Argumentatiestructuren en -schema's

Argumentatiestructuren &
argumentatieschema's
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5,6

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Argumentatiestructuren &
argumentatieschema's

Slide 1 - Tekstslide

Argumenteren

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Video

Enkelvoudige argumentatie
Een argumentatie die bestaat uit één standpunt en één argument (standpunt > argument).

Zij moet de opvolgster worden van onze coach, want zij heeft al veel ervaring.

Slide 4 - Tekstslide

Onderschikkende argumentatie
Een argumentatie waarin een argument wordt ondersteund door één of meer subargumenten (standpunt > argument > argument).

Zij is de juiste persoon voor die baan van boekverkoopster, want zij heeft ruime ervaring in die branche. Ze heeft namelijk al twee jaar bij een Libris boekhandel gewerkt. 


Slide 5 - Tekstslide

Nevenschikkende argumentatie

Bij een onafhankelijk nevenschikkende argumentatie gebruik je twee of meer argumenten. De argumenten zijn gelijkwaardig en kun je onderling van plaats verwisselen.




Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Nevenschikkende argumentatie

Bij een afhankelijke nevenschikkende argumentatie vormen twee deelargumenten samen een argument. De argumenten onderbouwen samen het standpunt. Alleen in combinatie hebben ze kracht (ze zijn van elkaar afhankelijk).




Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Argumentatieschema's
  1. Oorzaak en gevolg (causaliteit)
  2. Kenmerk of eigenschap
  3. Voor- en nadelen
  4. Vergelijking
  5. Algemene uitspraak en voorbeelden

Slide 10 - Tekstslide

Welk schema?

Het Nederlands verloedert want jongeren gebruiken steeds meer Engelse woorden als spam, hacken, gamen, cool, relaxed en chill.

Slide 11 - Tekstslide

Het Nederlands verloedert want jongeren gebruiken steeds meer Engelse woorden als spam, hacken, gamen, cool, relaxed en chill.

Slide 12 - Open vraag

Welk schema?
Voorstanders van all inclusive hotelvakanties roemen het zorgeloze karakter van zo’n verblijf. Eten en drinken zijn immers inbegrepen waardoor je budget makkelijk te overzien is. Tegenstanders vinden dit soort vakanties te voorspelbaar. Maar als je houdt van naar hartenlust genieten van bar en restaurant zonder te hoeven nadenken over de kosten is dit voor jou een prima vakantie.

Slide 13 - Tekstslide

Voorstanders van all inclusive hotelvakanties roemen het zorgeloze karakter van zo’n verblijf. Eten en drinken zijn immers inbegrepen waardoor je budget makkelijk te overzien is. Tegenstanders vinden dit soort vakanties te voorspelbaar. Maar als je houdt van naar hartenlust genieten van bar en restaurant zonder te hoeven nadenken over de kosten is dit voor jou een prima vakantie.

Slide 14 - Open vraag

Welk schema?
Voorstanders van all inclusive hotelvakanties roemen het zorgeloze karakter van zo’n verblijf. Eten en drinken zijn immers inbegrepen waardoor je budget makkelijk te overzien is. Tegenstanders vinden dit soort vakanties te voorspelbaar. Maar als je houdt van naar hartenlust genieten van bar en restaurant zonder te hoeven nadenken over de kosten is dit voor jou een prima vakantie.

Slide 15 - Tekstslide

Ik denk niet dat de PVV veel stemmen zal krijgen bij de verkiezingen, want ik denk dat veel kiezers erg tevreden zijn over het beleid van premier Rutte.

Wat is het standpunt in bovenstaande argumentatie?
A
Ik denk niet dat de PVV veel stemmen zal krijgen bij de verkiezingen
B
Ik denk dat veel kiezers erg tevreden zijn over het beleid van premier Rutte

Slide 16 - Quizvraag

Marcus is duidelijk te veel bezig geweest met de beest uithangen; nu heeft hij een flinke studievertraging opgelopen!

Wat is het argument in bovenstaande argumentatie?
A
Marcus heeft een flinke studievertraging opgelopen.
B
Marcus is duidelijk te veel bezig geweest met de beest uithangen.

Slide 17 - Quizvraag

Lees het fragment goed door!

Door voeding te creëren door middel van een 3D-printer, wordt om te beginnen de voedselketen verkort. Voedingsproducten hoeven niet langer vervoerd te worden van distributiecentrum naar supermarkt en tot slot naar de consument. Voeding kan op deze manier direct geproduceerd worden in de supermarkt aan de hand van de exacte vraag. De consument oogst zelf de hoeveelheid voedsel die hij of zij nodig heeft. Daarnaast kunnen we door het printen van voeding voedselverspilling beperken.


