Question Tags

• Engels
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 2

Question Tags

= 

Korte vraagjes

Question Tags

Grammar is cool, isn't it?

Hierboven zie je een voorbeeld van een question tag. 

Een question tag is de korte vraag aan het einde van de zin. 

Question Tags

Hoe maak je een question tag? 

De regel: 

 

Bevestigende zin (+), ontkennende question tag (-)

ontkennende zin (+), bevestigende question tag (-)

Question Tags

Voorbeelden: 

He is a teacher at this school, isn't he? 

 

 

They can't speak Dutch, can they? 

Question tags

Als je een question tag wilt maken moet je hulpwerkwoorden uit het eerste deel van de zin herhalen.  

Dit zijn de vormen van het werkwoord to be (am/is/are) of hulpwerkwoorden (can, have, Should, could, would) 

Als deze woorden niet in het eerste gedeelte staan moet je to do gebruiken in de question tag. 

Question Tags

Voorbeelden 

They are working hard, aren't they?  

You can speak English, can't you? 

We need to study this for the test, don't we?  

They work together, don't they? 

She sings in that pop group, doesn't she? 

He doesn't go to school every day, does he?

Question tags

Naast dat je het werkwoord uit het eerste gedeelte herhaalt moet je ook het onderwerp herhalen. 

Het onderwerp van de zin moet je soms vervangen door I, you, he, she, it, we, they of there. 

Staat er een naam of bijvoorbeeld 'The boy' of 'The girl' dan moet je in de question tag he of she gebruiken. 

Question tags

Voorbeelden 

She plays the piano quite well, doesn't she?  

Karen is quite a good singer, isn't she? 

They aren't at home, are they?  

Brad and Brenda are married, aren't they? 

Question Tags: Samenvatting

Na een bevestigende zin (+) is de tag ontkennend (-)  

Na een ontkennende zin (-) is de tag bevestigend (+) 

Je herhaalt de vorm van het werkwoord to be (am/is/are) of hulpww (can, have, Should, could, would).  

Geen hulpww dan do/don't, does/doesn't

Je herhaalt het onderwerp. Soms moet je dit vervangen door  

he, she, it, we, you, they. 

Let's practise

Beantwoord de volgende meerkeuzevragen door de juiste question tag te kiezen. 

He is a good singer, …………?

1. is he
2. isn't he
3. he is
4. he isn't

You're a big fan,.....?

1. are you
2. aren't you
3. you are
4. you aren't

They aren't married,.....?

1. are they
2. aren't they
3. they are
4. they aren't

You walk an hour every day, ……?

1. do you
2. don't you
3. walk you
4. walken't you

He can help you,...….?

1. can he
2. can't he
3. he can
4. he can't

Exercise 1

Nu mag je het zelf gaan proberen.

Kies de juiste question tag.

It's great that you're here, …..?

1. isn't it
2. is it
3. are you
4. aren't you

Harry drives an expensive car, ……….?

1. does he
2. doesn't he
3. drives he
4. drivesn't he

Janice doesn't like you, ……..?

1. does she
2. doesn't she
3. she does
4. she doesn't

You guys talk for hours, …..?

1. do you
2. don't you
3. talk you
4. talkn't you

Exercise 2

Nu volgen er een aantal open vragen. 

Je moet zelf de question tag maken. 

Lees de zin voor de komma goed en maak de question tag. 

Succes!

Vera is Bob's sister, ……..?

You aren't family, …….?

They could help you with that, ……?

We have told you this before,...….?

Miss Noé explains the grammar, …….?

Gerard isn't a big football fan, ………?

The cat isn't drinking the milk, ……..?

Exercise 3

Meer oefenen is belangrijk. 

Ook zeker bij het leren maken van question tags. 

Op de volgende slides vind je websites waar je meer kunt oefenen met het maken van question tags. 

www.bastrimbos.com

www.iedereenkanengels.nl

https:

https: