Les 7. Fascisme en nationaal socialisme (6.2)

Les 7. Fascisme en nationaal socialisme (6.2 - deel 2)
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Les 7. Fascisme en nationaal socialisme (6.2 - deel 2)

Slide 1 - Tekstslide

Agenda 
5 min - feitje van de dag
10 min - fascisme en nationaal socialisme
10 min - stilte werktijd
20 min -werkfase werkboek 

Slide 2 - Tekstslide

Feitje van de dag
19 oktober 1944

De Kamikaze wordt opgericht 

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
1. Na deze les kun je uitleggen wat de ideologieën fascisme en nationaal-socialisme inhouden. 

2. Na deze les kun je verschillen en overeenkomsten tussen beide ideologieën benoemen.

3. Na deze les kan je verklaren waarom mensen zich aangetrokken voelden tot deze ideologieën 

Slide 4 - Tekstslide

Stiltewerktijd 
Lees pagina 100,101 en 102.

Beantwoord voor jezelf de volgende vragen: 
1. Wat is het belangrijkste verschil tussen het fascisme en het nationaal socialisme? 
2. Wat is rassenleer? 
3. Wat is een ideologie? 

Slide 5 - Tekstslide

Italië
- Italië kwam afspraken WOI niet na (bleven tóch neutraal en na 1915 geallieerden)
- Veel schade en dus ontevredenheid + economische crisis --> onrust in samenleving --> aangetrokken tot extreem rechts en links

Fascisme: nationalisme/ sterke leider/ staat boven individu / militarisme / verheerlijking geweld 


Slide 6 - Tekstslide

Duitsland 
- Onrust. Verlies oorlog/Verdrag Versailles/crisis/Dolkstootlegende

- Nationaalsocialisme (1933 winst NSDAP):          rassenleer
  lebensraum 

- Dromen van Hitler en Mussolini 

Slide 7 - Tekstslide

Ideologie 
Samenhangend geheel van ideeën en standpunten (op welke normen en waarden drijft onze maatschappij?)

Slide 8 - Tekstslide

Werkfase deel II
13, 14, 16, 17, 18, 21, 22, 24, 26 ,29

Slide 9 - Tekstslide

Leerdoelen
1. Na deze les kun je uitleggen wat de ideologieën fascisme en nationaal-socialisme inhouden. 

2. Na deze les kun je verschillen en overeenkomsten tussen beide ideologieën benoemen.

3. Na deze les kan je verklaren waarom mensen zich aangetrokken voelden tot deze ideologieën 

Slide 10 - Tekstslide