NW Z - Het transportstelsel - Z-route

Human Body
1 / 56
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieSecundair onderwijs

In deze les zitten 56 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Human Body

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Human Body
Week 1 - Van cel tot organisme
Week 2 - Spijsvertering
Week 3 - Ademhaling
Week 4 - Uitscheiding
Week 5 -> Transportstelsel + samenhang stelsels
Week 6 -> Toets
Week 7 -> Jury

Slide 2 - Tekstslide

Overzicht van de inhouden = verkennen van de leerstof in dit project.
Even opfrissen: Sleep de plaatjes van klein naar groot (LINKS met het GROOTSTE beginnen)

Slide 3 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dierlijke cel
Plantaardige cel

Slide 4 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Week 5 - MC 1 - Het transportstelsel

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

+
+
Celverbranding
Energie
Glucose
Zuurstof
Koolstofdioxide
Water

Slide 6 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Waarom energie nodig?
Wat gebeurt er met de ademhaling bij inspanning? Hoe komt dit?
De celfabriek

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het transportstelsel 
zorgt voor het transport van stoffen 
van én naar de cellen. 

Het transportstelsel 

zorgt voor het transport van stoffen 

van én naar de cellen

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Waaruit bestaat het transportstelsel?
A
het bloedvatenstelsel
B
het hart en de slagaders
C
de aders en de slagaders
D
het hart, de aders, de slagaders en de haarvaten

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het transportstelsel bestaat uit:

- het hart
- de slagaders
- de aders
- de haarvaten (!)

Hierdoor stroomt het bloed.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het Hart

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de functie van het hart?
A
Bloed rondpompen
B
Zuurstof door het lichaam pompen
C
Koolstofdioxide door het lichaam pompen
D
Het hart maakt rode bloedcellen aan

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

harttussenwand
Wat valt je op?

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kleppen in het hart
  • tussen boezem en kamer = hartkleppen

  • tussen kamers en longslagader en aorta = halvemaansvormige kleppen

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

RB
RK
RK
LK
aorta
longslagader

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

rechterboezem
1
linkerkamer
2
Hartkleppen
3
halvemaansvormige kleppen
4
harttussenwand
5

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de onderdelen naar het hart!
Rechterboezem
Rechterkamer
Linker
boezem
Linkerkamer

Slide 20 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het hart
functie: bloed door de bloedvaten pompen

aanpassingen aan transportfunctie:
- hart bestaat uit spierweefsel: kan samentrekken

- wand van de linkerkamer is dikker want moet krachtiger kunnen samentrekken omdat deze het bloed door het hele lichaam pompt (rechterkamer enkel naar longen)

- hartkleppen verhinderen dat bloed terug kan stromen

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Wist je dat 

- je hartritme verandert als je muziek luistert?
- je hart gezonder is als je gelukkig bent? 
- een vrouwenhart gemiddeld net iets sneller klopt (78 keer/ minuut) dan dat van een man (70 keer/minuut)?
- een hart per dag wel 100 000 keer klopt? (in een gemiddeld leven betekent dat zo’n 2,5 miljoen keer)
- bij elke hartslag zoveel druk gecreëerd wordt dat het bloed wel 
9 m de lucht in kan spuiten?

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

bloedvaten

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het bloedvatenstelsel
bestaat uit:

- slagaders
- aders
- haarvaten

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slagader
functie: bloed van het hart naar de organen brengen
  
aanpassing: dikke wand want bloed wordt er krachtig en schoksgewijs door gepompt

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ader
functie: bloed van de organen terugvoeren naar het hart

aanpassing: er zitten kleppen in de aders om te verhinderen dat het bloed kan terugstromen want de druk is veel lager dan in de slagaders

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Haarvat
functie: verschillende stoffen uitwisselen tussen het bloed en de organen/weefsels/cellen
  
aanpassing: héél dun (soms zelfs 1 cellaag) en sterk vertakt om de uitwisseling te vergemakkelijken

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het grootste deel van het bloedsomloopstelsel bestaat uit het netwerk van haarvaten

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een bloedvat loopt van het hart weg. Dat is een...
A
Ader
B
Slagader
C
Haarvat
D
Dit kunnen alle soorten bloedvaten zijn

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

welke drie soorten bloedvaten zijn er?
A
Aorta, slagaders en aders
B
Aorta, aders en haarvaten
C
Aorta, slagaders en haarvaten
D
Slagaders, aders en haarvaten

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke bloedvaten zijn op de foto zichtbaar?
A
slagaders
B
haarvaten
C
aders
D
de aorta

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bloed
Bloed is onmisbaar!

