Kopie Improvisatie start werkdoc FLU met datum uitgevoerd

1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 47 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Improvisatie! Daarom!
Gesprek over spreken voor de klas
3 weken iedere les een korte improvisatie oefening
Na drie weken kijken we wat het heeft opgeleverd
De camera staat met regelmaat aan 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe deze slides gebruiken
De oefeningen in de slides met kleur zijn uitgevoerd, witte slides wachten nog op uitvoering.
Het doel van de oefening staat in de notities.
Daaronder vind je hoe de oefening werd ontvangen, hoe succesvol deze was. 
De oefeningen gemarkeerd met een * werkten goed. 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bronnen
Genoemde paginanummers verwijzen naar:
Besseling, A. (2002). Theater van uit het niets Alles over improvisatietheater. Amsterdam: IT&FB.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verhaal van jezelf in 2 minuten (4/11)
Leg in het verhaal de nadruk op zintuigelijke waarnemingen en gevoelens/emoties. Laat ons in geuren en kleuren meebeleven hoe jij de dingen (van binnen) ervaarde, wat je zag/rook/hoorde/etc., welke gedachten er door je hoofd schoten, op welke details je oog viel, enzovoorts. Op die manier kan je volop putten uit jouw rijke belevingswereld en herinneringen.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verhaal van jezelf (4/11) 
Het woord is: Herfstvakantie
Improviseer 2 minuten
Publieksvraag: Wat bleef je meest bij? 

Slide 6 - Tekstslide

Doel: je verhaal met emotie delen.


Geen succes. De verhalen blijven heel feitelijk, geen emotie. Variatie in lengte. Niet iedereen maakt de 2 minuten vol. 



* Kopieren (5/11)
Twee spelers staan tegenover elkaar en kijken elkaar aan. Elke beweging van de een wordt gekopieerd door de ander en ietsje uitvergroot. Ook de geluiden worden gekopieerd en uitvergroot.

Slide 7 - Tekstslide

Doel:
Vergroten alertheid en concentratie
Een klein aanbod uitbouwen tot meer

Is met enthousiasme gedaan
* Associatiepeleton (5/11)
Spelers staan op een rij, speler A staat ervoor. 
B. zegt een woord, A zegt zijn associatie hiermee.
Dan zegt C een nieuw woord, A zegt zijn associatie. 
A heeft oogcontact met degene die aan de beurt is

Slide 8 - Tekstslide

Doel;
associeren oefenen
stoppen met denken en jezelf leeg maken

Werd heel leuk gevonden: samen spelen



Idee van een ander altijd accepteren.
Kijk elkaar in de ogen en luister.
Pakt het niet uit als gehoopt? Maak er gebruik van.
Faes, 2024

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evenwichtsbalk (losmaakoefening) 8/11
Alle spelers staan op een rij achter elkaar op een evenwichtsbalk, ogen dicht.
Je moet op volgorde van ... gaan staan zonder van de evenwichtsbalk te vallen.

Slide 10 - Tekstslide

Doel: losmaken

De evenwichtsbalk wordt heel breed.  Aanraken gaat met een vingertipje, heel voorzichtig

Zaalmemory (8/11) Concentratie
Iedereen loopt door de ruimte. 
Bij STOP sta je stil en sluit je je ogen. 
De docent stelt vragen: is hier een ...

Slide 11 - Tekstslide

Doel: concentratie

In een kaal klaslokaal kun je kleding of spullen van leerlingen nemen.
Spiegeloefening 8/11
Twee spelers staan tegenover elkaar. De een begint te bewegen, de ander volgt deze bewegingen. Hier kunnen ook geluiden aan worden toegevoegd. 
Wissel

Slide 12 - Tekstslide

Doel:
beweging en geluid accepteren en uitvergroten
observeren
contact maken met elkaar leren te volgen en controle los te laten

Was nog ongemakkelijk. Herhalen?
Verhaal van jezelf (11/11) 
Je bent op het toneel, je speelt de verhalenverteller.
Het woord is een locatie, de stad
Improviseer 1 tot 2 minuten
Publieksvraag: Wat bleef je meest bij? 

