Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Chapitre 5 Sain et sauf
Chapitre 5 :
Sain et sauf
1 / 27
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
In deze les zitten
27 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
2 videos
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Chapitre 5 :
Sain et sauf
Slide 1 - Tekstslide
Tu es en bonne santé?
- Oui, je ne suis jamais malade
- Non, je ne suis pas en forme
Qu'est-ce que tu as?
> J'ai mal au ventre
> J'ai mal à la tête
> j'ai 39 de fièvre
> je ne peux rien manger
Slide 2 - Tekstslide
Tu veux voir un docteur?
Oui, j'ai rendez-vous demain
Slide 3 - Tekstslide
Les mots:
La Santé =
Le ventre =
La tête=
La fièvre=
Rendez-vous=
Le docteur=
Mal =
Slide 4 - Tekstslide
Parler de sa santé
Tu es en bonne santé? - Oui, je suis en forme/en bonne santé.
Oui, je ne suis jamais malade
Tu fais de sport? - Non, je ne fais pas de sport
- Oui, je fais du foot
Tu fais souvent du foot ? - Oui, Trois fois par semaine
Est-ce que tu manges bien? - Oui, je mange beaucoup de fruits
Slide 5 - Tekstslide
Je fais du..
......
J
e fais du hockey
Je fais du cheval
Je fais du tennis
J
e fais du vélo
Je fais de la natation
Je fais de la danse
Je fais du tennis deux fois par semaine
Slide 6 - Tekstslide
Belangrijke blz in je boek :
Chapitre 5 grammatica : blz 43
Chapitre 5 vocabulaire : blz 40/ 41
Chaotre 5 phrases Clés : blz 42
Grammatica : avoir, être, -er, Passé Composé : Blz 158, 159
Slide 7 - Tekstslide
Grammaire : La négation
Je
ne
suis
pas
en forme
Weet je het nog?
Voor niet of geen gebruik je
ne......pas.
Ne
voor de persoonsvorm
Pas
achter de persoonsvorm
Je n'aime pas les médicaments
Slide 8 - Tekstslide
Nog meer ontkenningen
Ce n'est pas possible = het is niet mogelijk
Il n'y a pas de pharmacie= er is geen apotheek
Ne .......plus = niet meer
Ne ..........jamais = nooit
Ne........... rien= niets
Ne ..........pas encore = nog niet
Slide 9 - Tekstslide
Een vragende zin maken:
Je kunt in het frans op twee manieren een vragende zin maken :
1. Gewoon een vraagteken erachter zetten en
vragend uitspreken
Tu manges bien?
2.
Est-ce que
voor een zin zetten en een vraagteken erachter.
Est-ce que tu manges bien?
Slide 10 - Tekstslide
Vragen stellen in het Frans:
Est-ce que ervoor of gewoon vraagteken erachter/ vragend uitspreken.
Tu fais du sport?
Est-ce que tu fais du sport
Of met een vraagwoord bijv : hoe = comment
Comment tu t'appelles?
Geef na een vraag met tu altijd antwoord met je
Slide 11 - Tekstslide
Vraagwoorden
Voor sommige vraagzinnen heb je een vraagwoord nodig:
Dit zijn ze :
Où = waar
Quand = wanneer
Combien ( de) = hoeveel
Pourquoi = waarom
Qui= wie
Qu'est-ce que = wat
Comment = hoe
Slide 12 - Tekstslide
Hoe werkt het dan ?
Comment
tu t'appelles?/
Comment est-ce que
tu t'appelles?
Tu habites où?
Qu'est-ce que
tu fais comme sport?
Qui
est ton footballeur préféré?
Combien de
match vous avez gagné?
Pourquoi
tu aimes le football?
Slide 13 - Tekstslide
Les jours de la semaine:
Lundi = maandag
Mardi = dinsdag
Mercredi= woensdag
Jeudi = donderdag
Vendredi = vrijdag
Samedi= zaterdag
Dimanche= zondag
Slide 14 - Tekstslide
Les verbes avec -er
Regarder = kijken
Je regard
e
Tu regard
es
Il, elle regard
e
Nous regard
ons
Vous regard
ez
Ils, elles regard
ent
Slide 15 - Tekstslide
Avoir :
Tu te souviens? Avoir = hebben
J'ai
Tu as
Il a, elle a, ce a
Nous avons
Vous avez
Ils ont, elles ont
Slide 16 - Tekstslide
Le passé composé
Gebruik : vorm van avoir + voltooid deelwoord ( é)
J'ai
regardé
tu as
écouté
il a
mangé
nous avons
marché
vous avez
fait (=gedaan/gemaakt)
Ils ont
touché ( = aangeraakt)
Slide 17 - Tekstslide
Être
Être = zijn
Je suis
Tu es
Il, elle, ce est ( = c'est)
Nous sommes
Vous êtes
Ils sont, elles sont
Slide 18 - Tekstslide
Maak een gesprek van 5 regels!
Wat geeft de patiënt hier als antwoord?
Hoe informeert de bezoeker naar wat hij heeft?
Wat antwoord de patiënt dan?
Stel ook nog een vraag over de dokter en wat de patiënt dan antwoord.
Schrijf de zinnen op in jouw notities
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Video
6
Slide 21 - Video
00:25
Een rat is :
Slide 22 - Open vraag
00:39
Ne me regarde pas comme ça!
Wat betekent het?
Slide 23 - Open vraag
01:10
Zij zegt : Arrête!
Wat betekent dat?
Slide 24 - Open vraag
01:19
De grote rat zegt : Maintenant tais-toi!
Weet je nog wat maintenant betekent?
Slide 25 - Open vraag
01:38
Wat zijn : grands chefs?
Slide 26 - Open vraag
02:15
De film komt uit: le premier août
Wat is dan de datum in het Nederlands?
Slide 27 - Open vraag
Meer lessen zoals deze
Chapitre 5, Saint et sauf, gramm D + H + voc in 2havo
Maart 2022
- Les met
27 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Chapitre 5 Saint et sauf
April 2021
- Les met
35 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Chapitre 5 H
Maart 2023
- Les met
29 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Chapitre 5 Saint et sauf
Maart 2023
- Les met
28 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Chapitre 5 Saint et sauf
Maart 2021
- Les met
17 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Week 49: vraagwoorden oefenen, lezen
December 2021
- Les met
18 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Slides la santé tweede klas
Mei 2023
- Les met
10 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
chap 5 - H
April 2023
- Les met
11 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2