Kolonialisme en slavernij

Kolonialisme en slavernij
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Kolonialisme en slavernij

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je kan het 'encomienda' systeem uitleggen
  • Je weet wat een plantage is en waarvoor deze werd gebruikt
  • Je  kan 3 producten noemen die van een plantage kwamen 
  • Je kan vertellen hoe 'driehoekshandel' verliep.

Slide 3 - Tekstslide

Europese kolonies in Amerika
  • Kolonies van Europese landen in Amerika. (Kolonialisme)

  • Oorspronkelijke bevolking van koloniën naar het binnenland

Slide 4 - Tekstslide

Spanje neemt bezit van het westen van Amerika
 vestigingskolonie, hacienda's en encomienda's 

- Vestigingskolonien

- Hacienda: Boerderij met grond, waarover belasting werd betaald.

- Encomienda: grondgebied waarover een Spanjaard de baas was.

Slide 5 - Tekstslide

ENCOMIENDA

Spanje exploiteert het gebied.
  • Conquistadores kregen landgoederen
  • VERANTWOORDELIJK VOOR GROND en BEVOLKING
  • bevolking christen maken
  • suikerrietplantages
  • goud- en zilvermijnen
Bevolking bleek te zwak
--> invoer van 'sterke' Afrikanen

Slide 6 - Tekstslide

Protesten van geestelijken, oa:

Bartolomeo de Las Casas:
- protesteert tegen behandeling van de lokale bevolking 

- stelde voor Afrikanen in te zetten 
   (in zijn mindset goed bedoeld maar met desastreuze gevolgen)

Slide 7 - Tekstslide

5

Slide 8 - Video

Slavernij is van alle tijden. Op welke twee manieren verschilde de vroegere slavernij met die van de Atlantische slavenhandel?

Slide 9 - Open vraag

Akkoord of niet? De Atlantische slavenhandel zorgde voor de racistische ideeën die vandaag nog steeds leven bij de mensen.
Akkoord
Niet akkoord

Slide 10 - Poll

01:07
Welke gewassen op de Amerikaanse plantages waren zo arbeidsintensief dat ze tot Atlantische slavenhandel geleid hebben?
A
maïs, bonen en pompoen
B
wortelen, bonen en erwten
C
suikerriet, katoen en tabak
D
maïs, tabak en vlas

Slide 11 - Quizvraag

01:46
Stammen in Afrika voerden oorlogen onderling. Krijgsgevangenen werden als slaaf verkocht in ruil voor afgewerkte goederen, wapens en rum.Welke van die goederen was voor de stammen het belangrijkst om hun macht uit te breiden?
A
wapens
B
goederen
C
rum
D
alles was even belangrijk

Slide 12 - Quizvraag

02:48
Hoeveel procent van de slaven overleefde de overtocht niet?

Slide 13 - Open vraag

03:07
Slaven die onderweg stierven, ziek werden of in opstand kwamen werden overboord gegooid. Wat namen de kapiteins mee als bewijs?

Slide 14 - Open vraag

04:23
Wat waren de gevolgen van de afschaffing van de Atlantische slavenhandel in 1807 voor de stamkoninkrijken die machtig geworden waren in 'dankzij' de slavenhandel?
A
Hun macht verbrokkelde en ze konden makkelijk gekoloniseerd worden.
B
Ze werden machtiger omdat ze andere exportproducten gingen uitvoeren.
C
Dankzij rubber, goud en chocolade hielden ze de macht in hun regio.
D
Ze werden uitgeschakeld door rivaliserende stammen.

Slide 15 - Quizvraag

Slavenhandel 

  • Oorlogvoering in Afrika:
    krijgsgevangen vijanden werden verkocht
  • aankoop wapens door Afrikaanse warlords
  • >10.000.000 slaven

Slide 16 - Tekstslide

Slavenhandel en slavenverzet
  • Invulling schepen zorgde voor verschrikkelijke tocht

  • Navigatie
  • Opstand 

Slide 17 - Tekstslide


Hoe werkte de driehoekshandel?

Slide 18 - Open vraag

Driehoekshandel

Slide 19 - Tekstslide

Volume en richting van de transatlantische slavenhandel van alle Afrikaanse naar alle Amerikaanse regio's. - van: Atlas of the Transatlantic Slave Trade door David Eltis en David Richardson.

Slide 20 - Tekstslide

Slaven worden gevangen genomen in Afrika.
en verkocht aan Europeanen.

Slide 21 - Tekstslide

De zeetocht duurde lang, omstandigheden waren slecht
De Leusden - slavenship gebouwd in 1719. In totaal vervoerde de Leusden 6.564 tot slaaf gemaakte Afrikanen waarvan bijna een kwart de overtocht niet overleefde.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Als hetzeIfde percentage overleed, hoeveel slaven haalden dus, naar schatting, de overkant niet levend?

Slide 24 - Open vraag

Slavenbestaan
  • Slaven moesten werken op plantages
  • Voornamelijk suiker, tabak, koffie en katoen

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide


Waarom slavernij?


  • Veel plantages lagen in Zuid-Amerika en waren bezit van Europeanen
  • Plantageprducten, zoals koffie, tabak, katoen en suiker, zijn erg populair in Europa
  • Om de producten te verbouwen waren veel landarbeiders nodig.
  • De oorspronkelijke bewoners van dit gebied waren volgens de Europeanen 'ongschikt' voor deze arbeid...of al uitgemoord in de eeuwen ervoor...



Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide


Transatlantische slavenhandel

  • Europese handelaren namen producten, zoals munitie, wapens en alcohol mee naar Afrika.
  • Daar werden ze door Afrikaanse stammen geruild tegen tot slaaf gemaakten: dit waren meestal gevangengenomen leden van andere Afrikaanse stam. 
  • Deze tot slaaf gemaakten werden vervolgens vervoerd naar slavenmarkten in Zuid-Amerika





De afbeelding laat zien op welke wijze slaven werden vervoerd op een slavenschip. Dergelijke tekeningen werden meestal gemaakt om aan te geven op welke vreselijke manier de slaven werden vervoerd. Deze tekening is gemaakt in opdracht van een commissie van de Engelse regering.

Slide 29 - Tekstslide


Aan boord van een slavenschip

  • Vervoer en behandeling van de tot slaaf gemaakten was vreselijk
  • Ze werden vaak naakt en geketend aan elkaar vervoerd
  • Onhygiënische en ziekmakende omstandigheden leidden vaak tot de dood
  • Dode tot slaaf gemaakten werden, zonder enige vorm van respect, overboord gegooid.
  • Een slavenschip kon je soms op 5 zeemijlen (9 kilometer) afstand ruiken







Slide 30 - Tekstslide


Slavenmarkten

  • De tot slaaf gemaakten die het overleefden werden verkocht op slavenmarkten
  • Daar werden de tot slaaf gemaakten 'opgepoetst' om er goed uit te zien.
  • Ze waren niet goedkoop: ongeveer 200 gulden. Dat zou tegenwoordig ongeveer €2000 zijn. Voor die tijd waren dit enorme bedragen.
  • ...maar eigenlijk kocht je dus een mens voor een paar duizend euro...







Fort Elmina in Ghana, Afrika, was het fort waar vanuit Afrikaanse slaven werden 'ingekocht' en 'verscheept' naar Zuid-Amerika. 

Slide 31 - Tekstslide


Op de plantages

  • Tot slaaf gemaakten moesten hard werken onder vreselijke omstandigheden
  • Regelmatig werden ze mishandeld en/of misbruikt
  • Ze werden soms gebrandmerkt, net zoals dat bij vee gebeurt. Hiermee kon iedereen zien wie de eigenaar van de tot slaaf gemaakte was
  • De meeste plantagehouders hadden blanke opzichters in dienst, maar er waren ook zwarte opzichters: de basja’s








Een halsklem en handboeien waarmee de slaven gevangen worden gehouden.

Slide 32 - Tekstslide


Opstanden

  • Slavenopstanden kwamen maar weinig voor. Dit kwam omdat:
  1. de slavenhouders de tot slaaf gemaakten geboeid hadden
  2. de slavenhouders goed bewapend waren
  3. de tot slaaf gemaakten uit verschillende delen van Afrika kwamen en elkaar daardoor niet goed begrepen. Ze konden zich daardoor niet organiseren
  4. sommigen bewust voor de dood kozen bijvoorbeeld door verhongering








Er is een aantal slavenopstanden geweest, bijvoorbeeld die onder leiding van Boni in Suriname (1757-1793) en die van Tula op Curaçao (1795)

Op de foto zie je Desenkadena ('verbreken van de ketenen'), ook wel het Tula monument genoemd. Het staat op de plek waar de opstand begon.

Slide 33 - Tekstslide


Europese slaven

  • Tussen 1600 en 1800 zijn, naast de Afrikaanse slaven, ook rond de 1 miljoen tot slaaf gemaakten uit Europa verhandeld.
  • Sommigen waren bijvoorbeeld gevangen genomen door piraten.
  • Deze blanke christenslaven hadden overigens wel een beter bestaan dan de meeste Afrikaanse tot slaaf gemaakten, en werden vaak ook vrijgekocht








Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Abolitionisten en de afschaffing van de slavernij
  • Pas 200 jaar na het begin van de slavenhandel er pas protest tegen.

  • Protest kwam vooral van journalisten en schrijvers die de situatie van slaven aan de kaak stelden.

  • Na de afschaffing wilden ex-slaven niet meer werken 

Slide 36 - Tekstslide