HV2A week 46.1 K7 Lesen

Liebe Leute, das Programm für heute

Lesen 
Strategieën
Lesen üben
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo t, havo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Liebe Leute, das Programm für heute

Lesen 
Strategieën
Lesen üben

Slide 1 - Tekstslide

LERNZIELE
Ik weet hoe ik een Duitse leestekst kan begrijpen
Ik weet hoe ik daarvoor kan oefenen
Ik weet hoe ik beter multiple-choice vragen kan beantwoorden

Slide 2 - Tekstslide

We bekijken nu het filmpje over leesstrategieën:

Link leesvaardigheid tips


En een video over "gokken"



Slide 3 - Tekstslide

Leesstrategieën
Wat is een leesstrategie? = hoe je een tekst leest.

- oriënterend lezen 
   = voorspellen
- globaal lezen
  = scannen/skimmen
- zoekend lezen
  = informatie vinden
- intensief lezen

Slide 4 - Tekstslide

Woordenboek D-N
Je mag bij een leestoets een woordenboek Duits-Nederlands gebruiken, maaaaaar:

- hele werkwoorden: "magst"  = "mögen"
- Enkelvoud: "Häuser" = "Haus"
- Meerdere betekenissen
- Oefen daarmee

Slide 5 - Tekstslide

Lesen üben: Buch, Seite 38-39-40
Intelligente Häuser                                                                                 DENKEN - DELEN - UITWISSELEN
Skimm/Scan de tekst: Titel, plaatjes, tussenkopjes
- Voorspel: Waar gaat de tekst over?
- Wat betekenen de titel en de tussenkopjes?

16b. belangrijke woorden:
Aussage = uitspraak
Absatz = alinea
stimmt überein: komt overeen
Lücke = gat
timer
10:00

Slide 6 - Tekstslide

HAUSAUFGABEN 
Week 45 "geplande taak

HV-BOEK  MAKEN
Aufgabe 14 t/m 18

HV-BOEK LEREN:
Lernliste N-D helemaal
Lernliste D-N A-Sehen
Lernliste D-N C-Hören
Lernliste D-N D-Lesen

Slide 7 - Tekstslide

Auf Wiedersehen!

Slide 8 - Tekstslide

LERNZIELE

  • Ik weet wat ik op het so wel/niet goed gedaan heb
  • Ik begrijp een reportage over het thema wonen.
  • Ik ken de betekenis van de woorden van Lernliste A-Sehen
  • Ik weet wat ik vrijdag af moet hebben

Slide 9 - Tekstslide

SO BESPRECHEN
Tafels leeg

Slide 10 - Tekstslide

Kapitel 7
Anfang: 
Seite 28-29

  • Thema Wohnen
  • Grammatik: persoonlijk voornaamwoord in 4e naamval





Slide 11 - Tekstslide

A SEHEN: Seite 30 Aufgabe 1
Wohnen in der Mühle

1a: Manche Menschen wohnen in besonderen Häusern. 
       Welche Beispiele dafür kennst du? 

1b: Sieh dir den Film an. Kreise beim Sehen die richtige Aussage ein.

Slide 12 - Tekstslide

Auf Wiedersehen!

Slide 13 - Tekstslide

Auf Wiedersehen!

Slide 14 - Tekstslide

Auf Wiedersehen

Slide 15 - Tekstslide

ik 
jullie
zij
het
wij
hij
ich
ihr
sie
es
wir
er

Slide 16 - Sleepvraag

Het bepaald en onbepaald lidwoord
der, die und das
De lidwoorden in het Nederlands:
de en het (bepaald) een (onbepaald)
worden in het Duits aangegeven met:
der, die en das
der = mannelijk
die = vrouwelijk
das = onzijdig
De (bepaalde) lidwoorden in het Nederlands de en het (bepaald)
worden in het Duits:    der - die - das

GESLACHT!
der        = na een mannelijk zelfstandig naamwoord (vaak "de")
die         = na een vrouwelijk zelfstandig naamwoord (vaak "de")
das        = na een onzijdig zelfstandig naamwoord (vaak "het")
Het bepaald en onbepaald lidwoord

Slide 17 - Tekstslide

DER + "mannelijke woorden"
mannelijke personen, dieren, beroepen
dagen
maanden
jaargetijden

Slide 18 - Tekstslide

DIE + "vrouwelijke" woorden"
vrouwelijke personen, dieren, beroepen
vaak woorden eindigen op -e
altijd woorden eindigen op: 
-heit -keit -schaft -ung

Slide 19 - Tekstslide

DAS + "onzijdige" woorden"
"het" woorden in het Nederlands 
(PAS OP: niet altijd!!)

Slide 20 - Tekstslide

DIE + meervoud
Meervoudige zelfstandige naamwoorden

ALTIJD DIE

Slide 21 - Tekstslide

.... Bruder
A
der
B
die
C
das

Slide 22 - Quizvraag

LERNZIELE

  • Ik weet wie mevrouw Verholen is
  • Ik ken de lidwoorden in het Duits nog
  • Ik ken de persoonlijke voornaamwoorden in het Duits nog
  • Ik kan in mijn online-boek
  • Ik weet wat ik volgende week af moet hebben

Slide 23 - Tekstslide