Unit 1.2 Persoonlijke & bezittelijke voornaamwoorden

• Engels
• Middelbare school
• vmbo
• Leerjaar 2

Crossing borders Unit 1.2 

Binnen = beginnen opdracht:

bekijk de woordjes die horen bij paragraaf 1 van H1. schrijf in stilte 5 woorden op die je nog niet kent + de vertaling

Wat is het doel?

- Je benoemt het verschil tussen persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden in het Engels.

- Je past persoonlijke voornaamwoorden toe in een zin.

- Je past persoonlijke voornaamwoorden toe in een zin.

Persoonlijke voornaamwoorden

I

You

He

She

It

They

We

Persoonlijke voornaamwoorden verwijzen naar levende wezens of zaken, zonder die verder bij de naam te noemen: ik, jou, zij, hen, hem, etc.

Persoonlijke voornaamwoorden

Bezittelijke voornaamwoorden 

My

Your

his

hers

its

our

yours

Theirs

Persoonlijke voornaamwoorden zijn..

1. I, you, he/she/it, we, they, you
2. My, mine, yours, theirs
3. What, who, where, when, why

"Vertaal" naar een persoonlijk voornaamwoord:
Susan

1. he
2. we
3. you
4. she

"Vertaal" naar een persoonlijk voornaamwoord:
Peter

1. you
2. we
3. it
4. he

Bezittelijke voornaamwoorden geven aan..

1. voor wie iets is
2. over wie iets gaat
3. van wie iets is

"Vertaal" naar een persoonlijk voornaamwoord:
Susan

1. he
2. we
3. you
4. she

bezittelijk voornaamwoord: ons/onze

1. his
2. her
3. their
4. our

bezittelijk voornaamwoord: ons/onze

1. his
2. her
3. their
4. our

Wat zijn bezittelijke voornaamwoorden?

1. my, your, us
2. he, his, hers
3. their, our, mine
4. its, me, our

Bezittelijke voornaamwoorden

That is ............book .

1. my
2. mine

Bezittelijke voornaamwoorden

That bike is.......... .

1. your
2. yours
3. of yours

Wat is het Engelse bezittelijke voornaamwoord voor 'mijn'

1. my
2. her
3. our
4. their

bezittelijk voornaamwoord: jouw

1. my
2. her
3. your
4. their

"Vertaal" naar een persoonlijk voornaamwoord:
dog

1. he
2. it
3. you
4. I

Bezittelijke voornaamwoorden

This is ... pen.

1. his
2. his
3. of his

"Vertaal" naar een persoonlijk voornaamwoord:
dog

1. he
2. it
3. you
4. I

Persoonlijk voornaamwoord:
... is from Curacao. (zij)

1. she
2. they
3. he
4. we

Ik kan persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden gebruiken in een zin

Nee, ik moet echt nog even oefenen

Ik snap het een beetje

Ik kan het bijna foutloos gebruiken

Easy Peace lemon scueezy

Ik kan nu

De persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden gebruiken en herkennen in een Engels zin.

Homework:

Maken: Unit 1.2  1 t/m 13 (donderdag af)

Leren: Woordjes 'Appearances' blz. 39 

SO THURSDAY OCTOBER 3TH

Donderdag 3 oktober 3e uur   

SO Words p.39 t/m 41 'Appearances' & 'Food  and drinks' 

(Unit 1.1 t/m 1.3)