Botanie 30.3

Leerdoelen:
  • kenmerken noemen van bedektzadigen.
  • het belang van zaadplanten voor het welzijn van de mensheid benoemen.
  • het ontstaan van naaktzadigen en bedektzadigen in een evolutionaire context plaatsen.
  • uitleggen dat de enorme verspreiding van bloemplanten/angiospermen te danken is aan de dubbele bevruchting, het economisch omgaan met energie. 
Concept 30.3
Angiospermen: voortplanting met bloemen en vruchten
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
BotanieHBOStudiejaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Leerdoelen:
  • kenmerken noemen van bedektzadigen.
  • het belang van zaadplanten voor het welzijn van de mensheid benoemen.
  • het ontstaan van naaktzadigen en bedektzadigen in een evolutionaire context plaatsen.
  • uitleggen dat de enorme verspreiding van bloemplanten/angiospermen te danken is aan de dubbele bevruchting, het economisch omgaan met energie. 
Concept 30.3
Angiospermen: voortplanting met bloemen en vruchten

Slide 1 - Tekstslide






  • Angiospermen (bedektzadigen) zaadplanten met bloemen en vruchten
  • Alle bedektzadigen worden gerekend tot 1 fylum, de Anthophyta
  • Grootste verspreiding en grootste diversiteit

Slide 2 - Tekstslide

Een bloem is een gespecialiseerde scheut met vier typen aangepaste bladeren:
  1. Kelkbladen (sepals), omsluiten de bloem
  2. Kroonbladen (petals), felgekleurd of opvallende vorm voor aantrekken bestuivers
  3. Meeldraden (stamen), produceren pollen
  4. Stampers (carpels), produceren zaadknoppen

  • Complete & Incomplete bloemen
  • Bloemen kunnen radiaal of bilateraal symmetrisch zijn

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Vruchten/zaden
Een vrucht bestaat uit een uitgerijpt vruchtbeginsel maar kan ook andere bloemdelen bevatten.

Vruchten beschermen de zaden en aanpassingen helpen veelal bij verspreiding.

Rijpe vruchten kunnen vlezig/sappig zijn of juist droog.


Slide 5 - Tekstslide

Bedektzadige levenscyclus
  • Mannelijke gametofyten zitten in de pollenkorrels die zijn geproduceerd door de micro-sporangia (helmknoppen)
  • Vrouwelijke gametofyt, of embryozak, ontwikkelt zich in een zaadknop in het vruchtbeginsel
  • Meeste bloemen hebben mechanismen om zelfbestuiving tegen te gaan

Slide 6 - Tekstslide

Evolutie van de Bedektzadige
  • Bloeiende planten zijn 140 miljoen jaar geleden ontstaan. 

  • Midden Krijt begin domineren van het land. 

  • Bestuiving en andere interacties tussen bedektzadige en dieren hebben bijgedragen aan het succes van bloeiende planten in de afgelopen 100 miljoen jaar. 


Slide 7 - Tekstslide

Oefenvragen vanuit Mastering Biology

Slide 8 - Tekstslide

1. In bloemen wordt stuifmeel geproduceerd in de ...
A
Stijl
B
Helmknop
C
Meeldraad
D
Stempel

Slide 9 - Quizvraag

2. Na bevruchting ontwikkelt het _____1_____ zich tot een zaadje
en ontwikkelt het _____2_____ zich tot een vrucht.

Schrijf de juiste antwoorden op!

Slide 10 - Open vraag

3. Welke van de volgende is geen voordeel dat zaden bieden ten opzichte van sporen?
A
Opgeslagen voedselvoorraad
B
Lange kiemrust
C
Ongeslachtelijke voortplanting
D
Beschermend omhulsel

Slide 11 - Quizvraag

4. Net als gymnospermen worden veel grassen en angiospermen door de wind bestoven. Om energie te besparen, produceren deze angiospermen geen volledige bloemen (volledige bloemen hebben alle vier de basisonderdelen).

Welk deel zou niet nodig zijn voor door de wind bestoven angiospermen?
A
Zaadknoppen
B
Kroonbladen
C
Helmknoppen
D
Kelkbladeren

Slide 12 - Quizvraag