Jonathan, een angstige wezel, werd geholpen door zijn vrienden.
A
Synesthesie
B
Metafoor i.e.z.
C
Vergelijking zonder als
D
Personificatie
Slide 12 - Quizvraag
Een scherp geluid
A
Homerische vergelijking
B
Personificatie
C
Metonymia
D
Synesthesie
Slide 13 - Quizvraag
De kat uit de boom kijken.
A
Personificatie
B
Synesthesie
C
Metonymia
D
Metafoor i.e.z.
Slide 14 - Quizvraag
Hij las de nieuwe Mulisch.
A
Vergelijking zonder als
B
Vergelijking met als
C
Personificatie
D
Metonymia
Slide 15 - Quizvraag
Een koude/warme kleur
A
Synesthesie
B
Metafoor i.e.z.
C
Vergelijking zonder als
D
Homerische vergelijking
Slide 16 - Quizvraag
Een vloot van 24 zeilen.
A
Metafoor i.e.z.
B
Metonymia
C
Synesthesie
D
Homerische vergelijking
Slide 17 - Quizvraag
Was zo de zee? Neen, neen, een stad geleek ze, pleinen en straten in de kermisweek, boerinne’ en boeren, en muziek en dans in de herbergen en in lichte krans om elke markt de snuisterijenkramen. Of als een koning komt en alle ramen zijn licht des avonds en uit ieder dak een witte vlag. Zo was de zee …
A
Metafoor
B
Metonymia
C
Homerische vergelijking
D
Personificatie
Slide 18 - Quizvraag
De bus rijdt als een kamer door de nacht.
A
Personificatie
B
Vergelijking met als
C
Vergelijking zonder als
D
Metonymia
Slide 19 - Quizvraag
De oude wind beweent met as de gouden zee.
A
Personificatie
B
Metafoor i.e.z.
C
Metonymia
D
Homerische vergelijking
Slide 20 - Quizvraag
Hij luistert: het oor leest de prooi in zijn blinde beweging
A
Personificatie
B
synesthesie
C
Metafoor i.e.z.
D
Metonymia
Slide 21 - Quizvraag
Begrippen kleden zich uit en aan zinsdelen liggen in scheiding
A
Synesthesie
B
Metafoor i.e.z.
C
Personificatie
D
Homerische vergelijking
Slide 22 - Quizvraag
zoals de koelte ‘s nachts langs lelies en langs rozen als wit koraal en parels diep in zee zoals wat schoon is rustig schuilt maar straalt wanneer ik schouwen wil zo meen ik dat ook jij bent
A
Personificatie
B
Metafoor i.e.z.
C
Metonymia
D
Homerische vergelijking
Slide 23 - Quizvraag
Wat is de kracht van metaforen? Welke verklaringen worden daarvoor in deze tekst gegeven?
Wat is het gevaar van metaforen?
Welke metafoor hoort bij jouw werk / sportclub / o.i.d.?