Termen boekopdracht en PTO
Argument/reden: hiermee onderbouw je je mening/standpunt.
Herken je aan: want, doordat, omdat, ten eerste, tot slot.
Voorargumenten vs. tegenargumenten
Weerlegging:
= Bewijzen dat iets (= argument) niet klopt.
= Tegen het tegenargument zijn + argumenten