Blok 4 Lezen KGT 4.16 + 4.17

Nederlands
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Planning

Lezen BLOK 4 KGT
4.16 - 4.17




Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel
Aan het einde van deze week....

  • herken je overtuigende teksten;
  • kun je feiten en meningen onderscheiden;
  • kun je uitleggen of je het met een schrijver eens bent;
  • ken je manieren voor een inleiding en een slot.

Slide 3 - Tekstslide

Les 1
Lezen in je boek 





Slide 4 - Tekstslide

Les 2
Uitleg Lezen blok 4 KGT

4.16





Slide 5 - Tekstslide

Terugblik
Hoofdzaken: belangrijkste informatie
Bijzaken: helpen je om de tekst beter te begrijpen
Kernzin: dit is zijn de hoofdzaken, staan vaak in de eerste of laatste zin van een alinea 

Slide 6 - Tekstslide

De belangrijkste informatie noem je de hoofdzaak.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Bijzaken zijn onbelangrijk, daarom kun je ze beter overslaan als je een tekst leest

A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quizvraag

De kernzin van een alinea is meestal de eerste of de laatste zin.

A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Overtuigende teksten
In sommige teksten laat de schrijver duidelijk weten wat zijn mening is. Hij vertelt wat hij van het onderwerp vindt en hoopt dat jij het met zijn mening eens bent.

Tekstdoel: overtuigen: de lezer redenen geven waarom de mening van de schrijver goed is.
Tekstsoort: overtuigende tekst.
Tekstvorm: beoordeling, ingezonden brief, brief, folder, artikel in krant of tijdschrift.



Slide 10 - Tekstslide

Feiten en meningen
Als je een overtuigende tekst leest, moet je goed letten op het verschil tussen feiten en meningen.
Soms kun je een mening herkennen aan woorden als ‘ik vind’ of ‘mijn mening is …’. Maar vaak begint een mening zelfs met ‘Het is …’. Je moet dus goed nadenken bij wat je leest.

Slide 11 - Tekstslide

Feiten en meningen
voorbeeld


Het is in ons lokaal nu 19°C. (feit)
Ik vind het hier lekker warm. (mening)
Ik heb gewoon kippenvel! (feit)
Het is hier ijskoud! (mening)

Slide 12 - Tekstslide

Aan de slag 
Blok 4 LEZEN KGT
4.16: 
1.4 - 2.1 - 2.3 t/m 2.7

Klaar? Lezen in je boek. 

Slide 13 - Tekstslide

Les 3
Uitleg Lezen blok 4 KGT

4.17

 



Slide 14 - Tekstslide

Terugblik
Samenvatting

Kernzin

Hoofdgedachte 

Slide 15 - Tekstslide

In een samenvatting zet je de belangrijkste dingen uit een tekst.

A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quizvraag

De hoofdgedachte van een tekst is: in één zin opschrijven wat de schrijver over het onderwerp van de tekst zegt.

A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quizvraag

De inleiding 
Je weet al dat een tekst een inleiding, een middenstuk en een slot heeft. 

De inleiding is bedoeld om de lezer nieuwsgierig te maken. Dat kan de schrijver op verschillende manieren doen:

  • het onderwerp van de tekst noemen;
  • een belangrijke vraag over het onderwerp stellen;
  • een herkenbaar, opvallend of grappig verhaaltje vertellen.

Slide 18 - Tekstslide

Het slot 
Het slot is bedoeld om de tekst af te sluiten. Ook daar zijn verschillende manieren voor:
  • een korte samenvatting van de tekst geven;
  • een conclusie trekken: de schrijver geeft een eindoordeel (vaak te herkennen aan het woord dus);
  • en advies geven of een oproep doen aan de lezer.

Je begrijpt een tekst beter als je let op de manier die de schrijver gebruikt in de inleiding en het slot.

Slide 19 - Tekstslide

Aan de slag 
Blok 4 LEZEN KGT
4.17: 
4.1 - 4.3 - 4.4 - 5.1 - 5.2 - 7.1 - 7.2 - 7.7

Klaar? Lezen in je boek



Klaar? Lezen in je boek 

Slide 20 - Tekstslide

Les 4
Nieuwsbegrip tekst + sleutelvragen 

Slide 21 - Tekstslide