De belangrijkste functie: Brandstof. Als je teveel vet binnenkrijgt, slaat je lichaam het op als reservestof.
Er zijn 2 belangrijke soorten vetten:
Verzadigd vet = Verkeerd vet.
Het zit in veel dierlijke producten,
in koek, gebak en snacks.
Onverzadigd vet = Oké vet = goed vet.
Het zit in bijv. margarine, olijfolie, vis en noten.