2G1 ter voorbereiding op pw chapitre 1

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

haar broer

1. sa frère
2. son frere
3. sa frere
4. son frère

wat bepaalt de juiste vorm van het bezittelijk voornaamwoord ?

onze eerste schooldag

1. notre rentrée
2. votre rentrée
3. nos rentrées
4. notre rentree

jouw school

1. ta école
2. ton école
3. t'école
4. tu école

Vertaal :
hun uitstapje

mijn verhaal

1. ma historie
2. ma histoire
3. mon histoire
4. m'histoire

geef het rijtje van AVOIR

geef het rijtje van ÊTRE

hoe heet de passé composé in het Nederlands ?

1. verleden tijd
2. onvoltooid verleden tijd
3. voltooid tegenwoordige tijd
4. voltooid verleden tijd

uit hoeveel werkwoorden bestaat de passé composé ?

wat is de infinitief van
jij hebt gemaakt

1. gemaakt
2. maken

wat is de infinitief van
zij is geweest in het Frans

wat is wij hebben gespeeld

1. on avons joué
2. nous a joué
3. on a joué
4. nous avons joué

vertaal :
zij (m) hebben ontmoet

wat zijn de aanpassingen als het HWW être is

1. -e, -s, -es
2. -s, -es
3. -e, -s
4. -e, -s, -se

zij is gebleven

1. elle a restée
2. elle est resté
3. elle a resté
4. elle est restée

vertaal :
(2G1) jullie zijn aangekomen

Zet in de passé composé :
j'entre

zet in de passé composé :
elles vont

zet in de passé composé
(Madame Metz) vous allez

wat ga ik anders doen ter voorbereiding op de toets van chapitre 1 ?