Serie- en Parallel schakeling

Serie- en Parallel schakeling
Leerdoel:
Het verschil tussen serie- en parallelschakelingen kunnen uitleggen.
De stroom, spanning en weerstand kunnen berekenen in serie- en parallelschakelingen.
De praktische toepassingen van beide schakelingen kunnen herkennen en benoemen.

1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
ElectronicaMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Serie- en Parallel schakeling
Leerdoel:
Het verschil tussen serie- en parallelschakelingen kunnen uitleggen.
De stroom, spanning en weerstand kunnen berekenen in serie- en parallelschakelingen.
De praktische toepassingen van beide schakelingen kunnen herkennen en benoemen.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inleiding
Schakelingen vormen de kern van elektrotechniek. 
Hoe componenten zoals weerstanden, lampen of batterijen met elkaar verbonden zijn, bepaalt hoe de stroom door een circuit loopt en welke spanningen de verschillende componenten krijgen. 
In deze les zullen we de twee belangrijkste typen schakelingen behandelen: serieschakelingen en parallelschakelingen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat meet ik?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat meet ik ?

Slide 4 - Tekstslide

Voorbeeld: Koffiemachine wordt niet meer warm.. Welke kennis heb je dan nodig?
Wet van Ohm
Serie en Parrallel schakeling
Vermogen berekening (Ohmse waarde)
meten is weten dus .... hoe toetepassen multimeter en een schema. 
Fout opsporting 
Wat meet ik?

Slide 5 - Tekstslide

Voorbeeld :
Kerstboomverlichting defect
Meten is weten als je tenminste weet wat je meet!!
Wat is een serieschakeling?
In een serieschakeling zijn alle verbruikers achter elkaar (in serie) geplaatst.

Elke component ontvangt daardoor dezelfde hoeveelheid stroom.

De aangeboden (totale) spanning wordt verdeeld over de componenten.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eigenschappen van een serieschakeling?
Stroom : De stroom is in alle componenten gelijk.
Spanning: De totale spanning over de schakeling is gelijk aan de som van de spanningen over de individuele componenten. 
Weerstand: De totale weerstand is de som van de individuele weerstanden.
Utot =U1+U2+U3+ 4t/m16

𝑅tot = 𝑅1 + 𝑅2 + 𝑅3 + …

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toepassingen
Kerstverlichting
Bij traditionele kerstverlichting zijn de lampen vaak in serie geschakeld. 
Dit betekent dat als één lampje uitvalt, de hele ketting niet meer werkt.



Veiligheidsketens in industriële machines
In veel veiligheidscircuits worden sensoren of noodstops in serie geschakeld, zodat bij het falen van één component het hele systeem stopt.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De wet van Ohm is ?
A
P=U . I
B
U= I. R
C
Rtot = R1 + R2 + R3 + ....
D
Van tante af blijven

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Teken een serieschakeling met daarin 2 gelijke weerstanden.
De spanning is 24 V en de totale stroom is 2A

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Reken van de vorig vraag de weerstand per stuk uit!
A
3 Ohm
B
24 Ohm
C
12 Ohm
D
6 Ohm

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Eigenschappen van een parallelschakeling:
Spanning: De spanning over elke component is gelijk aan de bronspanning.
Stroom: De totale stroom is de som van de stromen door de afzonderlijke takken.
Weerstand: De totale weerstand is altijd kleiner dan de kleinste (individuele ) weerstand en wordt berekend met de formule:

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vervangingsweerstand berekenen

Slide 13 - Tekstslide

R1 = 20 Ohm
R2 = 10 Ohm
R3 =30 Ohm
1/𝑅𝑉= 1/20 +1/10+ 1/30 = 0,05+0,1+ 0,033 = 0,183
Rv=1/█(0,183@) = 5,5 Ω

Toepassingen
Huishoudelijke bedrading: 
In huizen worden lichten en stopcontacten parallel geschakeld.
Dit zorgt ervoor dat als één lamp kapot gaat, de andere lampen en apparaten nog steeds werken.

Elektronica: 
In verschillende systemen zoals de verlichting, ventilatie , relais parallel geschakeld, zodat elk systeem onafhankelijk kan werken

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Teken een parallel schakeling met daarin
4 gelijke weerstanden.
De spanning is 400V en de totale stroom is 10A

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Reken van de vorig vraag de weerstand per stuk uit!
A
100 Ohm
B
40 Ohm
C
160 Ohm
D
400 Ohm

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Conclusie
Serie- en parallelschakelingen vormen de basis voor veel elektrische en elektronische toepassingen. 

Het begrijpen van hun eigenschappen en toepassingen is essentieel voor het ontwerpen en analyseren van elektrische systemen.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een gemengde
schakeling?
Een gemengde schakeling, ook wel een serie-parallelschakeling genoemd, is een combinatie van zowel serie- als parallelschakelingen in één elektrisch systeem. 

 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toepassingen
Elektronische (besturings) apparatuur: 
Veel apparaten, zoals computers, televisies en ook besturingskasten, maken gebruik van gemengde schakelingen om verschillende componenten van stroom te voorzien met specifieke stroom- en spanningsvereisten.
Huishoudelijke bedrading:
In de elektrische bedrading van huizen kunnen serieschakelaars voor verlichting en parallelschakelaars voor stopcontacten worden gecombineerd in één systeem.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Teken een gemengde schakeling met daarin
2 gelijke weerstanden van 10 Ohm welk in serie staan met 2 weerstanden van 20 en 60 Ohm die parallel geschakeld zijn.

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Reken van de vorig vraag de totale weerstand Rv over de schakeling uit.
A
25 Ohm
B
35 Ohm
C
60 Ohm
D
100 Ohm

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als de spanning over de schakeling is 210Volt
Wat is dan de totaal opgenomen stroom?
A
1.5 Ampere
B
3 Ampere
C
4.5 Ampere
D
6 Ampere

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Quizz / oefen time

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Serie en parallel schakeling

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In een serieschakeling is de stroomsterkte ........ de spanning ........... en de totale weerstand(Rt) kan worden berekend door .........
A
gelijk, verdeeld zich, optellen.
B
gelijk, overal gelijk, breuken optellen.
C
verschillend, verdeeld zich, optellen
D
verschillend, overal gelijk, breuken optellen

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In een parallelschakeling is de stroomsterkte ........, is de spanning ....... en is de vervangingsweerstand te berekenen door.......
A
gelijk, verdeeld, optellen
B
verdeeld, verdeeld, optellen
C
verdeeld, gelijk, breuken optellen
D
gelijk, gelijk, breuken optellen

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Stelling: Wie heeft gelijk?
Toos: Bij een parallelschakeling kun je de lampjes apart aan- en uitdoen.
Joël: Bij een serieschakeling kun je lampjes apart aan en uit doen.

A
Geen van beide
B
Alleen Toos
C
Alleen Joël
D
Toos en Joël hebben allebei gelijk

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep het begrip naar de juiste afbeelding.
Serieschakeling
Parallelschakeling

Slide 28 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Serieschakeling
Parallelschakeling
Spanning verdeeld
Stroomsterkte verdeeld
Spanning gelijk
Stroomsterkte gelijk

Slide 29 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Gemengde schakeling 

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gemengde schakelingen
Bereken de totale weerstand: 
10Ω
20Ω
20Ω
40Ω
10Ω

Slide 31 - Tekstslide

Rt= R1+R2= 30
Rv(1,2,3) = RtXR3/Rt+R3 = 1200/7 = 18 Ohm

Rv (4,5) 66 Ohm 

Rv = 18=66 = 84 Ohm
Antwoord gemengde schakeling

Slide 32 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

   Gemengde schakeling
Rtot 2 & 3 = .... Ohm
0,5-
0
2,0
3,0
4,5
9,0

Slide 33 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies


Voorspel wat er met de andere lampjes gaat gebeuren als lampje B stuk gaat. 
A
Lampje C en D branden ook niet.
B
Lampje C brandt ook niet meer.
C
Lampje A en C branden ook niet meer.
D
Alle lampjes branden nog.

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hiernaast staat een gemengde schakeling met 5 precies dezelfde lampjes.
De stroom door lamp 3 is 0,40 A. Hoe groot is de stroom door lamp 4 en 5.
A
0,40 A
B
0,20 A
C
0,80 A
D
Is niet te zeggen.

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hiernaast staat een gemengde schakeling met 5 precies dezelfde lampjes.
De stroom door lamp 3 is 0,40 A. Hoe groot is de stroom door lamp 1 ?
A
0,60 A
B
1,20 A
C
0,40 A
D
is niet te zeggen

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

wat is Rv

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is Rv

Slide 38 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

wat vond je van deze les?

Slide 39 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies