Rubrics

Beoordelen met een rubric

Naar aanleiding van 5v betoog schrijven (gpw 3).

- waarom
- hoe werkt het
- evaluatie
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Beoordelen met een rubric

Naar aanleiding van 5v betoog schrijven (gpw 3).

- waarom
- hoe werkt het
- evaluatie

Slide 1 - Tekstslide

Waarom?
1: nakijktijd
Het oude beoordelingsmodel is arbeidsintensief nakijken:
22 criteria die voorzien moeten worden van een waardering van meestal 1 t/m 5. 

Slide 2 - Tekstslide

Waarom?
2: feedback
Alleen punten zeggen weinig voor de leerling: wanneer is iets 3/5 punten waard of 4/5? (+ je moet dat ook weer helemaal opzoeken in de tekst als een lln feedback vraagt)

Slide 3 - Tekstslide

Rubrics lossen dit op.
Zie het nieuwe nakijkmodel in een rubric.
Voordeel: vijf criteria (kop/inleiding - middenstuk - citaten - slot - publiek/opbouw/stijl) die op drie manieren gewaardeerd mogen worden.
Voordeel: leerling heeft feedback (of feed forward voorafgaand aan toets) inzichtelijk.

Slide 4 - Tekstslide

Hoe werkt het?






- De beoordeling wordt per waardering uitgeschreven in leerlingentaal.
- Gebruik geen beoordelingswoorden, abstracte woorden of verwijzingen naar de andere waarderingen (bv. goed/matig/voldoende, beter dan, enz.)






Slide 5 - Tekstslide

Hoe werkt het?






- Weging hier wat vaag (17p), maar vanwege vigerende oude model.
- Wegingspunten laten zien aan leerlingen is qua formatief handelen niet oké. Leerling heeft kans om te gaan rekenen voor een 6.






Slide 6 - Tekstslide

Hoe werkt het?






- Je kunt als les de leerlingen een rubric laten vullen (oefening 6v staat hier). Doel: inzichtelijk maken wanneer een tekst goed is. Aan de voorkant (vóór de toets) weten leerlingen dat o.h.a. heel goed.






Slide 7 - Tekstslide

Evaluatie.


- Kijkt inderdaad sneller na (maar nog steeds intensief: vnl. veel tijd kwijt aan kritisch tekst lezen). Oplossing: aanstrepen met icoontjes in de kantlijn? 
x = spellingsfout | ∆ = stijlfout (bv. zinsbouw- of formuleerfout) | □ = inhoudelijke fout.
- Moeilijk om jezelf in rubric te beperken tot driepuntsschaal (zie afb. hierboven). Moet dat? 






Slide 8 - Tekstslide

Evaluatie.


- Feedbackmoment: waarschijnlijker makkelijker en formatief-vriendelijker te organiseren in bv. groepjes (want rubric zegt meer dan alleen punten).
- Reactie van leerlingen: nog niet verzameld, toets nog niet teruggegeven.
- Werktijd: ongeveer 2 of 3 uur om een rubric te maken. 

Slide 9 - Tekstslide

Conclusie.
- Vragen?

- Uitrollen over meer jaarlagen? 
- Elke toets? Rubrics zijn in ieder geval geschikt voor toetsing van schrijfvaardigheid en mondelinge taalvaardigheid.

Slide 10 - Tekstslide