Afsluiting van het jaar Geschiedenis Quiz

Uit welke tijd komt dit beeld?
A
De tijd van de Grieken en Romeinen.
B
De tijd van jagers en boeren.
C
De tijd van steden en staten.
D
De tijd van monniken en ridders.
1 / 32
volgende
Slide 1: Quizvraag
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-3

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Uit welke tijd komt dit beeld?
A
De tijd van de Grieken en Romeinen.
B
De tijd van jagers en boeren.
C
De tijd van steden en staten.
D
De tijd van monniken en ridders.

Slide 1 - Quizvraag

De geschiedenis quizzzz

Slide 2 - Tekstslide

Waar staat het gebouw dat op de achtergrond te zien is?
A
Londen
B
Rome
C
Parijs
D
Athene

Slide 3 - Quizvraag

Hoe heet de Griekse god van de zee?
A
Allah
B
Zeus
C
Poseidon
D
Cleopatra

Slide 4 - Quizvraag

Wat was een gladiator?
A
een soldaat
B
een vechter
C
een keizer
D
een dier

Slide 5 - Quizvraag

Welke taal spraken de Romeinen?
A
Latijn
B
Romeins
C
Grieks
D
Italiaans

Slide 6 - Quizvraag

Door Wie werd Julius Caesar vermoord? Door
A
Asterix en Obelix
B
senatoren
C
Cleopatra
D
Octavianus

Slide 7 - Quizvraag

Wie was de eerste keizer van de Romeinen?
A
Nero
B
Augustus
C
Caesar
D
Brutus

Slide 8 - Quizvraag

Dankzij keizer Augustus begon de 'Pax Romana'. Wat was dat?
A
Een tijd van veel oorlogen!
B
Een tijd van rust en vrede!
C
Een Romeinse verkiezing om keizer te worden.
D
Een Romeinse sportwedstrijd.

Slide 9 - Quizvraag

In welk jaar werd Jezus van Nazareth geboren?
A
het jaar 0
B
het jaar 1
C
het jaar 4 v Chr
D
het haar 4 n Chr

Slide 10 - Quizvraag

Wie was Bonifatius?
A
een paus
B
een soldaat
C
een priester
D
een missionaris

Slide 11 - Quizvraag

Wat is een horige?
A
Iemand met een gehoorprobleem
B
Een rijke ridder
C
De baas van een klooster
D
Een boer die een deel van zijn vrijheid opgeeft.

Slide 12 - Quizvraag

Waar staat dit gebouw?
A
Jeruzalem
B
Rome
C
Mekka
D
Damascus

Slide 13 - Quizvraag

Waarom kreeg Keizer Karel de naam 'Karel de Grote'?
A
Hij had een groot rijk.
B
Vanwege zijn lengte
C
Dit was de achternaam van zijn vader.
D
Omdat zijn vader Pepijn de Korte heette

Slide 14 - Quizvraag

Voor zijn ridders was Karel de Grote de leenheer.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Het gilde controleert de kwaliteit en de prijs van de producten die de gildeleden maken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Een marktkoopman is een ambachtsman
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Een bakker is een ambachtsman
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Wat is de 'Zwarte Dood'?
A
Een bijnaam van de tyfus.
B
Een bijnaam van de pest.
C
Een bijnaam van de Spaanse Griep.
D
Een bijnaam van Covid-19.

Slide 19 - Quizvraag

Wat ontdekte Columbus?

A
Oost-Indië
B
Afrika
C
Amerika
D
China

Slide 20 - Quizvraag

Renaissance betekent
Renaissance betekent:
A
nieuwe interesse voor de oudheid
B
nieuwe interesse voor andere werelddelen
C
nieuwe interesse voor het geloof
D
nieuwe interesse voor de kunst

Slide 21 - Quizvraag

Wie schreef de 95 stellingen als kritiek op de katholieke kerk?
A
Johannes Calvijn
B
Maarten Luther
C
Martin Luther King
D
Jezus van Nazareth

Slide 22 - Quizvraag

Wie was de leider van de Opstand?
A
Willem van Oranje
B
Filips II
C
Hertog van Alva
D
Calvijn

Slide 23 - Quizvraag

Hoe lang duurde de Nederlandse Opstand?
A
80 jaar
B
45 jaar
C
75 jaar
D
5 jaar

Slide 24 - Quizvraag

In welke stad is Willem van Oranje vermoord?
A
Groningen
B
Amsterdam
C
Breda
D
Delft

Slide 25 - Quizvraag

Door wie werd Willem van Oranje vermoord?
A
Gerard Balthasar
B
Balthasar Gerards

Slide 26 - Quizvraag

Wie is de schilder van dit schilderij?
A
Van Gogh
B
Vermeer
C
Rembrandt
D
Picasso

Slide 27 - Quizvraag

Wat was de oorspronkelijke naam van New York?
A
Nieuw Haarlem
B
Nieuw Amsterdam
C
Nieuw Antwerpen
D
Nieuw Rotterdam

Slide 28 - Quizvraag

Waar woonde koning Lodewijk XVI van Frankrijk?
A
Marseille
B
Lille
C
Versailles
D
Parijs

Slide 29 - Quizvraag

De meeste slaven moesten werken in:
A
Afrika
B
Europa
C
Oost-Indie
D
Amerika

Slide 30 - Quizvraag

Dit is het interieur van een
A
katholieke kerk
B
protestantse kerk
C
moskee
D
synagoge

Slide 31 - Quizvraag

Slide 32 - Tekstslide