijke stoffen zijn: koolhydraten, eiwitten en vetten.

Slide 24 - Tekstslide

Piramide van biomassa

Slide 25 - Tekstslide

Piramide van biomassa

Slide 26 - Tekstslide

Piramide van biomassa

Slide 27 - Tekstslide

Piramide van biomassa

Slide 28 - Tekstslide

accumulatie
 Planten nemen ook giftige stoffen op uit hun omgeving, denk aan zware metalen of bestrijdingsmiddelen.

 In een voedselketen verdwijnen deze stoffen niet.

 Opeenhoping hiervan noem je accumulatie

Slide 29 - Tekstslide

ecologie
biotische / abiotische factoren individu
populatie 
levensgemeenschap
biotoop
ecosysteem
biosfeer
bioom

voedselketen
voedselweb
biomassa
piramide van biomassa
piramide van aantallen
accumulatie
begrippen

Slide 30 - Tekstslide

Kan je nu ...
- invloeden op organismen indelen in biotische en abiotische factoren?
- de niveaus van de ecologie beschrijven?
- in een ecosysteem de voedselrelaties aangeven?

Slide 31 - Tekstslide

Was is geen A-biotische factor?
A
Lucht
B
Voedsel
C
Neerslag
D
Wind

Slide 32 - Quizvraag

Wat is een populatie?
A
Een boom
B
Verschillende dieren in een gebied
C
Een groep individuen vd zelfde soort in 1 gebied
D
Alles wat in een bepaald gebied is

Slide 33 - Quizvraag

Wat is niet 1 van de ecologie niveaus?
A
Ecosysteem
B
Populatie
C
Individu
D
Levensgroep

Slide 34 - Quizvraag

Wat is van invloed op een populatiegrootte?
A
hoeveelheid voedsel
B
natuurlijke vijanden
C
ziekteverwekkers
D
A, B en C

Slide 35 - Quizvraag


Wat laat de piramide van aantallen zien?
A
Hoeveel diersoorten er in een schakel zijn
B
De soorten dieren in een gebied
C
Hoeveel individuen er in een schakel voorkomen
D
De hoeveelheid biomassa in een gebied

Slide 36 - Quizvraag

In een piramide van biomassa wordt de biomassa in elke volgende schakel groter.
A
juist
B
onjuist

Slide 37 - Quizvraag

In de afbeelding is een piramide
getekend van de voedselketen:
gras -> sprinkhaan -> spitsmuis
Welke bewering is juist?
A
uit 1 kg gras wordt 22 kg sprinkhanen gevormd
B
uit 1 kg gras wordt uiteindelijk 85kg spitsmuizen gevormd
C
uit 22 kg gras wordt 1 kg spitsmuizen gevormd
D
uit 22 kg sprinkhanen wordt 1 kg spitsmuizen gevormd

Slide 38 - Quizvraag

Hoe zat het ook alweer?
Zet de onderstaande organisatieniveaus in de juiste volgorde van klein naar groot
biosfeer
ecosysteem
levens-
gemeenschap
populatie
organisme
orgaan
weefsel
molecuul
cel

Slide 39 - Sleepvraag

PO opdracht 2: in dezelfde tweetallen
1. Kies een Nederlandse vlindersoort uit
2. Zoek informatie over het leefgebied van deze vlinder
3. Onderzoek welke voedselrelaties deze vlindersoort heeft
4. Maak een voedingsketen met deze vlinder in hun leefgebied
5. Maak een voedselweb met deze vlinder in hun leefgebied
6. Welke rol speelt de vlinder bij de piramide van aantallen?
7. Welk rol speelt de vlinder bij de piramide van biomassa?

Slide 40 - Tekstslide

Aan de slag!
Wat:
Paragraaf 6.1: opdrachten 1 t/m 4 en 6 t/m 9

Hoe:
Alleen of in tweetallen

Materiaal: Laptop en boek 
Klaar?  Ga je alvast verdiepen wat een ecoloog precies voor werk doet




timer
10:00

Slide 41 - Tekstslide

Nabespreking:

  • Zijn er nog vragen?

  • Hoe vonden jullie de les?

Slide 42 - Tekstslide

Tot slot:
Schuif je stoel aan
en
Ruim je afval op


Tot de volgende les!

Slide 43 - Tekstslide