2.1 Informatieve teksten

2.1 Informatieve teksten
Welkom!
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

2.1 Informatieve teksten
Welkom!

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik
De vorige les hadden we het over: 

  • feiten
  • meningen 
  • argumenten

Slide 2 - Tekstslide

Als je op een
Het is van groot belang te investeren in duurzame energiebronnen, want zo verminderen we onze afhankelijkheid van fossiele brandstoffen en dragen we bij aan een schonere planeet.
A
feit
B
mening
C
argument
D
alinea

Slide 3 - Quizvraag

1. De meeste mensen hebben oren.
2. Maar grappig zijn ze wel.
3. 3. omdat er mensen in alle kleuren en maten zijn.

       mening
    
      argument
             
           feit

Slide 4 - Sleepvraag

Jan wil een huisdier. Hij zoekt op internet wat voor dier het beste bij hem past. Welk leesdoel heeft Jan?
A
informatie zoeken
B
mening vormen
C
ontspannen
D
handeling uitvoeren

Slide 5 - Quizvraag

Argument

Een argument is een reden.
Een argument kan bestaan uit feiten of meningen.


Een feit is controleerbaar.

Slide 6 - Tekstslide

Leerdoel van vandaag: 
  • Je herkent en begrijpt informatieve teksten.
  • Je leert de waarde van informatie in die teksten beoordelen. 

Slide 7 - Tekstslide

Informatieve tekst
  • Je krijgt informatie over een bepaald onderwerp.
  • De informatie is neutraal (geen mening).
  • De schrijver of spreker gebruikt feiten


Slide 8 - Tekstslide

Wat zijn voorbeelden van informatieve teksten?

Slide 9 - Open vraag

Wat hoort niet in een informatieve tekst?

Slide 10 - Open vraag

Wat is een voorbeeld van een informatieve tekst?Meerdere antwoorden zijn goed.
A
Een voorlichting van GGD Drenthe
B
De inhoudsopgave in een boek
C
Een gedicht
D
Een verslag van een sportwedstrijd

Slide 11 - Quizvraag

Welke titel is van een informatieve tekst?
A
Gebruik geen drugs!
B
Waarom ik nooit drugs zou nemen
C
Drugsverslaafde dieren
D
Van drugs word je dom

Slide 12 - Quizvraag

Geef minstens 2 voorbeelden van informatieve teksten op de werkvloer.

Slide 13 - Open vraag

De betrouwbaarheid van een tekst 
Waar moet je opletten om de betrouwbaarheid te bepalen?

  1. De bron
  2. De inhoud
  3. Het tekstdoel
  4. De datum
  5. Het taalgebruik
  6. Beelden

Slide 14 - Tekstslide

Opdracht

Wat: de opdracht op papier over Generatie Z.          (vraag 1 t/m 6)
Hoe: alleen in stilte.
Klaar: naar de online leeromgeving.
Hulp: vragen stellen aan de docent.
Uitkomst: de opdrachten van het werkblad af.
Tijd: 10 minuten.

Slide 15 - Tekstslide

Informatie zoeken op een website
Als je op een website op een link klikt, kom je op een andere pagina terecht.                    hyperlink
Een pagina met één of meer linkjes noemen we een hypertekst.
Een pagina met andere media noemen we een multimediatekst.

Een pagina met één of meer linkjes noemen we een hypermediatekst. 

Slide 16 - Tekstslide

          Stappenplan informatie zoeken op een website
  1. Bekijk de hoofdtekst over het onderwerp. 
  2. Bepaal welke informatie voor jou belangrijk is.
  3. Bedenk wat je verwacht te vinden als je op die link klikt.
  4. Sluit het tabblad, nadat je alle belangrijke informatie hebt gevonden.

Slide 17 - Tekstslide

Je gaat nu zelfstandig aan de slag!
Wat: 2.1 Informatieve teksten opdracht 2,3 en 4 in de online leeromgeving.
Hoe: alleen in stilte.
Klaar: bekijk alvast 2.2 Instructieve teksten.
Hulp: vragen stellen aan de docent.
Uitkomst: de opdrachten van het werkblad af.
Tijd: tot het einde van de les.

Slide 18 - Tekstslide