Ons lichaam bestaat uit 5 a 6 liter bloed.


Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bloed heeft 3 functies:

- transport van stoffen (zuurstof, koolstofdioxide, voedingsstoffen,...)

- lichaamstemperatuur

- bescherming (wonden en ziekteverwekkers)

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het bloed

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bloed
  • veel rode bloedcellen
  • witte bloedcellen zijn groot
  • witte bloedcellen nemen deeltjes op

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rode bloedcellen
- Geen celkern           
- Functie: Vervoeren zuurstof            
- Zuurstof bindt aan de rode kleurstof
 hemoglobine, hierdoor kunnen rode
bloedcellen makkelijk zuurstof opnemen
en afgeven          
Hemoglobine (Hb) kleurt de bloedcellen rood.
Bevatten veel ijzer
          

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Witte bloedcellen

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Witte bloedcellen
  • Hebben wel een celkern.
  • Hebben geen vaste vorm 
  • 'eten' bacteriën en virussen
  • Je hebt witte bloedcellen die ziekteverwekkers opnemen en kapot maken
  • De witte bloedcel gaat hierbij meestal ook dood 

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bloedplaatjes
Bloedplaatjes zijn eigenlijk geen cellen. 
Het zijn uitelkaar gevallen cellen. 

Bloedplaatjes zorgen voor de stolling van bloed bij bijvoorbeeld wondjes. 

Geen celkern

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bloedplaatjes

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

rode bloedcellen
bloedplaatje
bloedplasma
witte bloedcel

Slide 43 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

De dubbele bloedsomloop bij de mens

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 45 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Goed om te weten

- zuurstofarm bloed = op plaatjes altijd blauw gekleurd
- zuurstofrijk bloed = op plaatjes altijd rood gekleurd. 

- Bloedvaten die van het hart aflopen zijn altijd slagaders.
- Bloedvaten die naar het hart toelopen zijn altijd aders.

rechterhelft 
linkerhelft

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De bloedsomloop
Kleine bloedsomloop: De rechterhelft van het hart pompt het bloed naar de longen. Vanuit de longen stroomt het bloed naar de linkerhelft van het hart.

Grote bloedsomloop: van de linkerhelft van het hart wordt het bloed het hele lichaam doorgepompt en weer terug naar de rechterhelft van het hart. 

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dubbele bloedsomloop

Kleine bloedsomloop
+
Grote bloedsomloop
=
dubbele bloedsomloop

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij de grote bloedsomloop stroomt zuurstofrijk bloed naar...
A
longen
B
de rest van het lichaam
C
het haar
D
het hart

Slide 49 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom spreken we bij zoogdieren over een dubbele bloedsomloop?
A
Het bloed stroomt 2x per cyclus door het hart.
B
Er is zuurstofrijk en zuurstofarm bloed.

Slide 50 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij de kleine bloedsomloop stroomt zuurstofrijk bloed naar..
A
de longen
B
de rest van het lichaam
C
het haar
D
het hart

Slide 51 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zuurstofarm -
kleine bloedsomloop
Zuurstofrijk -
grote bloedsomloop
Zuurstofrijk -
kleine bloedsomloop
Zuurstofarm -
grote bloedsomloop

Slide 52 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het transportstelsel verbindt 
alle andere orgaanstelsels in ons lichaam!

Slide 53 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stofuitwisseling!

Slide 54 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

- cellen zorgen voor energie
- van de ene vorm naar de andere
- zetten wel energie om (bruikbaar voor ons lichaam)
Energieomzetting via celademhaling

Slide 55 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 56 - Video

Deze slide heeft geen instructies