Slide 13 - Tekstslide

Een stad Rotterdam/Eindhoven/Wenen/
leidt tot feitelijkheden over de stad en niet tot een verhaal over een stad
daarvoor heeft de klas meer materiaal nodig
dus: een persoon, een beroep en een bijvoeglijk naamwoord



Plan niet!
Zeg ja!
Doe wat er in je opkomt!
Henk Hofman (Hofman, 1990)

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitvergroten (15/11)
Buiten op het veld. Je krijgt een opdracht: een personage doet iets met een bepaalde emotie. Je speelt het stap voor stap: dus eerst zorg je dat de persoon en de situatie duidelijk is, dan uit je de emotie met wat je hebt gekregen aan materiaal. 
Doe je best! Je klasgenoten die 10 meter verderop staan moeten herkennen wat de situatie is. 
We bespreken ieders optreden meteen na. Is het juist geraden?

Slide 15 - Tekstslide

Doel: emotie en beweging zo uitvergroten.
Het moet op afstand herkenbaar zijn en verstaanbaar. 

Feedback: de opname mislukte. 
De opdracht is te kort, te weinig omvattend om echt interessant te worden.
Betere vorm zoeken.
Leerlingen deden het met inzet.
* Geluidsbal 15/11
Spelers staan in een kring. Speler A gooit een geluid naar iemand anders. Deze herhaalt het geluid en gooit een nieuw geluid naar een andere speler. Dit gaat zo snel mogelijk de kring rond. Verderop: herhalen eruit, emoties toevoegen. 

Slide 16 - Tekstslide

Losmaakoefening, kan heel goed buiten.

Gedaan, werkte goed voor plezier met de groep.

Columbiaanse hypnose (25/11)
Tweetallen. Speler A steekt de vinger op: B volgt en moet met zijn ogen op een vaste halve meter afstand blijven.
A leidt B alle kanten op tot A zijn vinger op steekt. 
Je mag ook opdrachten geven: ...zeg het alfabet op..

Slide 17 - Tekstslide

Losmaak oefening

Ongemakkelijk. Te dichtbij.
De kunst van het falen 25/11
Voertaal Gibberish of Koeterwaals
Speler A zegt een woord, Speler B herhaalt het woord en voegt een woord toe, Speler C  herhaalt de woorden en voegt etc

Slide 18 - Tekstslide


Doel: 
fantasie op gang brengen

Geen succes. De klas is te nadenkend voor gibberish. Kan er niets mee.
* Beeldbeschrijving 26/11
Speler A zegt een woord, speler B visualiseert dit door in 3 a 4 zinnen te beschrijven. Hij begint de zin met: ' Ik zie ..."

Slide 19 - Tekstslide

Doel: 
visualiseren
associeren in beelden
vanuit publiekssuggestie een beginidee voor een scene genereren

Werkt. Ze hebben er plezier in.





* Van Wie naar Waar naar Wat: 26/11
 Tweetallen. Speler A : 'Dit is een scene die zich afspeelt in (Hij vult het 'waar' in)'; Speler B: 'De hoofdpersoon is een (hij vult het 'wie' in)'; Speler A zegt: 'De situatie is dat ...' (Hij vult het 'wat' in). 
Speler B gaat verder..

Slide 20 - Tekstslide

Doel: fantasie op gang brengen over het wie, wat en waar.

Er wordt gewerkt, ze maken een verhaal. 
*Fotoroman-29/11
Twee of meer spelers. Speler A begint met het kort beschrijven van een beeld. Speler B schetst het volgende beeld. Je probeert zo een verhaal te maken van beelden achter elkaar. 

Slide 21 - Tekstslide

Doel:
fysieke aanbiedingen doen
snel en zonder nadenken accepteren en samenwerken

In tweetallen gedaan.
Opname gemaakt. 
Er werd lustig op los 'gefotografeerd': succes!
* Billy billy bop 2/12
Alle spelers in een kring.
Speler A in het midden. Speler A kijkt speler B aan en roept: Billy billy bop. B moet voordat A is uitgesproken roepen: 'Bop'.
Te laat? Dan wisselen met A.

Slide 22 - Tekstslide

Doel:
plezier vinden in het maken van fouten
snel goed energie in de groep krijgen

Goed! 
Een woord per keer verhaal 2-12
In tweetallen.
Je vertelt een verhaal door 1 woord toe te voegen. 
Het mag ook een punt zijn.
Hapert het verhaal dan begin je een nieuw.

Slide 23 - Tekstslide

Doel: 
accepteren van elkaars aanbod
niet vasthouden aan eigen ideeën
spontaniteit
in het moment blijven

Verhaal loopt snel dood. 




Van 1 tot 20 tellen-3/12
Alle spelers staan in een cirkel. Er moet willekeurig door elkaar heen van 1 tot 20 geteld worden. Zodra spelers gelijktijdig een getal noemen wordter opnieuw begonnen. 

