Herhaling thema 2 BS 1-8

Herhaling basisstoffen 1 t/m 8
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2,3

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Herhaling basisstoffen 1 t/m 8

Slide 1 - Tekstslide

LessonUP
  • Jullie melden je zo aan met de code die je ziet
  • Er komen verschillende soorten vragen die je beantwoord, dit kan ook op je telefoon als je de iPad voor de les gebruikt
  • Je moet meedoen met de vragen, als je deze niet doet zet ik je als afwezig, dus je kunt niet tijdens de les slapen ;)

Slide 2 - Tekstslide

Binnenkort toets!
De toets van thema 2 wordt volgende week (24 - 3) gegeven.

Thema 2 basisstoffen 1 t/m 8

Slide 3 - Tekstslide

Hoe heet het blaasje dat kan rijpen waarin een eicel zit?
A
Follikel
B
Trechter
C
Eierstok
D
Clitoris

Slide 4 - Quizvraag

Slide 5 - Tekstslide

Op welke dag van de cyclus is de ovulatie?
128

Slide 6 - Poll

Slide 7 - Tekstslide

Wat gebeurt er met een eicel na ovulatie als deze niet bevrucht wordt?
A
Gaat weg met menstruatie
B
Wordt opgenomen in het bloed
C
Breekt af tot er niks van over is
D
Plas je later uit

Slide 8 - Quizvraag

Waar vindt de bevruchting plaats?
A
Eierstok
B
Baarmoeder
C
Eileider
D
Vagina

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Sleep in het juiste vakje!
Groot
Klein
Wel
Geen
Wel
Niet

Slide 11 - Sleepvraag

Hoeveel chromosomen hebben menselijke lichaamscellen?
A
23
B
46
C
24
D
48

Slide 12 - Quizvraag

Hoeveel chromosomen hebben menselijke geslachtscellen?
A
23
B
46
C
24
D
48

Slide 13 - Quizvraag

Hoe wordt meiose ook wel genoemd?
A
Gewone celdeling
B
Mitose
C
Reductiedeling
D
Geslachtelijke voortplanting

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

Welk onderdeel in het mannelijk geslachtsorgaan voegt voedingsstoffen én vocht toe aan het zaad?
A
Prostaat
B
Zaadblaasjes
C
Teelbal
D
Bijbal

Slide 16 - Quizvraag

Wat is de functie van de bijbal?
A
Het toevoegen van vocht aan de zaadcellen
B
Hier liggen de teelballen in
C
Het produceren van zaadcellen
D
Het tijdelijk opslaan van zaadcellen

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Tekstslide

Wat is geen secundair geslachtskenmerk bij een vrouw?
A
Schaamhaar
B
Vagina
C
Borsten
D
Brede heupen

Slide 19 - Quizvraag

Wat is geen secundair geslachtskenmerk bij de man?
A
Schaamhaar
B
Zwaardere stem
C
Borsthaar
D
Teelballen

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Tekstslide

Door welk onderdeel in de penis wordt hij stijf?
A
Erectie
B
Urinebuis
C
Zwellichamen
D
Prostaat

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Tekstslide

Wat is geen hormoonklier?
A
Hypofyse
B
Schildklier
C
Eierstokken
D
Teelballen

Slide 24 - Quizvraag

Maakt oestrogeen
Maakt hormonen die aanmaak progesteron en testosteron reguleren
Maakt testosteron

Slide 25 - Sleepvraag

Door hoeveel zaadcellen kan 1 eicel maximaal bevrucht worden?
A
1
B
2
C
3
D
Oneindig

Slide 26 - Quizvraag

Zodra een enkele zaadcel door het celmembraan van de eicel gaat, vormt de eicel een ondoordringbare laag waardoor er niet meer zaadcellen in kunnen

Slide 27 - Tekstslide

Waar is de placenta mee verbonden?
A
Bloed van de baby
B
Bloed van de moeder
C
Navelstreng
D
Longen van de baby

Slide 28 - Quizvraag

Slide 29 - Tekstslide

Hoe krijgt een baby in de buik zuurstof?
A
Door te ademen
B
De navelstreng is een soort rietje naar buiten
C
Via de aders in de navelstreng
D
Een ongeboren baby heeft geen zuurstof nodig

Slide 30 - Quizvraag

Welke stelling over eeneiige tweelingen is niet waar?
A
Komen uit twee eicellen en twee zaadcellen
B
Hebben dezelfde chromosomen
C
Zijn altijd hetzelfde geslacht
D
Zitten samen in de vruchtvliezen

Slide 31 - Quizvraag

Slide 32 - Tekstslide

Wat zijn de fases van de geboorte in de goede volgorde?
fase 1:
fase 2:
fase 3:
Uitdrijving
Nageboorte
Ontsluiting

Slide 33 - Sleepvraag

Wat komt eruit bij de nageboorte?
A
Placenta
B
Placenta en vruchtvliezen
C
Placenta en resten navelstreng
D
Placenta, resten navelstreng en vruchtvliezen

Slide 34 - Quizvraag

Zet de levensfasen in de goede volgorde
1
2
3
4
5
6
7
8
Baby
Adolescent
Kleuter
Bejaarde
Volwassene
Schoolkind
Peuter
Puber

Slide 35 - Sleepvraag

Moet je SOA's behandelen?
A
Nee, die gaan vanzelf weg
B
Nee, die zijn niet zo ernstig
C
Ja, anders kan je onvruchtbaar worden
D
Ja, anders krijg je AIDS

Slide 36 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen HIV en aids?

Slide 37 - Open vraag

HIV en aids
  • Aids (immuunziekte) wordt veroorzaakt door het HIV-virus
  • (Net zoals het coronavirus de ziekte COVID veroorzaakt)
  • Iemand die besmet is maakt antistoffen aan, noemen we seropositief

Seropositieve mensen zijn nog niet ziek. Vaak duurt het 9 jaar voordat de eerste ziekteverschijnselen ontstaan!

Slide 38 - Tekstslide

Wat is het voordeel van het gebruik van een condoom?
A
Het voelt fijner
B
Beschermt ook tegen soa's
C
Het is betrouwbaarder dan andere methodes
D
Je kan hem niet vergeten

Slide 39 - Quizvraag

NuvaRing
Hormoonstaafje
Spiraaltje
Prikpil

Slide 40 - Sleepvraag

Ben je gelijk onvruchtbaar na sterilisatie?
A
Een man wel, een vrouw niet
B
Een man niet, een vrouw wel
C
Beide wel
D
Beide niet

Slide 41 - Quizvraag

Slide 42 - Tekstslide