Geschiedenis H7 Oefentoets

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4,5

H7 De tijd van de Pruiken en revoluties.

Geef aan wat de verlichting was en waarop het verlichte denken voortbouwde.

Geef aan welk optimisme ontstond onder verlichte denkers.

Leg uit dat deze afbeelding past bij het kenmerkend aspect van deze paragraaf.

De Haarlemse textielfabrikant Teyler van der Hulst liet een enorm bedrag na voor de wetenschap en kunst. Daarvan werd het oudste openbare museum van Nederland gebouwd.
- Leg met een bronelement uit waar het Teylers een product is van rationeel optimisme en verlicht denken.

- Geef aan wat het ancien régime was.
- Geef aan wat verlicht absolutisme was.

Leg uit door welke drie veranderingen de stadhouder meer op een vorst ging lijken.

Leg uit dat dit schilderij past bij het kenmerkend aspect van deze paragraaf.

Toon met een bronelement aan:
dat Frederik een verlicht denker was.

Frederik schreef over het koningschap(1752): 

Aan iedereen vrijheid van geweten laten, steeds Koning zijn en niet de Priester spelen, dat is het zekere middel om zijn Staat te vrijwaren voor de stormen die de dogmatische (vastomlijnde) geest van de theologen altijd zoekt te verwekken. De godsdienstoorlogen in het buitenland zijn het toppunt van onrechtvaardigheid en onzin.

Uit deze prent kan je een economische en sociale oorzaak noemen van de onvrede in Frankrijk in 1789. Leg dit uit en gebruik in je antwoord 2 bronelementen.

Wat veranderde er in de landen waar een democratische revolutie heeft plaatsgevonden?

Geef bij elk begrip een argument waarom je Napoleon zo kan noemen:
- reactionair
- revolutionair
- verlicht absoluut vorst

Opening van de Staten-Generaal in Versailles 5 mei 1789
Leg uit dat deze afbeelding past bij het kenmerkend aspect van deze paragraaf.

Leg de volgende begrippen uit:
- trans-Atlantische slavenhandel
- plantagekoloniën
- handelskapitalisme

Leg een verband tussen de trans-Atlantische slavenhandel, de plantagekoloniën en het handelskapitalisme in de vroegmoderne tijd.

Leg uit met welk kenmerkend aspect deze twee bronnen te maken hebben.

bron 1 Fort Elmina
bron 2 Slavenhandel in Nieuw-Amsterdam

Leg uit met welk begrip deze afbeelding te maken heeft en leg uit welk verband er is met de verlichting.