3.4 Het Hart

3.3 Het Hart     
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

3.3 Het Hart     

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik

Slide 2 - Tekstslide

Wat is de volgorde van de
grote bloedsomloop?
A
Rechter kamer, aorta, organen en weefsels, onderste en bovenste holle ader, linker boezem
B
Rechter kamer, onderste en bovenste holle ader, organen en weefsels, aorta, linker boezem
C
Linker kamer, aorta, organen en weefsels, onderste en bovenste holle ader, rechter boezem
D
Linker kamer, onderste en bovenste holle ader, organen en weefsels, aorta, rechter boezem

Slide 3 - Quizvraag


Hoe loopt de kleine bloedsomloop
(heel kort)?
A
hart, longen, hart
B
hart, lichaam, hart
C
lichaam, hart
D
longen, hart

Slide 4 - Quizvraag


Wat is de functie van het hart?
A
Alle organen voorzien van zuurstof
B
Alle organen voorzien van zuurstof en voedingsstoffen
C
Alle organen voorzien van voedingsstoffen
D
Alle organen voorzien van zuurstof, voedingsstoffen en koolstofdioxide

Slide 5 - Quizvraag

Naar welke bloedsomloop gaat het bloed vanuit de rechterkamer?
A
De grote
B
de kleine

Slide 6 - Quizvraag

Laag A in de
reageerbuis, bevat
A
Bloedplasma
B
witte bloedcellen
C
Bloedplaatjes
D
Bloedplaatjes en witte bloedcellen

Slide 7 - Quizvraag

Bij een dubbele bloedsomloop gaat het bloed.......
A
2x door de longen
B
2x door het hart
C
2x door alle organen

Slide 8 - Quizvraag

De kleine bloedsomloop gaat naar.....
A
alle organen van het lichaam
B
de longen

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Video

Doel van de les
5 Je kunt de delen van het hart benoemen in een afbeelding.
6 Je kunt beschrijven hoe het hart het bloed door het lichaam pompt.

Het hart pompt het bloed door de bloedvaten. Een hart bestaat uit twee helften. Elke helft bestaat uit twee delen.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Video

Ligging
Het hart ligt in de borstholte, net onder het borstbeen. Een hart is ongeveer zo groot als een vuist.

Slide 14 - Tekstslide

De binnenkant
2 harthelften linker        en rechter
Elke harthelft een boezem         en een kamer
Kamers: sterke wand
Boezems: dunne wand
De helften worden gescheiden door de harttussenwand.
1
1
2
2
3
3
4
4
5
5
6
6
7
7

Slide 15 - Tekstslide

De delen van de kleine bloedsomloop
De rechterkamer         pompt bloed in de longslagader        . In de longen wordt zuurstof opgenomen in het bloed. Door de longaders               stroomt het bloed terug naar het hart. Het komt dan in de linkerboezem.       
Longslagader het bloed zonder zuurstof gaat naar de longen
2
Rechterkamer pompt bloed naar de longen
1
Linkerboezem verzamelt bloed uit de longen en pompt het naar de linkerkamer
4
Longader zuurstofrijk bloed gaat terug het hart in. 
3
Rechterkamer pompt bloed naar de longen
1
2
Longader zuurstofrijk bloed gaat terug het hart in. 
3
3
Linkerboezem verzamelt bloed uit de longen en pompt het naar de linkerkamer
4

Slide 16 - Tekstslide

De delen van de grote bloedsomloop
Van de linkerboezem          stroomt het bloed naar de linkerkamer        . De linkerkamer pompt het bloed in de aorta         . Door de aorta gaat het bloed naar de rest van het lichaam. Door de holle aders        stroomt het bloed weer terug naar de rechterboezem.

Rechterboezem verzamelt bloed uit het lichaam en pompt het naar de rechterkamer
5
Linkerkamer pompt bloed naar het lichaam
2
Linkerboezem verzamelt bloed uit de longen en pompt het naar de linkerkamer
1
 Holle ader zuurstofarm bloed vanuit het hele lichaam gaat terug het hart in. 
4
Aorta zuurstoftijk bloed gaat naar het lichaam. 
3
1
2
3
 Holle ader zuurstofarm bloed vanuit het hele lichaam gaat terug het hart in. 
4
4
5

Slide 17 - Tekstslide

Hartkleppen
Om te voorkomen dat het bloed weer terugstroomt heeft het hart kleppen. 
Deze kleppen zitten tussen de boezems en de kamers (zodat het bloed niet terugstroomt in de boezems) waar ze de hartkleppen  worden genoemd. En tussen de kamers en de slagaders (zodat het bloed niet terug de kamers in stroomt) waar ze de halvemaanvormige kleppen worden genoemd. . Op deze manier kan het bloed maar één kant op gaan. 

