3.4 het hart

Thema 3 De bloedsomloop
3.4 Het hart
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 3 De bloedsomloop
3.4 Het hart

Slide 1 - Tekstslide

wat gaan we vandaag doen?
Lesopening: pak je boek
Lesdoelen: het hart
Terugblik: wat hebben we gedaan?
instructie: het hart
begeleid oefenen: opdracht 1
zelfstandig werken: 2 t/m 9
reflectie/huiswerk: opdracht 1 t/m 9

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van de les:
- kun je de delen van het hart benoemen in een afbeelding
- kan je beschrijven hoe het hart het bloed door het lichaam pompt

Slide 3 - Tekstslide

Terugblik
Wat hebben we vorige les gedaan?

Slide 4 - Tekstslide

Het bloedvat dat bloed vanaf het hart naar de nier brengt heet de:
A
nierslagader
B
aorta
C
holle ader
D
nierader

Slide 5 - Quizvraag

Wat doet de halsslagader?
A
brengt bloed naar je hoofd
B
brengt bloed naar je hart
C
brengt bloed naar de rechterboezem
D
brengt bloed naar de linkerboezem

Slide 6 - Quizvraag

Waarom wordt onze bloedsomloop een dubbele bloedsomloop genoemd?

Slide 7 - Open vraag

Welke bloedsomloop wordt beschreven? Hart - Slagaders - Alle organen - Aders - Hart
A
Kleine bloedsomloop
B
Grote bloedsomloop

Slide 8 - Quizvraag

In welke bloedsomloop wordt zuurstof opgenomen en koolstofdioxide afgegeven in de longen?
A
Grote bloedsomloop
B
Kleine bloedsomloop

Slide 9 - Quizvraag

Waarvoor dient de kleine bloedsomloop?

A
zuurstof naar de spieren brengen
B
koolstofdioxide bij de spieren ophalen
C
koolstofdioxide aan de longen afgeven

Slide 10 - Quizvraag


Wat is de kleine bloedsomloop?
A
van het hart naar de hersenen en weer terug
B
van het hart door het lichaam en weer terug
C
van het hart naar de darmen en weer terug
D
van het hart naar de longen en weer terug

Slide 11 - Quizvraag

 
Bekijk de afbeelding hiernaast. Welke bloedvaten horen bij de kleine bloedsomloop?
A
Bloedvat 2 en 3
B
Bloedvat 3 en 4
C
Bloedvat 2 en 5

Slide 12 - Quizvraag


Bekijk de afbeelding hiernaast. In welke bloedvaten stroomt zuurstofrijk bloed?
A
1 en 2
B
2 en 3
C
1 en 3
D
3 en 4

Slide 13 - Quizvraag

Instructie

Slide 14 - Tekstslide

Het hart
Het hart pompt het bloed door de bloedvaten.
Een hart bestaat uit 2 helften.
Elke helft bestaat uit 2 delen.

Slide 15 - Tekstslide

3.4 Het hart
Je hart:
- ligt in je borstholte net onder het borstbeen.
- is zo groot als je vuist
- bestaat uit twee helften: een rechterhelft en een linkerhelft

Slide 16 - Tekstslide

3.4 Het hart
Elke harthelft bestaat uit een boezem en een kamer.

In de boezems komt het bloed het hart binnen. Vervolgens pompen de boezems het bloed naar de kamers.

De kamers pompen het bloed naar de kleine en de grote bloedsomloop.

Slide 17 - Tekstslide

3.4 Het hart
delen van de kleine bloedsomloop

De rechterkamer van het hart pompt het bloed naar de longslagader.
Door de longslagader stroomt het bloed naar de longen.
Vanuit de longader stroomt het bloed weer naar de linkerboezem van het hart.

Slide 18 - Tekstslide

3.4 Het hart
DUS: kleine bloedsomloop

rechterkamer -> longslagader -> longen -> longader -> linkerboezem

Slide 19 - Tekstslide

3.4 Het hart
De delen van de grote bloedsomloop

Via de linkerboezem stroomt het bloed naar de linkerkamer.
De linkerkamer pompt het bloed weer in de aorta.
Via de aorta stroomt het bloed weer naar de rest van het lichaam.
Door de holle aders stroomt het bloed weer terug naar de rechterboezem.

Daarna gaat het bloed weer naar de kleine bloedsomloop.


Slide 20 - Tekstslide

3.4 Het hart
DUS: grote bloedsomloop

linkerboezem -> linkerkamer -> aorta -> rest van het lichaam -> holle aders -> rechterboezem

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

3.4 Het hart
Tussen de boezems en de kamers in het hart zitten hartkleppen.
Deze kleppen zorgen ervoor dat het bloed niet terugstroomt van de kamers naar de boezems.

Op de volgende afbeelding zie je hoe de kleppen werken.

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

3.4 Het hart
In de aorta en de longslagader zitten ook kleppen. Door deze kleppen kan het bloed niet terugstromen naar de kamers.



Op de volgende afbeelding zie je hoe deze kleppen werken.

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Begeleid oefenen

Slide 29 - Tekstslide

Zelfstandig werken
3.4 Het hart: lees de tekst en maak de opdrachten:

Basis/plus/intensief: opdracht 1 t/m 9 maken
(vanaf blz. 157)

Slide 30 - Tekstslide

Reflectie/huiswerk
Het was moeilijk?

Basis/plus/intensief: opdracht 1 t/m 9

Slide 31 - Tekstslide