nieuwe ogen §4.3
Migratie
1 / 10
Onderdelen in deze les
Migratie
Slide 1 - Woordweb
Slide 2 - Tekstslide
Sinds wanneer komen diverse stromen migranten naar Nederland
A
14e eeuw
B
18e eeuw
C
16e eeuw
D
20e eeuw
Slide 3 - Quizvraag
Beschouw jij jezelf als migrant?
Ja
Nee
Slide 4 - Poll
Wat is goed?
A
Immigratie = komend uit een ander land
Emigratie = verhuizen vanuit eigen land
B
Emigratie = komend uit een ander land
Immigratie = verhuizen vanuit eigen land
C
Immigratie is hetzelfde als emigratie
D
Je bent pas een immigrant wanneer je langer dan 5 jaar in een ander land dan van herkomst gevestigd bent.
Slide 5 - Quizvraag
Is er altijd meer emigratie dan immigratie in Nederland geweest?
Waar
Niet waar
Slide 6 - Poll
Migratieoverwegingen
Economische factoren
Psychologische factoren
Politiek-sociologische factoren
Familiespanningen, persoonlijke conflicten, meer rust, minder drukte, familiehereniging
Oorlog, etnische-religieuze spanningen, vervolgingen
Werkeloosheid, lage verdiensten, meeneembare uitkeringen
Slide 7 - Sleepvraag
Zijn de migratiemotieven internationaal?
Ja
Nee
Slide 8 - Poll
Noem minimaal 2 migratiemotieven/pushfactoren
Slide 9 - Open vraag
Wat is de grootste pullfactor voor Nederland als immigratieland?
A
Toegankelijkheid en kwalitatief goed onderwijs
B
Mogelijkheden voor arbeid, inkomen en uitkering
C
De Nederlandse verzorgingsstaat
D
Aanwezigheid migranten zelfde herkomst
