2.5: Kiezer, Kamer, Kabinet

H2: Tussen koning en kiezer 
2.5: Kiezer, Kamer, Kabinet 
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H2: Tussen koning en kiezer 
2.5: Kiezer, Kamer, Kabinet 

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
1. Je kunt uitleggen hoe de Eerste Kamer en Tweede Kamer in Nederland tot stand komen.

2. Je kunt uitleggen wat de rol van het kabinet ten opzichte van het parlement is.

3. Je kunt uitleggen hoe een formatie in Nederland tot stand komt.

Slide 2 - Tekstslide

Staten-Generaal
Het parlement (Eerste- en Tweede Kamer) is de Staten-Generaal. Zij zijn het machtigste bestuur in ons land. 

Het parlement heeft de wetgevende macht. 

Slide 3 - Tekstslide

Rechtstreekse verkiezingen
Iedereen in Nederland kan een politieke partij oprichten en meedoen met de verkiezingen voor de Tweede Kamer. Dit is elke 4 jaar. 

Aan de landelijke rechtstreekse verkiezingen voor de Tweede Kamer doen altijd veel partijen mee en uiteindelijk bezetten zo'n tien tot vijftien partijen de 150 zetels. 

Slide 4 - Tekstslide

Getrapte verkiezingen
De Eerste Kamer telt 75 zetels, maar wordt niet rechtstreeks gekozen. De Eerste Kamer komt tot stand via getrapte verkiezingen

De stemgerechtigde Nederlanders (iedereen boven de 18 jaar) kiezen eerst de Provinciale Staten, het bestuur in elke provincie, en vervolgens kiezen die provinciale vertegenwoordigers de Eerste Kamer.

Slide 5 - Tekstslide

Fracties
De partijen in de Kamers worden fracties genoemd. 

De leiders daarvan, de fractievoorzitters, spelen een belangrijke rol in de politiek en zijn vaak in het nieuws te zien en te horen.

Slide 6 - Tekstslide

Rechten tweede kamer
De Tweede Kamer kreeg in 1848 meer rechten (o.a. recht van initiatief en recht van amendement) gekregen dan de Eerste Kamer. 

Dat maakt de Tweede Kamer machtiger en belangrijker dan de Eerste Kamer. 

Slide 7 - Tekstslide

Links en rechts
Politieke partijen worden ingedeeld in linkse en rechtse partijen. Er zijn ook middenpartijen. 

Normaal noemen we linkse partijen zijn vaak progressiefRechtse partijen zijn vaak conservatief
De laatste jaren wordt dit minder:
  • Linkse partijen wilden in de vorige eeuw nieuwe wetten voor werknemers. Deze wetten mogen nu niet verdwijnen, dus is dit is nu conservatief. 
  • Daarnaast zijn sommige partijen 'links' bij het ene onderwerp (veel overheidsingrijpen) maar 'rechts' (weinig overheidsingrijpen) bij een ander onderwerp.
  • Soms bestaat een kabinet uit linkse en rechtse partijen 

 

Slide 8 - Tekstslide

Kamer en kabinet
Het parlement heeft 2 belangrijke taken:
  1. Het maken van wetten
  2. Controleren van de regering

De Eerste Kamer moet vooral de wetten beoordelen die de Tweede Kamer al heeft goedgekeurd. Pas nadat ook de Eerste Kamer vóór de wetten heeft gestemd, kunnen de wetten van kracht worden.

Slide 9 - Tekstslide

Regering
De regering bestaat uit de ministers, en moet de wetten en besluiten van het parlement uitvoeren. 
Officieel hoort de koning ook bij de regering, maar dit is alleen een ceremoniële functie. 

De regering wordt geleid door de minister-president, oftewel de premier. De ministers worden bijgestaan door staatssecretarissen; ministers en staatssecretarissen worden samen het kabinet genoemd.

Slide 10 - Tekstslide

Regering
Een minister of staatssecretaris mag niet in de Eerste- of Tweede Kamer zitten. Dan zouden ze namelijk zichzelf controleren en dat past niet in een democratie. Ministers en staatssecretarissen zijn wel vaak op bezoek in de Tweede Kamer om: 
  • Verantwoording af te leggen voor hun beleid. De Tweede Kamer stelt vragen en kan voorstellen (moties) indienen. De regering heeft ook informatieplicht. Als een minister onjuiste of onvolledige informatie geeft, kan de Tweede Kamer diegene wegsturen. 
  • Wetten voor te stellen. Ministers mogen hun plannen indienen in het parlement. 


Slide 11 - Tekstslide

De regering moet altijd kunnen rekenen op de steun van de meerderheid van het parlement.
Alleen dan kan de regering haar werk goed doen. 

