3.1 De top en 3.2 Toepassingen

H3 Kwadratische verbanden 
3HAVO
Leerboek
Schrift
Pen, potlood, gum
Geodriehoek
Rekenmachine
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

H3 Kwadratische verbanden 
3HAVO
Leerboek
Schrift
Pen, potlood, gum
Geodriehoek
Rekenmachine

Slide 1 - Tekstslide

Planning van vandaag
- Korte herhaling van stof gisteren

- Uitleg over de top van de functie + oefenopgave

- Uitleg over toepassingen

- Aan het werk 

Slide 2 - Tekstslide

Korte herhaling

Slide 3 - Tekstslide

De top van de functie
We willen de coördinaten van de top berekenen.
Je eindantwoord >> Dus de top is het punt (x, y).

Slide 4 - Tekstslide

Voorbeeld
Bereken de coördinaten van de top van de grafiek van 


Wat zijn de getallen op de plek van a, b en c?
f(x)=x2+4x+1

Slide 5 - Tekstslide

Voorbeeld
Bereken de coördinaten van de top van de grafiek van 


Wat zijn de getallen op de plek van a, b en c?
Wat is xtop?
f(x)=x2+4x+1
a=1,b=4,c=1

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeeld
Bereken de coördinaten van de top van de grafiek van 


Wat zijn de getallen op de plek van a, b en c?
Wat is xtop?

Hoe bereken je ytop? 
f(x)=x2+4x+1
a=1,b=4,c=1
x=214=24=2

Slide 7 - Tekstslide

Voorbeeld
Bereken de coördinaten van de top van de grafiek van 


Wat zijn de getallen op de plek van a, b en c?
Wat is xtop?
Hoe bereken je ytop? 
Conclusie?
f(x)=x2+4x+1
a=1,b=4,c=1
x=214=24=2
f(2)=(2)2+42+1=48+1=3

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeeld
Bereken de coördinaten van de top van de grafiek van 


Wat zijn de getallen op de plek van a, b en c?
Wat is xtop?
Hoe bereken je ytop? 
Conclusie? De top is het punt (-2, -3)
f(x)=x2+4x+1
a=1,b=4,c=1
x=214=24=2
f(2)=(2)2+42+1=48+1=3

Slide 9 - Tekstslide

Nu zelf!
Bereken de coördinaten van de top van de grafiek van 



h(x)=x2+2x+10

Slide 10 - Tekstslide

Toepassingen
In paragraaf 3.2 krijg je te maken met verhaaltjes. 
Tips: 
- Onderstreep wat belangrijk is
- Werk netjes
- Blijf logisch nadenken (voorbeeld: - 5 meter bestaat niet!!)
- Je hebt de theorie van 3.1 nodig



Slide 11 - Tekstslide

Toepassingen
a) wat betekent h? En waarom kunnen we dan deze conclusie trekken?

Slide 12 - Tekstslide

Toepassingen
a)h = 4 na 20 meter en dat betekent dat de bal dan nog 4 meter hoog is en daaruit kunnen we concluderen dat de bal daarna pas op de grond komt. 

b) Wat gaan we hier doen?

Slide 13 - Tekstslide

Toepassingen
a) Dus h = 4 na 20 meter en dat betekent dat de bal dan nog 4 meter hoog is en daaruit kunnen we concluderen dat de bal daarna pas op de grond komt. 

b) 
De hoogte kan niet negatief zijn, dus dat betekent dat de bal al eerder op de grond is. >> Minder dan 30 meter.
h=0.04302+30=6

Slide 14 - Tekstslide

Aan het werk
De komende minuten zijn we in stilte het voorbeeld op pagina 104 aan het lezen. Snap je iets niet van het voorbeeld? Dan kom je één voor één naar mijn bureau. 

Ben je klaar met lezen? Maak dan opgaven 18, 19, 20, 21, L4 & 25, 27, 28, L5. 

Als ik het aangeef mag er zacht overlegd worden. 

Slide 15 - Tekstslide