BB Leesvaardigheid herhaling

Herhalen
Lezen

--> Je gaat na of je de theorie van lezen beheerst.


1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Herhalen
Lezen

--> Je gaat na of je de theorie van lezen beheerst.


Slide 1 - Tekstslide

Leesmanieren
Er zijn 3 manieren om een tekst te lezen:

- verkennend
- grondig
- zoekend

Slide 2 - Tekstslide

De docent vraagt of ik een idee heb waar de tekst globaal over gaat. Welke leesmanier pas ik toe?
A
Verkennend lezen
B
Grondig lezen
C
Zoekend lezen

Slide 3 - Quizvraag

De docent laat een lijst rondgaan met de cijfers van de laatste toets. Welke leesmanier pas ik toe?
A
Verkennend lezen
B
Grondig lezen
C
Zoekend lezen

Slide 4 - Quizvraag

Ik moet vragen beantwoorden bij een tekst. Welke manier van lezen pas ik toe?
A
Verkennend lezen
B
Grondig lezen
C
Zoekend lezen

Slide 5 - Quizvraag

Ik ben benieuwd hoeveel mensen er vandaag positief getest zijn op Corona. Welke leesmanier pas ik toe?
A
Verkennend lezen
B
Grondig lezen
C
Zoekend lezen

Slide 6 - Quizvraag

Morgen heb ik mijn theorietoets voor mijn scooterrijbewijs. Welke manier van lezen heb ik gebruikt als voorbereiding?
A
Verkennend lezen
B
Grondig lezen
C
Zoekend lezen

Slide 7 - Quizvraag

Tekstdoelen
Er zijn verschillende tekstdoelen. Bij elke tekst die je leest, vraag je je af wat het doel van de schrijver is.

1. informeren
2. activeren
3. amuseren
4. aansporen
5. uitleggen

Slide 8 - Tekstslide

Zoek het juiste tekstdoel bij het juiste plaatje. 
Informeren
Amuseren
Overtuigen
Activeren

Uitleggen

Slide 9 - Sleepvraag

Publiek
Publiek = Een schrijver denkt niet alleen na over het doel, maar ook over het publiek ( = de lezers voor wie hij schrijft).
- Algemeen publiek = (bijna) iedereen
- Speciale doelgroep = bepaalde groep mensen
Bijv: kinderen, jongeren, ouders, mannen, vrouwen, mensen met een bepaalde hobby etc.

Slide 10 - Tekstslide

Voor welk publiek is dit
tijdschrift geschreven?
A
algemeen publiek
B
kinderen
C
opa's
D
mensen die van dieren houden

Slide 11 - Quizvraag

Voor welk publiek is dit
tijdschrift geschreven?
A
algemeen publiek
B
kinderen
C
mensen die MAX heten
D
mensen die van racen houden

Slide 12 - Quizvraag

Voor welk publiek is deze
film gemaakt?
A
algemeen publiek
B
jongeren die van fantasie houden
C
ouders met een zoon die Harry heet
D
mensen die kunnen toveren

Slide 13 - Quizvraag

Voor welk publiek is dit boek
gemaakt?
A
algemeen publiek
B
baby's
C
vrouwen die een kind gaan krijgen
D
mensen tussen de 20-50 jaar

Slide 14 - Quizvraag

Afbeeldingen
Afbeeldingen = kunnen verschillende bedoelingen hebben:
1. aandacht trekken
2. de afbeelding is nodig om de tekst te begrijpen
3. de afbeelding maakt de tekst duidelijker
4. de afbeelding maakt de tekst grappig
5. de afbeelding geeft een bepaalde sfeer

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Tekstslide

De trein was vanochtend 5 minuten te laat.
A
feit
B
mening

Slide 18 - Quizvraag

Het wordt tijd voor vakantie.
A
feit
B
mening

Slide 19 - Quizvraag

TEKSTVERBANDEN

Zorgen ervoor dat

woorden, zinnen en alinea's

met elkaar samenhangen.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Leerwerk
In teams vind je de  begrippen


Slide 23 - Tekstslide