jeudi, le 24 mai

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Qu'est-ce qu'on va faire?
  • parler
  • grammaire -> futur proche
  • retourner so
  • maxitaal.net

Slide 2 - Tekstslide

objectifs
  • ik kan antwoord geven op eenvoudige vragen 
  • ik kan vertellen wat ik in de (nabije) toekomst ga doen

Slide 3 - Tekstslide

parler
Réponds aux questions en phrases complètes.

Qui est-ce?

Slide 4 - Tekstslide

futur proche
Je vertelt iets over wat je in de nabije toekomst gaat doen.

Vanmiddag ga ik een ijsje kopen.

Slide 5 - Tekstslide

futur proche
vorm van aller (= gaan)  + heel werkwoord
je vais                =   ik ga
tu vas                 =   jij gaat
il/elle/on va     =   hij/zij/men gaat
nous allons     =   wij gaan
vous allez         =   jullie gaan
ils/elles vont    =   zij gaan

Slide 6 - Tekstslide

futur proche

heel werkwoord eindigt op  - er     jouer

                                                          - ir       partir

                                                          - re      faire

Slide 7 - Tekstslide

futur proche
vorm van aller  + heel werkwoord
je vais                   jouer au foot
tu vas                    faire du tennis
il/elle/on va        faire du shopping
nous allons        acheter une jupe
vous allez           manger une salade
ils/elles vont     regarder un film

Slide 8 - Tekstslide

futur proche


vragen tot dusver?

Slide 9 - Tekstslide

Je ... faire du tennis.
A
vais
B
vas
C
va
D
allons

Slide 10 - Quizvraag

Nous ... manger des frites.
A
va
B
allons
C
allez
D
vont

Slide 11 - Quizvraag

Mes parents ... acheter une maison.
A
va
B
allons
C
allez
D
vont

Slide 12 - Quizvraag

Ik ga winkelen
A
Je vas faire du shopping
B
Tu vas faire du shopping
C
Je vais faire du shopping
D
Je vais fais du shopping

Slide 13 - Quizvraag

Marc gaat een broek kopen.
A
Marc va acheter un pantalon.
B
Marc achète un pantalon.
C
Marc allons acheter un pantalon.
D
Marc va achètes un pantalon.

Slide 14 - Quizvraag

www.maxitaal.net
Verder met de opdrachten onder Écrire

Slide 15 - Tekstslide

objectifs
  • ik kan antwoord geven op eenvoudige vragen 
  • ik kan vertellen wat ik in de (nabije) toekomst ga doen

Slide 16 - Tekstslide