2 vmbo-bk 3.2 Bloedsomloop: De bloedvaten

Thema 3 Bloedsomloop
3.2 De bloedvaten
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 3 Bloedsomloop
3.2 De bloedvaten

Slide 1 - Tekstslide

wat gaan we vandaag doen?
herhalen vorige les: 3.1 Bloed
leerdoelen vandaag
nieuwe theorie: 3.2 De bloedvaten
zelf aan de slag
herhalen leerdoelen

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Rode bloedcellen
Witte bloedcellen
Bloedplaatjes

Slide 7 - Sleepvraag

Rode bloedcellen
Witte bloedcellen
Bloedplasma
Bloedplaatjes

Slide 8 - Sleepvraag

leerdoelen vandaag (3.2)
Aan het einde van de les:
- kan je de 3 typen bloedvaten noemen met hun functies

Slide 9 - Tekstslide

Inleiding
Bloed stroomt door bloedvaten naar alle plaatsen in je lichaam.
Je hebt verschillende typen bloedvaten.

Slide 10 - Tekstslide

3.2 De bloedvaten
3 soorten bloedvaten:
- slagaders
- haarvaten
- aders

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

3.2 De bloedvaten
slagaders:
- liggen vaak diep in je lichaam
- lopen vanaf je hart naar je organen toe
- wand is dik, stevig en elastisch
- bloeddruk is hoog (de druk die het bloed uitoefent op de wand van het bloedvat)
- bevatten veel zuurstof


Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

3.2 De bloedvaten
haarvaten:
- steeds kleiner wordende vertakkingen van slagaders
- liggen in de organen (overal in je lichaam)
- hebben een heel dunne wand: vocht uit het bloed kan door deze wanden heen
- hebben een lagere bloeddruk dan in de slagaders

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

3.2 De bloedvaten
Doordat de wand van de haarvaten zo dun is:
- kunnen vocht met zuurstof en voedingsstoffen uit de haarvaten naar de weefsels toe. In de cellen van deze weefsels vind verbranding plaats.

- kunnen vocht met koolstofdioxide en andere afvalstoffen weer de haarvaten in.



Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

3.2 De bloedvaten
aders:
- lopen vanaf de organen naar het hart
- wand dunner en minder elastisch dan de wand van de slagaders
- bloeddruk lager dan in de slagaders
- bevatten weinig zuurstof
- bevatten aderkleppen

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

3.2 De bloedvaten
aderkleppen
- zitten vooral in aders in je armen en benen
- zorgen ervoor dat het bloed in de aders niet terugstroomt naar de organen

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

slagaders
haarvaten
aders
waar lopen ze?
van het hart naar de organen
in de weefsels
van de organen naar het hart
dikte van de wand
dikke elastische wand
zeer dunne wand
dunne wand
zuurstof
veel zuurstof
aan het begin veel zuurstof, aan het einde weinig zuurstof
weinig zuurstof
bloeddruk
hoog
van hoog naar laag
laag
waar liggen ze?
diep in het lichaam
overal in het lichaam
dicht onder de huid

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Vragen??

Slide 25 - Tekstslide

zelf aan de slag
3.2 De bloedvaten: lees de tekst en maak de opdrachten:

opdracht 1 t/m 4 en 6 maken
(vanaf blz. 139)

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

herhalen leerdoelen
Aan het einde van de les:
- kan je de 3 typen bloedvaten noemen met hun functies

Slide 37 - Tekstslide