Les 2&3. Begripsbepaling

Brede vorming 
Periode 10: diversiteit & inclusie
Les 2. 
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
BVMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Brede vorming 
Periode 10: diversiteit & inclusie
Les 2. 

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
  1. Terugblik
  2. Doelen
  3. Opdracht
  4. Weekoverzicht
  5. Belangrijke begrippen

Slide 2 - Tekstslide

Doelen
  1. Je weet wat diversiteit en inclusie inhoudt.


  2. Je kent het verschil tussen gelijk en gelijkwaardig


  3. Je weet hoe je als (persoonlijk) begeleider maatschappelijke zorg diversiteit sensitieve zorg kan bieden aan cliënten. 

Slide 3 - Tekstslide

Opdracht & reader
De opdracht staat in OneNote onder periode 10 brede vorming.
Je levert het volgende in:  
  1. Woordenlijst
  2. Diversiteitscirkel
  3.  Genderkoek of onderhuids.
  4. Actiepunt om inclusie binnen de Friese Poort of je BPV plek te bevorderen

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide


Diversiteit & inclusie

Slide 6 - Tekstslide

Maatschappelijke zorg

Werken in de sociaal-agogische sector betekent direct werken met cliënten. Hierbij speelt de beroepskracht maatschappelijke zorg als persoon een essentiële rol. Zijn/haar/hen kwaliteiten zijn van doorslaggevend belang bij het aangaan van een professionele relatie en bij het bereiken van de gewenste resultaten. 

Slide 7 - Tekstslide

Maatschappelijke zorg
Voor een verantwoorde beroepsuitoefening moet de beroepskracht maatschappelijke zorg: 
  • Betrokken; 
  • Empathisch
  • Assertief; 
  • Representatief; 
  • Integer zijn. 

Slide 8 - Tekstslide

Wat is 'betrokken' volgens
jou?

Slide 9 - Tekstslide

Betrokken
  • Dat betekent dat je betrokkenheid toont bij cliënt. Je hebt hart voor de zaak. Je leeft en denkt mee.

Slide 10 - Tekstslide

Wat is 'empathisch' volgens
jou?

Slide 11 - Tekstslide

Empathisch
  • Empathie is inlevingsvermogen, de kunde of vaardigheid om zich in te leven in de situatie en gevoelens van anderen. Iemand die zichzelf goed kan verplaatsen in anderen , kan de emoties van anderen beter begrijpen.

Slide 12 - Tekstslide

Wat is 'integer' volgens
jou?

Slide 13 - Woordweb

Integer
  • Betrouwbaarheid:  Jezelf niet tegenspreken en handelen naar je woord ook als het tegenzit of moeilijk is
  • Deugdzaamheid: het goede doen
  • Authenticiteit: intrinsiek gemotiveerd zijn
  • Reflectie: kritisch kijken naar normen en regels (zowel van de instelling en van jezelf) en naar de uitvoering hiervan

Slide 14 - Tekstslide

Wat hebben deze kwaliteiten te maken met diversiteit en inclusie?

Slide 15 - Open vraag

Diversiteit & inclusie
Voor je betrokken, empathisch en integer kan zijn moet je op de hoogte zijn van de uitdagingen waar jullie cliënten (mogelijk) tegenaan lopen. Deze uitdagingen komen altijd ergens vandaan bijvoorbeeld:
  • Verstandelijke/lichamelijke beperking
  • Huidskleur
  • Afkomst

Slide 16 - Tekstslide

Mensen die anders zijn dan 'de norm'
  • Op welke manieren kunnen mensen onderling verschillen?
  • *denk aan afkomst, cultuur, religie, huidskleur, geaardheid, gender, sekse , beperking - aanvulling?

  • Wat is de norm binnen de klas?
  • Wat is de norm binnen de Friese Poort?
  • Wat is de norm binnen de provincie?

Slide 17 - Tekstslide

Mensen die anders zijn dan 'de norm'
Uit het onderzoek ''ervaring met diversiteit en inclusie in Friesland'' blijkt dat de meeste Friese mensen zichzelf ruimhartig vinden. 


Slide 18 - Tekstslide

Mensen die anders zijn dan 'de norm'
Uit hetzelfde onderzoek blijkt juist dat mensen uit zogenaamde 'minderheidsgroepen'  zich in Fryslân niet altijd en
overal thuis voelen, ongelijke kansen ervaren en ook wel eens te maken krijgen met uitsluiting en discriminatie, soms zelfs agressie. 



Inwoners met een migratieachtergrond en zij die vanuit een andere regio naar Fryslân verhuizen stuiten soms op een gesloten dorps- wijk of buurtgemeenschap. Meerdere inwoners met een migratieachtergrond geven daarnaast aan dat zij in het uitgaansleven, op de arbeidsmarkt en in het sociale leven te maken 
krijgen met discriminatie en uitsluiting. 
De sociale acceptatie van homoseksualiteit, biseksualiteit,
transseksualiteit, non-binariteit en een queer lifestyle verschillen kennelijk sterk van plaats tot plaats. Doordat inwoners met een lhbtqia-achtergrond naar eigen zeggen moeilijker aansluiting vinden bij verenigingen en andere groepen lopen zij eerder kans om in een sociaal isolement terecht te komen.

Slide 19 - Tekstslide

Mensen die anders zijn dan 'de norm'
''Ik zie geen kleur'', ''het maakt geen verschil of je homo of hetero bent'', ''het maakt niet uit waar iemand vandaan komt''
  • Statistisch gezien hebben mensen uit een minderheidsgroepering meer kans op uitsluiting, psychiatrische problemen, verslaving en zelfmoord.
  • Wees je bewust van de problemen die anderen ervaren en waar deze vandaan komen! 




Slide 20 - Tekstslide

Opdracht 1. Woordenlijst. 

Slide 21 - Tekstslide

Opdracht 1
  • Voor we het met z'n allen over diversiteit kunnen hebben, is het goed om eens stil te staan bij welke woorden veel gebruikt worden.
  • Opdracht 1 is dan ook als volgt:
  • In de reader staat een woordenlijst. Het is aan jou om elk woord te 'vertalen' naar je eigen woorden. Deze les zal ik enkele behandelen, de rest ga je zelf mee aan de slag.  

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Verschil tussen gelijk
en gelijkwaardigheid

Slide 24 - Woordweb

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Uitsluiting
Segregatie

Slide 29 - Tekstslide

Het woord segregatie wordt ook gebruikt voor de periode 1885 tot 1968 waarin zwarte amerikanen systematisch en wettelijk buitengesloten werden. 

Slide 30 - Tekstslide

Integratie
Inclusie

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Inclusie?
Stel je voor; je zit in een rolstoel.
  • Je mag gewoon in je rolstoel naar buiten (geen uitsluiting) 
  • Je mag ook  in je rolstoel naar de HEMA (geen segregatie)
  • Mensen willen je prima helpen met de loodzware, lastige deuren (integratie)
  • Maar als je alleen bent, is er dan
    sprake van inclusie?

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Volgende week
  • Moeilijke woorden opdracht 1 klassikaal nabespreken
  • Verscheidenheid: op welke manier kunnen mensen onderling verschillen en welke invloed heeft dit op de verschillende leefgebieden?
  • Diversiteit sensitieve zorg

Slide 35 - Tekstslide