Werken met weerstanden in parallel (5.3)

H 5 Schakelingen norm 5.3
Binnen is beginnen
De tijd is van de leerling
De ruimte is van ons allen
We laten elkaar werken

timer
15:00
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H 5 Schakelingen norm 5.3
Binnen is beginnen
De tijd is van de leerling
De ruimte is van ons allen
We laten elkaar werken

timer
15:00

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen:
  • Weerstand berekenen van weerstanden in parallel
  • Uitleggen hoe stroom in een parallelschakeling werkt
  • Uitleggen hoe spanning in een parallelschakeling werkt
  • De wet van ohm gebruiken om onbekende waarde in een parallelschakeling te bepalen.

Slide 2 - Tekstslide

belangrijke tekens 

Slide 3 - Tekstslide

Schakelingen

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Weerstanden in serie
Weerstanden in serie mag je optellen. Er geldt:
Rtot = R1 + R2 + R3 
Rtot wordt ook wel Rv genoemd. Dit is de vervangingsweerstand en deze is hier 1800 Ω

Slide 6 - Tekstslide

De stroomsterkte in serie
Deze is overal even groot.

Slide 7 - Tekstslide

Spanning in een serieschakeling

Slide 8 - Tekstslide

Als weerstanden niet evengroot zijn ...
U1=IR1
U2=IR2
U3=IR3
R1
R2
R3
I = 0,02 A

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Weerstanden in parallel



Benodigheden
- Boek en schrift
- Pen, potlood
- Rekenmachine




Telefoons in de telefoonkast

Slide 12 - Tekstslide

Meer weerstanden in parallel...
Vervangings-weerstand
Rtot1=R11+R21+R31+...
Als je meer weerstanden in parallel schakelt, wordt de weerstand steeds kleiner.

Slide 13 - Tekstslide

Wat is de totale weerstand?
A
3,3
B
5
C
10
D
15

Slide 14 - Quizvraag

Wat is de totale weerstand?
A
1,2
B
2,4
C
1,4
D
6

Slide 15 - Quizvraag

Wat is de totale weerstand?
A
1
B
3
C
3,3
D
9

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

Stroomsterkte in een parallelschakeling 
De stroom verdeelt 
zich over de 
verschillende takken.
Dus


Itot=I1+I2+I3+...

Slide 18 - Tekstslide

Wt is de stroom in I1?
A
1,2
B
1,9
C
5
D
81

Slide 19 - Quizvraag

Wat is I2?
A
1,7
B
3,3
C
5

Slide 20 - Quizvraag

De spanning in een parallelschakeling
Over elk onderdeel staat de volledige spanning.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

timer
3:00

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

31 
timer
4:00

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

timer
4:00

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Wat heb je
vandaag geleerd?

Slide 30 - Woordweb

Samenvatting:
  • Weerstanden in parallel 


  • De stroom in een parallelschakeling verdeelt zich over de vertakingen.
  • De spanning in een parallelschakeling is hetzelfde over elke schakelonderdeel.

Rtot1=R11+R21+R31+...

Slide 31 - Tekstslide

Aan de slag norm 5.3
Binnen is beginnen
De tijd is van de leerling
De ruimte is van ons allen
We laten elkaar werken

timer
15:00

Slide 32 - Tekstslide

Weerstanden schakelen
§3

Andere uitleg dezelfde stof

Slide 33 - Tekstslide

Leerdoelen
5.3.1 Je kunt het verschil uitleggen tussen de component weerstand en de grootheid weerstand.
5.3.2 Je kunt de vervangingsweerstand van de weerstanden in een serieschakeling berekenen.
5.3.3 Je kunt de spanning over elke weerstand in een serieschakeling berekenen.
5.3.4 Je kunt de vervangingsweerstand van de weerstanden in een parallelschakeling berekenen.
5.3.5 Je kunt de stroomsterkte door elke weerstand in een parallelschakeling berekenen.

Slide 34 - Tekstslide

Serie en parallel?
  • Serieschakeling → 1 stroomkring.
  • Parallelschakeling → meerdere stroomkringen.
  • Voordelen parallelschakeling: alle onderdelen krijgen dezelfde spanning, onderdelen apart in- en uitschakelen. *

Slide 35 - Tekstslide

Serieschakeling
  • Spanning wordt verdeelt over de componenten
      
  • Stroomsterkte overal even groot 
      
  • De weerstanden van de componenten moeten opgeteld worden.  Deze kan je vervangen door 1 weerstand → vervanginsweerstand.
Rv=R1+R2+R3
Utot=U1+U2+U3+...
Itot=I1=I2=I3=...

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Twee weerstanden, de een van 5 Ω, de ander van 10 Ω, zijn in serie geschakeld. De bronspanning is 12 V.  Bereken hoe groot de spanning is over beide weerstanden.
Gegevens
  •  
  •  
  •  
Gevraagd
  •  
Oplossing
Conclusie:

Slide 38 - Tekstslide

Parallelschakeling
  • Spanning is overal even groot
     
  • Stroomsterkte kan anders zijn in iedere kring

  • Vervangingsweerstand
Utot=U1=U2=U3
Itot=I1+I2+I3
Rv1=R11+R21+R31

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Bereken 
Bereken 
Gegeven:

Gevraagd:

Oplossing:

Conclusie:
Rv
Itot

Slide 41 - Tekstslide

Leerdoelen
5.3.1 Je kunt het verschil uitleggen tussen de component weerstand en de grootheid weerstand.
5.3.2 Je kunt de vervangingsweerstand van de weerstanden in een serieschakeling berekenen.
5.3.3 Je kunt de spanning over elke weerstand in een serieschakeling berekenen.
5.3.4 Je kunt de vervangingsweerstand van de weerstanden in een parallelschakeling berekenen.
5.3.5 Je kunt de stroomsterkte door elke weerstand in een parallelschakeling berekenen.

Slide 42 - Tekstslide