Unit 6.4 Question Tags Basis

18 June 2021
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

18 June 2021

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Question Tags
Grammar is cool, isn't it?

Hierboven zie je een voorbeeld van een 'Question Tag'. 

Een 'Question Tag' is de korte vraag aan het einde van de zin. 

Slide 4 - Tekstslide

Question Tags
Hoe maak je een 'Question Tag'? 
De regel: 
 
Bevestigende zin (+), ontkennende   'Question Tag' (-)
ontkennende zin (-), bevestigende 'Question Tag' (+)

Slide 5 - Tekstslide

Question Tags
Voorbeelden: 

(+) He is a teacher at this school, isn't he? (-)
 
 (-) They can't speak Dutch, can they? (+)

Slide 6 - Tekstslide

Question tags
Als je een 'Question Tag' wilt maken moet je hulpwerkwoorden uit het eerste deel van de zin herhalen.  
Dit zijn de vormen van het werkwoord to be (am/is/are) of hulpwerkwoorden (can, have, should, could, would) 

Als deze woorden niet in het eerste gedeelte staan moet je to do gebruiken in de 'Question Tag'. 

Slide 7 - Tekstslide

Question Tags (Voorbeelden) 
  • They are working hard, aren't they?  
  • You can speak English, can't you? 
  • We need to study this for the test, don't we?  
  • They work together, don't they? 
  • She sings in that pop group, doesn't she? 
  • He doesn't go to school every day, does he?

Slide 8 - Tekstslide

Question Tags (Voorbeelden) 

  • She plays the piano quite well, doesn't she?  
  • Karen is quite a good singer, isn't she? 
  • They aren't at home, are they?  
  • Brad and Brenda are married, aren't they? 

Slide 9 - Tekstslide

Question tags
Naast dat je het werkwoord uit het eerste gedeelte herhaalt moet je ook het onderwerp herhalen. 
Het onderwerp van de zin moet je soms vervangen door I, you, he, she, it, we, they of there. 
Staat er een naam of bijvoorbeeld: 'The boy' of 'The girl', dan moet je in de 'Question Tag'  -               HE  of            SHE  gebruiken. 

Slide 10 - Tekstslide

Question Tags: Samenvatting
Na een bevestigende zin (+) is de tag ontkennend (-)  
Na een ontkennende zin (-)  is de tag bevestigend (+) 
Je herhaalt de vorm van het ww to BE (am/is/are/wa/were) of hulpww (can, have, should, could, would).  
Geen hulpww dan:  do/don't, does/doesn't
Je herhaalt het onderwerp. Soms moet je dit vervangen door  
he, she, it, we, you, they. 

Slide 11 - Tekstslide

Let's practise
Beantwoord de volgende meerkeuzevragen door de juiste question tag te kiezen. 

Slide 12 - Tekstslide

He is a good singer, …………?
A
is he
B
isn't he
C
he is
D
he isn't

Slide 13 - Quizvraag

You're a big fan,.....?
A
are you
B
aren't you
C
you are
D
you aren't

Slide 14 - Quizvraag

They aren't married,.....?
A
are they
B
aren't they
C
they are
D
they aren't

Slide 15 - Quizvraag

You walk an hour every day, ……?
A
do you
B
don't you
C
walk you
D
walken't you

Slide 16 - Quizvraag

He can help you,...….?
A
can he
B
can't he
C
he can
D
he can't

Slide 17 - Quizvraag

It's great that you're here, …..?
A
isn't it
B
is it
C
are you
D
aren't you

Slide 18 - Quizvraag

Harry drives an expensive car, ……….?
A
does he
B
doesn't he
C
drives he
D
drivesn't he

Slide 19 - Quizvraag

Janice doesn't like you, ……..?
A
does she
B
doesn't she
C
she does
D
she doesn't

Slide 20 - Quizvraag

You guys talk for hours, …..?
A
do you
B
don't you
C
talk you
D
talkn't you

Slide 21 - Quizvraag

Exercise 2
Nu volgen er een aantal open vragen. 
Je moet zelf de question tag maken. 
Lees de zin voor de komma goed en maak de question tag. 
Succes!

Slide 22 - Tekstslide

Vera is Bob's sister, ……..?

Slide 23 - Open vraag

They could help you with that, ……?

Slide 24 - Open vraag

You aren't family, …….?

Slide 25 - Open vraag

We have told you this before,...….?

Slide 26 - Open vraag

Your teacher explains the grammar, …….?

Slide 27 - Open vraag

She isn't a big football fan, ………?

Slide 28 - Open vraag

The cat isn't drinking the milk, ……..?

Slide 29 - Open vraag

Let's practise
Basis:
Unit 6 - Lesson 6.4 - page 136, exc.36 wb
Unit 6 - Lesson 6.4 - PractiseMore (exc 4/5)

Kader:
Unit 6 - Lesson 6.4 - page 117, exc.36 wb
Unit 6 - Lesson 6.4 - PractiseMore (exc 4/5)

Slide 30 - Tekstslide

 Tuesday 22 June 2021


Leren: Unit 6
Words/ Phrases/ Grammar –
page 100 t/m 105 cb
Maken: Exc.30 t/m 33 + 35 t/m 37 page 116 -118 wb +
(Kader) PractiseMore (alle opdrachten)
(GT) PractiseMore (alle opdrachten)


Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Link