Halvemaanvormige klep
klep tussen linkerkamer en aorta
Hartklep
klep tussen boezem en kamer
Hartklep
klep tussen boezem en kamer

Slide 18 - Tekstslide

Hartklep open

Tussen de boezems en de kamers zitten hartkleppen.

Open: 
Er stroomt bloed vanuit de boezems in de kamers.
open
open

Slide 19 - Tekstslide

Hartklep dicht
Tussen de boezems en de kamers zitten hartkleppen.

Dicht: 
Er stroomt bloed uit de kamers.
Er kan geen bloed terugstromen naar de boezems.
De wanden van de kamers zijn dikker dan die van de boezems omdat vanuit de boezems alleen naar de kamers wordt gepompt. De linkerkamer is het meest gespierd, van hieruit wordt het bloed naar heel het lichaam gepompt (behalve de longen).
De wanden van de rechterkamer is wat minder gespierd omdat van hieruit het bloed alleen naar de longen wordt gepompt.
dicht
dicht

Slide 20 - Tekstslide

Halvemaanvormige kleppen: open
Aan het begin van de longslagader en de aorta zitten halvemaanvormige kleppen.

Open
Er stroomt bloed vanuit de kamers in de slagaders:

- de longslagader
- de aorta
De wanden van de kamers zijn dikker dan die van de boezems omdat vanuit de boezems alleen naar de kamers wordt gepompt. De linkerkamer is het meest gespierd, van hieruit wordt het bloed naar heel het lichaam gepompt (behalve de longen).
De wanden van de rechterkamer is wat minder gespierd omdat van hieruit het bloed alleen naar de longen wordt gepompt.
beide open

Slide 21 - Tekstslide

Halvemaanvormige kleppen: dicht
Aan het begin van de longslagader en de aorta zitten halvemaanvormige kleppen.

Dicht: Het bloed kan niet terugstromen naar de kamers
beide dicht

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Aan het werk! BIOLOGIE VOOR JOU!
Wat? 3.4 Het hart- opdrachten 1 t/m 9.
Opdracht 1 maak je in je mapje. 


Klaar? Test jezelf. 
Niet af? Dan is het Huiswerk!!!

Slide 24 - Tekstslide

Zin in een quizje?

Slide 25 - Tekstslide

uit welke 4 onderdelen bestaat bloed?
A
bloedplasma, rode-, witte bloedcellen en zuurstof
B
bloedplasma, rode-, witte bloedcellen en koolstofdioxide
C
bloedplasma, rode-, witte bloedcellen en bloedplaatjes
D
bloedplasma, rode-, blauwe bloedcellen en bloedplaatjes

Slide 26 - Quizvraag

Sleep de onderdelen naar het hart!
Rechterboezem
Rechterkamer
Linker
boezem
Linkerkamer

Slide 27 - Sleepvraag

De hartkleppen vormen de scheiding tussen
A
Boezems en aders
B
Kamers en aders
C
Boezems en kamers
D
Boezems en slagaders

Slide 28 - Quizvraag

Waarmee wordt de rechter- en linker helft van het hart gescheiden?
A
hartkleppen
B
kleppen
C
harttussenwand
D
daar zit niets

Slide 29 - Quizvraag

hoe loopt de kleine bloedsomloop?
A
hart, longen, hart
B
hart, lichaam, hart
C
lichaam, hart
D
longen, hart

Slide 30 - Quizvraag

De hartkleppen zorgen ervoor dat bloed
A
sneller stroomt
B
niet terugstroomt in de boezems
C
niet terugstroomt in de kamers
D
langzamer stroomt

Slide 31 - Quizvraag

hoe heten de kleppen in de aorta en de longslagaders?
A
halve maan vormige kleppen
B
aderkleppen
C
hartkleppen
D
bloedkleppen

Slide 32 - Quizvraag