Daarom wordt na elke verkiezing voor de Tweede Kamer gekeken welke partijen in het parlement samen een meerderheid hebben en een regering willen steunen.
Meerderheid

Slide 12 - Tekstslide

Werktijd
Havo
Vwo
Klaar? 

Maak 2.5: Kiezer, Kamer, Kabinet

opdr. 1a - 15b 
Maak 2.5: Kiezer, Kamer, Kabinet

opdr. 1a - 13b
Nakijken via Tijd voor GS. 

Slide 13 - Tekstslide

H2: Tussen koning en kiezer 
2.5: Kiezer, Kamer, Kabinet 

Slide 14 - Tekstslide

Leerdoelen
1. Je kunt uitleggen hoe de Eerste Kamer en Tweede Kamer in Nederland tot stand komen.

2. Je kunt uitleggen wat de rol van het kabinet ten opzichte van het parlement is.

3. Je kunt uitleggen hoe een formatie in Nederland tot stand komt.

Slide 15 - Tekstslide

Verkiezingen geweest, en nu? 
Na de verkiezingen voor de Tweede Kamer moet er een regering komen. De zoektocht naar een regering noem je de formatie. De formatie heeft 3 stappen: 
  1. Er wordt gekeken welke politieke partijen samen een meerderheid hebben in het parlement (minimaal 76).
  2. Er wordt gekeken of de verschillen tussen de partijen niet te groot zijn om beleid te maken.
  3. Er wordt gekeken welke politici minister of staatssecretaris kunnen worden. Zij gaan dan niet de Tweede Kamer in, maar het kabinet.
 

Slide 16 - Tekstslide

Regeringspartijen
De partijen die samen de ministers voor de regering leveren, noem je coalitiepartijen of regeringspartijen. 

Soms zijn er partijen die geen minsiters leveren, maar het regeringsbeleid wel willen steunen. Die partijen geven dan gedoogsteun. Dit gebeurt als een regeringscoalitie nét geen meerderheid heeft in de Tweede Kamer. 
 

Slide 17 - Tekstslide

Oppositiepartijen
Er zijn ook partijen die niet in de regering komen en een ander beleid willen. Dit noem je oppositiepartijen. In de Tweede Kamer worden regelmatig debatten gevoerd over het beleid. Oppositiepartijen kunnen 2 dingen doen: 
  1. Een motie van afkeuring indienen. Hierbij wordt het beleid veroordeeld. 
  2. Een motie van wantrouwen indienen. Als deze motie wordt aangenomen, moet de minister of zelfs de hele regering ontslag indienen. Meestal komen er dan nieuwe verkiezingen. 

Slide 18 - Tekstslide

Ten onder in crisistijden
Een bekend voorbeeld is het kabinet Rutte III. Dit kabinet kwam in de problemen door de toeslagenaffaire. Veel ouders werden onterecht als fraudeur gezien en moesten duizenden euro's terugbetalen. 

Tweede Kamerleden Renske Leijten (SP) en Pieter Omtzigt (toen CDA, nu NSC) deden onderzoek. Mede door dit onderzoek viel het kabinet. 

Slide 19 - Tekstslide

Wat als een kabinet valt? 
Het kabinet is na het opstappen demissionair (Werk doen terwijl je officieel niet meer in functie bent). In samenspraak met de Tweede Kamer wordt bepaald welke onderwerpen wel en welke niet meer worden behandeld. 

Thema's  die niet meer behandeld worden tot er een nieuwe Tweede Kamer is, worden controversieel verklaard. 


Slide 20 - Tekstslide

Kabinet Rutte IV
Na de verkiezingen van maart 2021 werd de VVD van Mark Rutte weer de grootste. Nederland kreeg uiteindelijk precies dezelfde regering als kabinet Rutte III. Dit ging niet zomaar: door een blunder van informateur Kajsa Ollongren kwam gevoelige informatie op straat te liggen. 

In het daaropvolgende debat volgde een motie van wantrouwen, die Rutte maar net overleefde. 

De formatie zou uiteindelijk een jaar duren. Op 7 juli 2023 viel het kabinet Rutte IV over migratieafspraken. 

Slide 21 - Tekstslide

Huidige regering
Onze huidige minsiter-president is Dick Schoof. 

De coalitie bestaat uit de PVV, VVD, NSC en de BBB. 

Slide 22 - Tekstslide

Werktijd
Havo
Vwo
Klaar? 

Maak 2.5: Kiezer, Kamer, Kabinet

opdr. 1a - 15b 
Maak 2.5: Kiezer, Kamer, Kabinet

opdr. 1a - 13b
Nakijken via Tijd voor GS. 

Slide 23 - Tekstslide