Om te produceren heb je middelen nodig. Die middelen noem je productiefactoren.
Er zijn vier productiefactoren:
1. Natuur. Denk hierbij aan de grond, regenwater, bossen, grondstoffen, fossiele brandstoffen zoals aardolie en aardgas, enzovoort.
2. Arbeid. Alle menselijke inspanningen om te produceren.
3. Kapitaal. Dit is het geld dat ondernemers hebben geïnvesteerd in bijvoorbeeld machines, gebouwen en voertuigen. Deze hulpmiddelen noem je kapitaalgoederen.
4. Ondernemerschap. De ondernemer zet natuur, arbeid en kapitaal op de goede manier in bij de productie. Op die manier kan hij winst maken.