23 okt_herhalen deel 2

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1

Welkom klas!

Op tafel:

- Laptop

- Map

- Pen

Welkom havo 3B

Opdracht:

- Telefoon in het zakkie en rechtsboven op je tafel.

- Jas en bodywarmer uit.

- Tas op de grond.

> Log in op LessonUp

Vandaag maandag 23 oktober:

Mededeling: lessen verbeteren

Herhaling voor PTO-1

les 2, 3, 4, 9, 10, 11

Nu les 9, 10, 11 en 4. 

Lessen verbeteren

Hoe kan de docent de volgende periode de lessen Nederlands verbeteren? 

Ga naar Magister en gebruik de link bij het huiswerk. 

Geef tips. 

PTO-1

Les 2, 3, 4, 9, 10 en 11.

Kijk terug naar je aantekeningen van de vorige lessen. 

Vul je eigen aantekeningen aan als je nog begrippen en/of uitleg mist.

Termen bij les 9

• Goede zinnen
• Verbindingswoorden
• Zinsverbanden
• Variatie
• Wie handelt er?

Termen bij les 9

• Goede zinnen
• Verbindingswoorden
• Zinsverbanden
• Variatie
• Wie handelt er?

Leg elk begrip uit in je eigen woorden. 

Lukt het niet meteen? Kijk dan bij je aantekeningen van deze les. 

Goede zinnen

• Geef iedere zin een persoonsvorm en onderwerp.
  
• Varieer in zinslengte en zinsbouw.
  
• Gebruik hoofd- en bijzinnen. Maak een zin niet te lang. > hierbij heb je verbindingswoorden nodig!
• Varieer in woordgebruik.
  
• Op de toets kan je gevraagd worden: "Wat zijn 'goede' zinnen?"

Zinsverbanden

• reeks samenhangende gebeurtenissen

• verschillende type zinsverbanden

• variëren met verbindingswoorden

• Gebruik van verbindingswoorden: en, ook, daarnaast, bovendien, verder …

• Op de toets kan gevraagd worden om een tekst zonder veel samenhang te verbeteren. Dan moet je dus kennis hebben van verbindingswoorden om die tekst samenhangend te maken. Maak dan gebruik van verbindingswoorden. 

Vraag jezelf af wie er handelt

Vraag jezelf af wie er handelt

Soms weet je niet wie er handelt, gebruik dan 'ze' of 'men':

Termen bij les 10

• Titel + inleiding
• Aandacht trekken
• Middenstuk / kern
• Argumenten
• Afsluiting / slot
• Uitsmijter

pg 44 hoef je niet te kennen!

Termen bij les 10

• Titel + inleiding
• Aandacht trekken
• Middenstuk / kern
• Argumenten
• Afsluiting / slot
• Uitsmijter

Leg elk begrip uit in je eigen woorden. 

Lukt het niet meteen? Kijk dan bij je aantekeningen van deze les. 

Titel + Inleiding

- aandacht trekken van de lezer

- lezer nieuwsgierig maken

Middenstuk

- kern

- één deelonderwerp per alinea

- verbindingswoorden

- tussenkopjes

Slot

- samenvatting

- maak het cirkeltje rond

- geen nieuwe informatie

- uitsmijter (leuke, laatste zin, zodat de lezer het artikel extra goed onthoudt).

Artikel

Bouw je tekst op volgens de vaste indeling: titel, inleiding, middenstuk, slot. 

tot hier gekomen + huiswerk les 10 opgegeven.

Termen bij les 11

• Verplaats je in de lezer
• Voorkennis

Leg elk begrip uit in je eigen woorden. 

Lukt het niet meteen? Kijk dan bij je aantekeningen van deze les. 

Verplaats je in de lezer

doel bereiken ← lezer bereiken

 

je verplaatsen in je lezer

Bepaal wie je lezer is

• Wie is je lezer? > oud/jong/rijk/arm/cultuur (kies wat relevant is)
• Wat wil jij hem/haar vertellen en waarom?
  
• Waarom leest hij jouw tekst? Waar is hij naar op zoek? Wat wil hij weten?
  
• Wat voor vragen heeft hij over het onderwerp?
  
• Welk taalgebruik past bij hem?
  

Voorkennis

• wat iemand van tevoren al weet
• veel of weinig uitleg
  
• hoeveel context
  
• wel of geen jargon of moeilijke woorden
  

Voorbeeld:

Na de openingszetten had zwart een pionmeerderheid op de damevleugel.

Voorkennis

Voorbeeld:

Beste medeleerlingen, we verzamelen vrijdag 13 mei om 09:00 uur op het plein. Tot dan!

Maak deze tekst duidelijk voor iedereen:
"Beste medeleerlingen, we verzamelen vrijdag 13 mei om 09:00 uur op het plein. Tot dan!"

Voorkennis

Voorbeeld:

Beste medeleerlingen, we verzamelen vrijdag 13 mei om 09:00 uur op het plein. Tot dan!

Beste medeleerlingen, vrijdag 13 mei bezoeken we Den Haag. We reizen per bus. Vertrek is om 09:00 en we zijn om 18:00 weer thuis. Neem je eigen lunchpakket mee. Tot dan!

Leg in je eigen woorden uit wat factchecken is?

Wat denk je dat de 'grafiekpolitie'
voor werk doet?

Factchecken

= Het controleren van de feiten 
= Controleren of bepaalde uitspraken en meningen wel echt gezegd zijn. 

En dit kan dus ook in een grafiek. 
De grafiek klopt wel, maar mensen begrijpen de grafiek anders.

=> dus de grafiek moet anders gevisualiseerd worden. 

Deze grafiek gaat over 16 landen die wapens exporteren.

Vraag: Wat zie je aan de gegevens in deze grafiek?

Factchecken:

Het controleren van feiten > 

De feiten hier zijn niet per se fout, maar worden verkeerd geïnterpreteerd door mensen. 

https://nieuwscheckers.nl/grafiekpolitie-nrc-brengt-top-16-wapenexporterende-landen-slordig-in-beeld/

Oefenen

Maak de oefenopdracht over les 2, 3 en 4. 

Je kunt zelf je antwoorden nakijken met het antwoordmodel op Teams. 

Succes met PTO 1!