Slide 24 - Tekstslide

Doel:
Letten op elkaar
Positief omgaan met falen

Werd stom gevonden


+Hoe zou de wereld eruit zien als...3-12

We staan in de kring. 
Vul om de beurt aan met de beelden die je erbij bedenkt.

Slide 25 - Tekstslide

Doel:
prikkelen van de fantasie en spontaniteit
creatief denken 
afsluiter met een gezamenlijke oefening.

Werkte niet. Te feitelijk. 
Verhaal van jezelf (9/12) 
Het woord is: Je weekend
Improviseer 2 minuten
Publieksvraag: Wat bleef je meest bij? 

Slide 26 - Tekstslide

Doel: 


De verhalen blijven heel feitelijk en volgens de werkelijkheid (saai weekend), geen emotie. Variatie in lengte. Niet iedereen maakt de 2 minuten vol. 

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hier en nu benoemen
Loop rond en beschrijf hardop wat je ziet, doet en voelt - in die volgorde. Wanneer je afleiden

Slide 28 - Tekstslide

Doel:
in het hier en nu blijven
bewust worden hoe snel je als speler aan iets anders denkt dan het nu
onbewuste en blokkerende gedachten leren benoemen
Tekst en doen
Twee spelers spelen een scene waar ze alleen tekst mogen gebruiken wanneer ze iets doen. Tekst tijdens de afwas mag, stoppen om iets te zeggen niet. 
Het gaat om de concentratie op de handeling.

Slide 29 - Tekstslide

Doel:
Minder verbaal spelen
Niet kletsen maar doen
De doorkletser
Een speler komt op en benoemt alles wat hij aan het doen is.
Geef hem een woord: .....
Daarna speel je de scene zonder een woord te zeggen.
Natuurlijke geluiden maken mag wel. 

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gevaarlijke oefening: p.77 
Tweetallen.
Er staan zinnen op papier waar je mee aan de slag moet tijdens de improvisatie. 

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dodelijke blik
Alle spelers zitten in een kring met het hoofd naar beneden. Op een teken kijkt iedereen om hoog en naar één persoon in de groep. Je kijkt of naar de overkant of naar links of naar rechts.
Twee spelers kijken elkaar aan? Geef een schreeuw en wees AF.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nog een keer Gibberisch/ Koeterwaals

Tweetallen voeren een gesprek in Gibberish.
Na afloop bespreken waar het over ging. 

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenwerking
Blindlopen: vertrouwen opbouwen met medespelers door je te laten leiden. 
Tweetallen, speler A doet zijn ogen dicht, B. pakt A bij de hand en leidt hem rond. Na enige tijd wisselen

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lijnen lopen
Spelers staan langs de kant van het lokaal. 
A. loopt in rechte lijn naar de overkant. Wanneer hij ergens tegenaan dreigt te lopen sturen de spelers bij. 
Hoe wordt dit ervaren? 

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Personages
Stuur een personage aan vanuit:
 een lichaamsdeel (neus, borst, brede schouders)
bekendheid met deze persoon (nadoen)
vanuit een verhaal of vanuit een methode


Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verhaalopbouw 
Begin - midden (verandering) - slot
Locatie neerzetten in stapjes: speler A komt binnen, doet iets en vertrekt, speler B komt binnen, doet iets en vertrekt

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bronnen
Genoemde paginanummers verwijzen naar:
Besseling, A. (2002). Theater van uit het niets Alles over improvisatietheater. Amsterdam: IT&FB.

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rust
passen bij elkaar en gaan over voor de groep, durven, ongemakkelijkheid
Hier en nu benoemen p.62
Tekst en doen p.62
De doorkletser p. 63


Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Losmaak oefeningen
Dodelijke blik 
Evenwichtsbalk 
Columbiaanse hypnose P.58
Geluidsbal
Billy billy bop P.61

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefeningen voor concentratie 
Kopieren p.54
Zaalmemory p.54
Van 1 tot 20 tellen p.55
Spiegeloefeningen p.57
Losmaakoefeningen
Billy billy bop p.61

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Associatie en spontaniteit 
De vraag is hier: waar kan IK het mee associëren? P. 78
Associatiepeleton P.83 
Beeldbeschrijving! P.83
Fotoroman P.84

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitdrukking 7/1/25
Neem een uitdrukking in gedachten en beeld deze uit.
De klas raadt welke het is. 
Je reageert met duim op/duim neer.

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies