4.3 Schakelingen (herhaling)

4.3 Schakelingen
Pak je boek voor je op blz 157
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

4.3 Schakelingen
Pak je boek voor je op blz 157

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen 4.3
  1. Je kunt twaalf symbolen voor onderdelen in schakelschema’s herkennen en tekenen.
  2. Je kunt het verschil uitleggen tussen een parallelschakeling en een serieschakeling.
  3. Je kunt het schakelschema tekenen van eenvoudige serie- en parallelschakelingen.
  4. Je kunt uitleggen waarom elektrische apparaten bijna altijd parallel geschakeld worden.

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen 4.3
  1. Je kunt twaalf symbolen voor onderdelen in schakelschema’s herkennen en tekenen.
  2. Je kunt het verschil uitleggen tussen een parallelschakeling en een serieschakeling.
  3. Je kunt het schakelschema tekenen van eenvoudige serie- en parallelschakelingen.
  4. Je kunt uitleggen waarom elektrische apparaten bijna altijd parallel geschakeld worden.

Slide 3 - Tekstslide

Tekenregels schakelschema
  1. Gebruik de symbolen.
  2. Draden teken je alleen horizontaal of verticaal.
  3. Afstanden zeggen niets over de werkelijke afstand.
  4. Teken zo overzichtelijk mogelijk (zo min mogelijk hoeken)

Slide 4 - Tekstslide

symbolen voor schakelschema's

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Serieschakeling
  • In een serieschakeling zitten alle elektronische onderdelen in één stroomkring.
  • De spanning wordt verdeeld (Volt)

Slide 7 - Tekstslide

parallelschakeling
  • In een parallelschakeling heeft ieder elektronisch onderdeel een eigen stroomkring.e
  • De spanning wordt  niet verdeeld.

Slide 8 - Tekstslide



Bij een serieschakeling is er maar één stroomkring.


Bij een parallelschakeling hebben alle elektrische apparaten  een eigen stroomkring. 

Serie - en parallel schakeling


Slide 9 - Tekstslide

Ampèremeter

Slide 10 - Tekstslide

Spanningsmeter
Een spanningsmeter sluit je altijd parallel aan in je schakelschema. 

Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag!
Schakelschema's tekenen

Slide 12 - Tekstslide

Leerdoelencheck 4.3
  1. Je kunt twaalf symbolen voor onderdelen in schakelschema’s herkennen en tekenen.
  2. Je kunt het verschil uitleggen tussen een parallelschakeling en een serieschakeling.
  3. Je kunt het schakelschema tekenen van eenvoudige serie- en parallelschakelingen.
  4. Je kunt uitleggen waarom elektrische apparaten bijna altijd parallel geschakeld worden.

Slide 13 - Tekstslide