Slide 18 - Tekstslide



Wat vindt de schrijver van het printen van voeding?
A
De schrijver vindt dat door het printen van voeding de voedselketen kan worden verkort.
B
De schrijver vindt dat door het printen van voeding minder mensen aan obesitas zullen lijden.
C
De schrijver vindt dat het printen van voeding meerdere voordelen heeft.
D
De schrijver vindt dat door het printen van voeding de verspilling van voedsel kan worden beperkt.

Slide 19 - Quizvraag

Uitwerking

Standpunt
Het printen van voeding heeft meerdere voordelen, want:

1. Door voeding te creëren door middel van een 3D-printer, wordt de voedselketen verkort.
2. Door het printen van voeding kan voedselverspilling worden beperkt.

Slide 20 - Tekstslide

Van welke argumentatiestructuur was sprake in de tekst over geprint voedsel?
A
enkelvoudig
B
onderschikkend
C
nevenschikkend afhankelijk
D
nevenschikkend onafhankelijk

Slide 21 - Quizvraag

De strijd tussen vlees en soja
Veel mensen vragen zich af waarom vegetarisch eten nodig is. Wij doen het zelf vooral om de aardbol een beetje te sparen. Vlees eten is ontzettend slecht voor het milieu, zo weet iedereen. Zo is de CO2-uitstoot bij vleesvervangers, zoals tofu, tien keer lager dan die van rundvlees, en die van sojamelk vijf keer lager dan die van koemelk. Koeien poepen verder heel wat af. Omdat het herkauwers zijn, produceren ze methaangas. Bij al die opgeslagen mest komt methaan en lachgas (N2O) vrij. Die twee zijn samen nog schadelijker dan CO2! Vleesproductie kost daarnaast ook veel water. De productie van een kilo kip – de minst milieubelastende vleessoort – kost in totaal 3900 liter, de productie van een kilo sojabonen 'slechts' 1800 liter.

Bron: De vegetarische carnivoor, 2017

Slide 22 - Tekstslide


Wat is het standpunt van de schrijver
in het voorgaande fragment?
A
De schrijver vindt dat het eten van vlees ontzettend slecht voor het milieu is.
B
De schrijver vindt dat door het eten van vlees veel schadelijke stoffen in het milieu terechtkomen.
C
De schrijver vindt dat door het eten van vlees veel water wordt verbruikt.
D
De schrijver vindt dat door het eten van vlees de aardbol niet wordt gespaard.

Slide 23 - Quizvraag

De strijd tussen vlees en soja
Veel mensen vragen zich af waarom vegetarisch eten nodig is. Wij doen het zelf vooral om de aardbol een beetje te sparen. Vlees eten is ontzettend slecht voor het milieu, zo weet iedereen. Zo is de CO2-uitstoot bij vleesvervangers, zoals tofu, tien keer lager dan die van rundvlees, en die van sojamelk vijf keer lager dan die van koemelk. Koeien poepen verder heel wat af. Omdat het herkauwers zijn, produceren ze methaangas. Bij al die opgeslagen mest komt methaan en lachgas (N2O) vrij. Die twee zijn samen nog schadelijker dan CO2! Vleesproductie kost daarnaast ook veel water. De productie van een kilo kip – de minst milieubelastende vleessoort – kost in totaal 3900 liter, de productie van een kilo sojabonen 'slechts' 1800 liter.

Bron: De vegetarische carnivoor, 2017

Slide 24 - Tekstslide


Van welke argumentatiestructuur
is sprake in het voorgaande fragment?
A
enkelvoudige argumentatie
B
onderschikkende argumentatie
C
nevenschikkende argumentatie
D
nevenschikkende argumentatie

Slide 25 - Quizvraag

Welk argumentatieschema wordt hier gebruikt?
Als Jett Rebel volgend jaar optreedt op Lowlands gaan we weer naar het festival. Vorige keer was hij ook top.
A
argumentatie op basis van oorzaak en gevolg
B
argumentatie op basis van voor- en nadelen
C
argumentatie op basis van kenmerk / eigenschap
D
argumentatie op basis van voorbeelden

Slide 26 - Quizvraag

Welk argumentatieschema wordt hier gebruikt?

Het wordt warmer op aarde en dat komt door het broeikaseffect.
A
argumentatie op basis van voorbeelden
B
argumentatie op basis van oorzaak en gevolg
C
argumentatie op basis van een kenmerk
D
argumentatie op basis van voor- en nadelen

Slide 27 - Quizvraag

Wat vind je nog moeilijk?

Slide 28 - Woordweb

Slide 29 - Link

Slide 30 - Link