Verzekeringen §4.1

verzekeringen
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

verzekeringen

Slide 1 - Tekstslide

Hoeveel verzekeringen zijn er bij jou thuis afgesloten?
A
0-5
B
11-15
C
6-10
D
meer dan 15

Slide 2 - Quizvraag


Nederlanders zijn wereldkampioen in verzekeren. BNR-columnist Paul Laseur zei: "We doen het zo graag, verzekeren, ons land is wereldkampioen. Een gemiddelde Nederlander besteedt meer dan 4 procent van zijn inkomen aan verzekeringen. Wij Nederlanders hebben gemiddeld acht verschillende polissen, dit is meer dan in welk land ook.

In een krantenbericht uit het Financiële Dagblad stond dat de gemiddelde Nederlander ongeveer 4,2 procent van zijn inkomen uitgaf aan verzekeringen. Nederland staat daarmee op nummer één binnen de EU. Maar omdat de zorgpremie vaak via de belastingen worden betaald, laten we deze weg. Hierdoor staat Nederland op een tiende plaats.

Slide 3 - Tekstslide

Wat is nu precies een verzekering?
Wat is nu precies een verzekering?

Als je een verzekering afsluit neemt een verzekeringsmaatschappij het risico van schade over van jou. In ruil daarvoor betaal je premie.

  •  jij bent de verzekerde/verzekeringsnemer
  • -de verzekeringsmaatschappij de verzekeraar


Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Noem een verzekering die bij jou thuis is afgesloten.

Slide 6 - Open vraag

polis= bewijs van verzekering. 
            Hier staan ook de voorwaarden in

  • Je krijgt alleen de schade vergoed bij een onzeker voorval 

  • Je weet dus niet zeker of en wanneer er iets gaat gebeuren.

  • risico= kans x schade

Slide 7 - Tekstslide

Hoe vaak is het scherm van je mobiele telefoon stuk gegaan?
A
Ik kan het niet meer bijhouden. Een heel scherm? wat is dat?
B
tussen de 1 en de 5 keer
C
meer dan 5 keer
D
Nog nooit, ik ben altijd heel voorzichtig

Slide 8 - Quizvraag



Men kan zich bijna tegen alles verzekeren.

  • Sommige verzekeringen zijn verplicht en sommige zijn vrijwillig.


Slide 9 - Tekstslide

Verplichte verzekeringen:
  • Zorgverzekering (basis) , vanaf 18 jaar
  • W.A- motorvoertuigen


Vrijwillige verzekeringen:
  • fietsverzekering
  • telefoonverzekering
  • uitvaartverzekering
  • annuleringsverzekering

Slide 10 - Tekstslide

Keuze wel of niet verzekeren?

  •  kans dat het onzekere voorval gaat gebeuren
  • de omvang van de verwachte schade

Slide 11 - Tekstslide

Maar ook: 

risicoavers: iemand die zo weinig mogelijk risico wil
                       lopen.

  • Hoe meer risicoavers iemand is, hoe meer verzekeringen hij zal nemen.

Slide 12 - Tekstslide

Eigen risico = je moet het eerste gedeelte van de
                           schade zelf betalen

voordeel verzekerde: minder premie betalen

voordeel verzekeringsmaatschappij:
de verzekerde gaat zich voorzichtiger gedragen.

Slide 13 - Tekstslide

Huiswerk:

Maken:
Zie:  ELO, studiewijzer, verzekeringen, scans verzekeringen --> §4.1 vraag 1 t/m 5
Gebruik de tag: §4.1 Deel 1


Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide