Spelling blok 4 2MH

blok 4                          2MH
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

blok 4                          2MH

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Aan het einde van deze paragraaf
  • weet je welke tussenletter(s) je gebruikt in een samenstelling;
  • weet je wat een samentrekking is;
  • weet je hoe je het weglatingsstreepje gebruikt;
  • kun je de apostrof gebruiken.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak een samenstelling:

+

Slide 3 - Open vraag

In kerkklok hoor je de laatste k van kerk of de eerste k van klok niet. Toch schrijf je kerkklok omdat het woord een samenstelling is van kerk en klok.
Schrijf de samenstelling op:


+

Slide 4 - Open vraag

Handtas klinkt soms als */hantas/: de d van hand valt weg in de uitspraak. Toch schrijf je handtas omdat het woord een samenstelling is van hand en tas
Samenstelling
Een samenstelling bestaat uit 2 of meer andere woorden.

Soms moet je 1 of 2 tussenletters toevoegen om de samenstelling te maken.
-e, -en of -s.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf -(e)n

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf
geen 
-n

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf -s

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke is goed?
A
druivesap
B
druivensap
C
druifssap
D
druivessap

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke is goed?
A
zonnebril
B
zonnenbril
C
zonsbril
D
zonderbril

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Samentrekking
Weglatingsstreepje:
Soms kun je een deel van een samengesteld woord weglaten, omdat dat deel wordt herhaald. Plaats dan een weglatingsstreepje:
luchtvaart en ruimtevaart -> lucht- en ruimtevaart
fietsvakantie, werkvakantie en taalvakantie -> fiets-, werk- en taalvakanties.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maar:
Als de samentrekking een los woord herhaalt, en dus niet een deel van een samenstelling is, heb je geen weglatingsstreepje nodig.
Oude kaas en jonge kaas -> oude en jonge kaas

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

keelarts, neusarts en oorarts
A
keelarts, neus- en oorarts
B
keel, neus en oorarts
C
keel-, neus-, en oorarts
D
keel-, neus- en oorarts

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

zo kort mogelijk: aan knop en uit knop
A
aanknop en uitknop
B
aan-, uitknop
C
aan- en uitknop

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer gebruik je een apostrof?
A
Als één of meer letters zijn weggelaten
B
bij bezitsaanduidingen
C
na cijfers en afkortingen
D
alle antwoorden zijn goed

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Apostrof?
A
Trix zusje
B
Trix' zusje

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar komt de apostrof?
A
s' woensdags
B
's woensdags
C
M&Ms'
D
A'4tje

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar schrijf je een apostrof?
A
Tims vader
B
Lisas vader

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Einde uitleg
Maken spelling blok 4

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies