4 Het nieuws en 5 De overheid en gedrukte media


Herhaling hoofdstuk 4
Het Nieuws

1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les


Herhaling hoofdstuk 4
Het Nieuws

Slide 1 - Tekstslide

Hoe komen redacties aan nieuws
?
A
via internet, via buurlanden, via personen
B
via personen, zelf op zoek, persbureaus
C
maken zelf nieuws, via andere redacties
D
via internet, via de krant, via de radio

Slide 2 - Quizvraag

Journalisten en redacties moeten keuzes maken, een selectie. Waar houden zij rekening mee?

Slide 3 - Open vraag

Actualiteit

Als iets past gebeurd heeft het nieuwswaarde, het is actueel. 

Bijzonder of uitzonderlijk

Mensen worden nieuwsgierig als iets vreemd of onverwacht is. 
Nabijheid

Hoe dichterbij, hoe belangrijker en hoe meer je erover leest en hoort. 


Slide 4 - Tekstslide

Welke krant heeft welke doelgroep?

Slide 5 - Woordweb

Wat bedoelen we met de identiteit van een krant, tv zender of radio zender? Leg uit.

Slide 6 - Open vraag

Selectieve perceptie is iemand bewust of onbewust keuzes maakt bij het waarnemen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quizvraag

Het referentiekader van iemand bestaat uit uiterlijk, geboorteplaats en geslacht.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Objectiviteit is een beschrijving van gebeurtenissen die niet klopt met de werkelijkheid en gekleurd is door een eigen mening.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quizvraag

Wat betekend hoor en wederhoor?

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Video