H5.1 Beweging - snelheid

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

H5 bewegen

§ 5.1 Snelheid

Leerdoelen

Je kunt beschrijven wat snelheid is. 

Je kunt de eenheid van snelheid noemen. 

Je kunt de snelheid in meter per seconde omrekenen naar kilometer per uur en omgekeerd. 

Je kunt de snelheid berekenen van een bewegend voorwerp. 

Snelheid

Snelheid is een maat voor hoe snel iets beweegt. 

meter per seconde (m/s)

kilometer per uur (km/h) 

m/s of km/h

bijvoorbeeld:

5 m/s x 3,6 = 18 km/h

72 km/h : 3.6 = 20 m/s

Snelheid berekenen

Snelheid = afstand : tijd

Mevrouw de Jong rijdt 65 km. Ze is 3 kwartier onderweg. Wat is haar snelheid?

Antwoord

Snelheid = afstand : tijd

Mevrouw de Jong rijdt 65 km. Ze is 3 kwartier onderweg. Wat is haar snelheid?

snelheid = 65 : 0,75 = 86,67 km/h

Zet de volgende snelheden op volgorde van snelste naar laagste snelheid.

10 km/h

30 km/h

5 m/s

10 m/s

Wat is sneller?
10 m/s of 36 km/h?

1. 10 m/s
2. 36 km/h
3. even snel
4. dat kun je niet weten

Sleep de woorden naar de juiste plek.

                                                

gemiddelde snelheid = ---------------------

afstand

tijd

De auto heeft een snelheid van 20 m/s. Wat is de snelheid in km/uur?  Sleep het goede antwoord.

36 km/u

5,56

km/u

3,6

km/u

5,55

km/u

6

km/u

72

km/u

Leerdoelen § 5.1

Je kunt beschrijven wat snelheid is. 

Je kunt de eenheid van snelheid noemen. 

Je kunt de snelheid in meter per seconde omrekenen naar kilometer per uur en omgekeerd. 

Je kunt de snelheid berekenen van een bewegend voorwerp. 

Gemiddelde snelheid

Gemiddelde snelheid = afstand : tijd

Tijd = afstand : snelheid

Afstand = snelheid x tijd

Aan de slag

§ 5.1 afronden / fouten verbeteren

Mk en lr § 5.2

Een raket die opstijgt gaat steeds sneller.

We noemen dit ...               versnellen

Een fietser die plotseling zijn rem indrukt remt af. We noemen dit vertragen

Een auto die met dezelfde snelheid blijft rijden heeft een constante snelheid

Auto van mw Tibbe

Een scooter rijdt weg bij een verkeerslicht.
Wat voor beweging is dit?

1. Beweging met constante snelheid
2. Versnelde beweging
3. Vertraagde beweging

Je moet op de fiets afremmen, omdat de spoorbomen dichtgaan.
Wat voor beweging is dit?

1. Beweging met constante snelheid
2. Versnelde beweging
3. Vertraagde beweging

1. Het snelst bij C
2. Het snelst bij B
3. Het snelst bij A

1. Bij B
2. Bij D
3. Bij G